Zo’n twee maanden geleden stond Henk Krols 50PLUS op flinke winst in vrijwel alle opiniepeilingen. Daarna is het voorspelde zetelaandeel van de partij weer behoorlijk gedaald (zie de grafiek hier). Dit zegt natuurlijk nog niet zoveel over wat er met 50PLUS zal gaan gebeuren bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen. Dat is van allerlei onvoorspelbare factoren afhankelijk zoals de politieke agenda tegen die tijd, de partijleiders waartegen Krol het op moet nemen, hoe goed de partij haar ideeën over het voetlicht weet te brengen, etc.. Betekent dit nu dat we helemaal geen voorspellingen kunnen doen? Toch wel. Politicologen zijn het namelijk in behoorlijk sterke mate met elkaar eens dat er wel degelijk factoren zijn die voorspellende waarde hebben op dit vlak.
Uit dit onderzoek van Nicole Bolleyer en Evelyn Bytzek blijkt dat blijvend succes van nieuwe politieke partijen zoals 50PLUS sterk afhankelijk is van hun partijorganisatie. De onderzoekers maken een onderscheid tussen de doorbraakfase van politieke partijen en de periode daarna. Een politieke doorbraak is van andere factoren afhankelijk dan blijvend electoraal succes in latere fasen. Blijvend succes is in sterke mate afhankelijk van de mate waarin een partij is ‘geïnstitutionaliseerd’. Een geïnstitutionaliseerde partij is een partij die bestaansrecht heeft buiten de partijleider om; kiezers en leden identificeren zich met de partij zelf, en niet alleen met de individuen die de partij hebben opgericht. Bolleyer en Bytzek laten zien dat nieuwe partijen die hun fundamenten in al bestaande organisaties hebben beter institutionaliseren, daardoor minder interne conflicten kennen, en daardoor succesvoller zijn dan nieuwe partijen die zijn opgericht door ‘entrepreneurs’ die niet voortbouwen op dergelijke fundamenten.
De bevindingen van Sarah de Lange en David Art komen hier voor een groot gedeelte mee overeen. Zij hebben zich bezig gehouden met de vraag waarom de LPF zo’n kort leven beschoren was, terwijl het succes van de PVV blijft voortduren. Ze komen net als Bolleyer en Bytzek tot de conclusie dat het verschil tussen de partijen veroorzaakt is door de mate van institutionalisering. Bij de LPF ontbrak het aan intern leiderschap en goedgeorganiseerde selectie- en trainingsprocedures, waardoor de partij nooit echt is geïnstitutionaliseerd voordat zij doorbrak. Het resultaat was een weinig hechte groep politici die regelmatig ruziënd met elkaar over straat rolden. Wilders heeft hier veel van geleerd. Hij houdt de touwtjes stevig in handen en zorgt er persoonlijk voor dat PVV-politici grondig gescreend en getraind worden.
Het onderzoek van De Lange en Art toont echter aan dat succes niet noodzakelijkerwijs afhankelijk is van fundering in bestaande organisaties. Kijk maar naar de PVV. Wanneer een nieuwe partij er in slaagt een hechte organisatie tot stand te brengen voor zij electoraal doorbreekt, kan zij wel degelijk een blijvende factor in het politieke bestel worden.
50PLUS zou er dus goed aan doen als de wiedeweerga een hechte organisatie te formeren. De onenigheid met de ouderenbonden voorspelt echter niet veel goeds. Niet dat ze afhankelijk zijn van deze bonden. Maar wanneer de partij zich vervreemdt van deze organisaties kan dat al snel tot onenigheid binnen de partij zelf leiden. En conflicten binnen de partij zijn funest voor blijvend succes.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.