Alexis Tsipras. Credit: FrangiscoDer (Own work) [CC BY-SA 3.0]
De recente Griekse verkiezingen en kabinetsformatie wijzen op een dramatische verandering van de Griekse politieke ruimte. Op 26 januari werd een nieuwe Griekse regering geïnstalleerd: het bestond uit de grote winnaar van de verkiezingen van de vorige dag, de Coalitie van Radicaal Links (SYRIZA) en de Onafhankelijke Grieken (ANEL), een nationalistische, populistische partij. Het resultaat verbaasde veel waarnemers: waarom zou een radicaal linkse partij samenwerken met een radicaal rechtse partij?
Men kan de Griekse verkiezingen en kabinetsformatie niet begrijpen zonder de veranderde Griekse politieke ruimte in ogenschouw te nemen. In de literatuur over Europese partijsystemen domineert momenteel één model: het model van Kriesi et al. (2008). Dit model bestaat uit twee afzonderlijke dimensies: enerzijds een economische dimensie die links van rechts scheidt. Deze dimensie heeft betrekking op privatiseringen, bezuinigingen en hervormingen. En, ten tweede, een culturele dimensie die partijen die voor nationale afbakening (gesloten grenzen, minder EU-integratie) zijn van partijen die voor Europese integratie en open grenzen zijn, scheidt.
Dit model slaagt er niet in om de Griekse beleidsruimte goed te beschrijven. Ons alternatieve twee-dimensionale model van de Griekse beleidsruimte bestaat uit een culturele links-rechts dimensie, die vraagstukken als immigratie, veiligheid en defensie betreft en een Europese dimensie die zowel de economie als EU-integratie betreft (zie onderstaande figuur). Het model is gebaseerd op een Mokken schalingsprocedure van de politieke standpunten van de Griekse politieke partijen in de Kieswijzer Choose 4 Greece (voor de methode zie Otjes & Louwerse 2014).
We maken dus anders dan Gijs Schumacher vorige week geen gebruik van het ruimtelijke model van Choose 4 Greece. Dit model heeft net als het Kriesi et al. model een culturele dimensie die zowel over Europese integratie als over immigratie gaat en een economische dimensie die links en rechts scheidt. Onze analyse laat zien dat zo’n model onhoudbaar is. We presenteren hier een alternatief, inductief model op basis van de dertig individuele stellingen van Choose 4 Greece.
Politieke ruimte in Griekenland op basis van een inductieve analyse van de partijposities in Choose 4 Greece.
De redenering achter dit model is de volgende: sinds 2010 kan men niet nadenken over economische kwesties, zonder te denken aan de positie van Griekenland in de EU. Toen Griekenland in een economische crisis kwam en het niet meer in staat was om leningen te verwerven van de internationale financiële markten, moest het land twee bail-outs accepteren. Deze kwamen met afspraken, ‘memoranda’, tussen de Griekse regering en de trojka (EU, ECB en IMF). Deze eisten verregaande bezuinigingen, privatiseringen en hervormingen van de verzorgingsstaat. Dit legde de grote lijnen van het economisch beleid voor de komende jaren.
Het aanvaarden van dit beleid werd verbonden aan lidmaatschap van de eurozone, zowel in het publieke debat als aan de onderhandelingstafel. Zo koppelde de memoranda het voortduren van het Griekse lidmaatschap van de eurozone aan economische maatregelen die normaal beschouwd worden als onderdeel van de links-rechts dimensie: het bezuinigingsbeleid werd verbonden met EU-lidmaatschap. Men kon zich niet tegen het bezuiningsbeleid verzetten, zonder de vraag of te werpen of Griekenland zou terugkeren naar de Drachme en de EU zou verlaten.
Dit onderscheid verenigt zeer verschillende partijen: aan de kant van degenen die zich tegen het memorandum en daarmee de Europese inmenging verzetten staan SYRIZA, de Onafhankelijke Grieken (ANEL), de orthodoxe communistische KKE en de extreem-rechtse Gouden Dageraad (XA). De centrum-rechtse Nieuwe Democratie (ND), de centrum-linkse PASOK en de nieuwe opgerichte centrumpartij Potami, willen de memoranda respecteren.
Het politiek mandaat bij de verkiezingen was vooral gebaseerd op de economie: de dominante lijn van conflict was niet de links/rechts conflictslijn, maar een dimensie die zowel economische vraagstukken (de privatiseringen, bezuinigingen en hervormingen die door de trojka onderschreven) als de rol van Griekenland in de EU betrof. Vanuit dit perspectief is een coalitieregering tussen de anti-bezuinigingspartij SYRIZA en ANEL bijzonder rationeel: het is de coalitie met de kleinste beleidsafstand op de EU/economische dimensie.
Op hetzelfde moment zijn sociaal-culturele kwesties niet minder dringend. Immigratie, LGBT-rechten en de scheiding tussen kerk en staat spelen een belangrijke rol in het politieke debat en de nieuwe regering van SYRIZA en ANEL zal wetgeving voorstellen over deze kwesties. Op deze culturele kwesties, vinden we de traditionele links-rechts-scheiding: in Griekenland scheidt deze tegenstelling partijen niet langer op economische vraagstukken (die allemaal zijn ondergebracht in de Europese dimensie), maar veeleer de verdeling tussen degenen die de voorkeur aan een traditionele, autoritaire en nationalistische visie op de maatschappij geven en degenen die een meer libertaire en kosmopolitische samenleving willen bevorderen. Dit komt zeer dicht bij de culturele integratiescheidslijn die Kriesi et al. voorstellen: deze staat volgens hen echter los van de links-rechtslijn.
SYRIZA en ANEL staan op deze onderwerpen recht tegenover elkaar: culturele kwesties zullen een belangrijke bron van conflict voor het Tsipiras kabinet zijn. De linkse voorstellen van SYRIZA kunnen geblokkeerd worden door hun rechtse coalitiepartner.
Dit nieuwe model zou een uitzonderlijke situatie onder extreme omstandigheden kunnen zijn. De groeiende invloed van de Europese Commissie op het begrotingsbeleid in alle landen in de eurozone kan de kracht van het economisch links/rechts dimensie in heel Europa ondermijnen. Nu de Europese Commissie de grenzen van het economisch beleid in heel Europa stelt, wordt het steeds moeilijker om over economische kwesties na te denken zonder na te denken over Europese integratie.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.