Charisma. De meest succesvolle leiders hebben het, de meeste politici ontberen het. Ze krijgen dan ook weleens het advies om een “cursusje charisma” te volgen. Maar het lijkt niet te helpen. Is het cursusmateriaal niet goed? Spijbelen de politici? In deel 5 van mijn blogs over mijn cursus politiek leiderschap (over macht, politieke wil, de effecten van macht en tips voor aspirant-leiders), bespreek ik dat charisma niet per se een eigenschap is, en dat het net zo goed een gevolg van succes is in plaats van een oorzaak van succes.
Valt charisma te leren?
Sommige psychologen zien het charisma van een manager of directeur als een belangrijke factor voor succes op de werkvloer (klik hier voor een overzichtsartikel). Zij zien charisma als een manier om werknemers via positieve expressies bij het bedrijf of de organisatie te betrekken. Charisma, kan bijvoorbeeld gezien worden als de visuele aandacht voor het publiek, de frequentie en intensiteit van lachen. Dit zijn zeker aspecten die je kan aanleren. Mark Rutte lacht continu. Maar is het voldoende om charismatisch gevonden te worden? Ik vind bijvoorbeeld lachebekje Rutte strontirritant, alsof hij de ernst van zijn beroep niet inziet. Andere mensen vinden Rutte wel charismatisch. Ook zijn er veel politici die Rutte proberen te kopiëren door te lachen en aandacht te hebben voor het publiek. Maar wij weten vaak niet eens hoe zij heten. Het komt niet in ons op om hen charismatisch te noemen, we vinden ze eerder een stel brallers. Dit komt doordat charisma niet zozeer een (aan te leren) eigenschap is, maar een band tussen leider en volgers.
Charisma als relatie tussen leider en volger
Max Weber, een Duitse socioloog actief eind 19de en begin 20ste eeuw, beschreef charisma als volgt:
“Second, there is the authority of the extraordinary, personal gift of grace or charisma, that is, the wholly personal devotion to, and a personal trust in, the revelations, heroism, or other leadership qualities of an individual. This is “charismatic” rule of the kind practiced by prophets or – in the political sphere – the elected warlord or the ruler chosen by popular vote, the great demagogue, and the leaders of political parties”
Wat opvalt aan deze definitie is dat de voorbeelden – van profeet tot Führer – nogal uiteenlopen en dat het belangrijkste element van de definitie de attitude of perceptie van een individu van een leider is. De volgers zien iets bijzonders in die leider en volgen hem of haar blindelings. Zij schrijven allerlei kwaliteiten toe aan een leider. Kwaliteiten die hij of zij wellicht niet eens bezit. Maar over een methode om charismatisch te worden wordt hier niet gerept.
Takis Pappas werpt in zijn werk hier wat meer licht op (hier). Hij ziet charismatische politici als volgt:
“Political entrepreneurs who are capable of mobilizing large social sectors on the basis of compelling injustice frames” &
“‘When this creativity is particularly original,’ notes Cohen (1974), ‘when it helps to articulate or to objectify new groupings and new relations,’ we become faced with leaders who are ‘charismatic'”
Charismatische politici maken dus gebruiken van een “injustice frame”. Een populistisch frame is hier een voorbeeld van. In zo’n frame wordt de bestaande politieke elite weggezet als corrupt, machtsgeil en egoïstisch. In deel 1 van deze reeks over politiek leiderschap heb ik al besproken dat mensen machtswellust bijzonder slecht trekken. Dit frame kan om die reden dus bijzonder succesvol zijn. Maar het is niet voldoende voor succes. De acties van de leider moet ook leiden tot een herdefinitie van sociale groepen, een nieuwe demarcatie van in-group en out-group. Dit vergt een herdefiniëring van identiteit. Dat is hard werk. Dat behelst iets meer dan een “cursusje charisma”. Pappas en Weber schrijven charisma dan ook toe aan uitzonderlijke gevallen. Pappas noemt bijvoorbeeld Slobodan Milosevic, Hugo Chavez en George Papandreou. Deze politici wisten door middel van “injustice frames” het spel om de kiezersgunst te winnen en de politieke situatie radicaal te veranderen.
Charisma als product van succes?
Een probleem dat in bovenstaande definitie sluipt is dat charisma en succes niet los van elkaar te zien zijn. Pappas lijkt te suggeren dat alleen politieke ondernemers die erin slagen om veel mensen te mobiliseren als charismatisch gezien worden. Vanuit dit perspectief veroorzaakt charisma niet succes, het is eerder (of net zo goed) een product van succes zelf. Om dit verder te evalueren heb ik een klein experiment in de klas gedaan. Studenten werden gevraagd een korte speech (1 minuut) van Bernie Sanders en van Hillary Clinton te kijken. De ene helft van de studenten werd het volgende gevraagd:
Tonight is Super Tuesday. Primary elections will be held in various states. Bernie Sanders and Hillary Clinton are the main contenders for the nomination of the Democratic Party. Bernie Sanders is expected to win states such as Colorado, Massachusetts and Vermont and possibly several others. After seeing his speech, do you find Sanders very charismatic, or not at all. Please indicate on a scale from 1 (not charismatic at all) to 5 (very charismatic)
Now watch the Hillary Clinton speech and indicate on the same scale how charismatic you find Hillary Clinton.
De andere helft van de studenten kreeg deze boodschap:
Tonight is Super Tuesday. Primary elections will be held in various states. Bernie Sanders and Hillary Clinton are the main contenders for the nomination of the Democratic Party. After seeing his speech, do you find Sanders very charismatic, or not at all. Please indicate on a scale from 1 (not charismatic at all) to 5 (very charismatic).
Hillary Clinton is expected to win most states on Super Tuesday and increase her lead with almost 200 delegates. After seeing her speech, do you find Clinton very charismatic, or not at all. Please indicate on a scale from 1 (not charismatic at all) to 5 (very charismatic).
De ene groep kreeg dus te horen dat Sanders het een en ander ging winnen. De andere groep kreeg te horen dat Clinton een heel aantal staten ging winnen. Het figuur hieronder laat het verschil in de evaluaties van het charisma van de kandidaten zien. Als de winsten van Sanders benadrukt werden werd Sanders als meer charismatisch gezien dan Clinton. Als de winsten van Clinton benadrukt werden werd juist Clinton als meer charismatisch gezien.
Figuur 1. Gemiddelde charisma scores Clinton en Sanders in twee condities
Toch maar geen “cursusje charisma”?
Ik wil niet beweren dat aandacht voor presentatievaardigheden verspilde tijd is voor politici. Er valt zeker wat te winnen met het verbeteren van communicatieve vaardigheden. Maar we moeten het ook niet overdrijven. We moeten ook niet verwachten dat een charismatisch leider ineens op staat. Het experiment hierboven laat zien dat succes leidt tot een perceptie van meer charisma. Ook is eerder besproken dat meer succes (eigenlijk meer macht) leidt tot gedragsverandering. Een politicus die zetels wint, wint ook aan zelfvertrouwen, wat ook weer leidt tot een verhoogde perceptie van charisma. Mark Rutte denkt ongetwijfeld nog weleens terug aan de periode 2006-2009 waarin hij het suffige studentje was en Rita Verdonk de grote, charismatische uitdager, eerst in de VVD en later met Trots op Nederland. Tegenwoordig blaakt Rutte van zelfvertrouwen (en charisma?) en vraagt iedereen zich af wat er toch gebeurd is met die houterige vrouw met haar Kay-van-de-Linde-slogans. Heeft Rutte in die tijd ineens charisma opgelopen? Toch een succesvol cursusje charisma gedaan?
Volgende week het laatste blog in het kader van het vak politiek leiderschap. Dan de vraag: zijn leiders belangrijker geworden in de democratie?
Afbeelding: Roberto Stuckert Filho/PR.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.