• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Archives for september 2016

De ‘oplossing’ voor versplintering is erger dan het probleem

door Kristof Jacobs 30/09/2016 7 Reacties

Daar gaan we weer. Thierry Baudet en Jan Roos willen deelnemen aan de verkiezingen van 15 maart. Meteen regent het weer opiniestukken over hoe de versplintering van de Nederlandse politiek tegen te gaan. Uiteraard komt dan het invoeren van een kiesdrempel weer ter sprake, zoals in het NRC en in het AD.

Een kiesdrempel, ik hoef er niet meer een heel blog aan te wijden. Dat hebben we hier op Stukroodvlees namelijk al meer dan genoeg gedaan. Kort samengevat: het is een schadelijke schijnoplossing.

Daarom wil ik in dit blog vooral ingaan op een ander voorstel om versplintering tegen te gaan. Oud-burgemeester Paul Scholten wil via dit voorstel in de toekomst de Tweede Kamer in twee ronden te verkiezen. Is dat wel een goed idee?

Het voorstel van Scholten

Eerst even over het voorstel zelf. Scholten wil het debat over het versterken van de democratie aanwakkeren. Omdat de sterkte van ons huidige Parlementaire bestel ter discussie staat, is dat geen overbodige luxe. Scholten verdient hier dan ook lof voor. Ik ben minder enthousiast over het voorstel zelf (en dan met name het kiesstelsel-gedeelte).

In een interview met de Volkskrant schetst Scholten hoe hij het nieuwe kiesstelsel voor zich ziet. Het interview fungeerde als een voorproefje van het boek dat op 28 september verscheen. Een korte samenvatting van het voorstel:

“De verkiezingen voor de Tweede Kamer moeten worden gehouden in twee rondes. Aan de eerste ronde doen alle politieke partijen mee. In de tweede ronde, twee weken later, nemen alleen de zes grootste partijen uit de eerste ronde het tegen elkaar op. Zij verdelen de Kamerzetels. Dat gaat versplintering van de politiek tegen en bevordert de bestuurbaarheid van het land.”

Bron: Volkskrant van 15 september 2016 ‘Ten eerste’

Het lijkt dus op een Nederlandse interpretatie van het Franse twee-rondenstelsel. Waarom is dit geen goed idee? Het heeft alle nadelen van kiesdrempels; het stimuleert partijen om ongemakkelijke allianties aan te gaan; en er is een grote kans dat het nog steeds coalitieregeringen oplevert met veel partijen.

Reden 1. Het heeft alle nadelen van kiesdrempels… in het kwadraat

Kiesdrempels houden de kleinste partijen tegen. Een kiesstelsel met twee ronden gaat nog verder: het elimineert een nog grotere groep kleine partijen en maakt grotere partijen nog meer immuun voor uitdagers. Nieuwe partijen brengen nieuwe ideeën en ze verbannen uit de Tweede Kamer zorgt er ook voor dat traditionele partijen zich niet hoeven te herbronnen.

In een gezonde democratie is er ruimte voor vernieuwing en dus ruimte voor nieuwe partijen. Eén van de grote problemen van het Franse stelsel is dat het nauwelijks vernieuwing toelaat en steeds weer dezelfde partijen en politici ziet terugkeren.

Dat alles leidt ertoe dat de opkomst lager wordt, de kwaliteit van de representatie vermindert en het politieke vertrouwen lager uitvalt.

Reden 2. Het stimuleert kleine partijen om gammele allianties te vormen

Het probleem met kiesdrempels is dat ze slecht werken in landen met veel middelgrote partijen. In dergelijke gevallen moet de kiesdrempel al verdomde hoog zijn wil er überhaupt een minder versplinterd beeld uit naar voren komen.

Onderzoek uit België geeft inderdaad aan dat kiesdrempels vooral leiden tot gammele allianties. Zwaarder geschut zoals een twee-rondenstelsel verergert dit probleem.

Het mooiste voorbeeld hiervan is Italië waar men om de haverklap van kiesstelsel verandert en de ‘versplintering’ blijft omdat haast alle bestaande partijen gammele allianties gaan vormen. Zij zorgen voor instabiliteit in het parlement, maar zijn veroordeeld tot elkaar omdat uit elkaar gaan electorale zelfmoord is. Twee-rondenstelsels kunnen versplintering wel voorkomen, maar niet elimineren.

Daarnaast komt het Nederlandse grote aantal fracties vooral door afsplitsingen na de verkiezingen. Het voorstel van Scholten voorziet dat afsplitsingen pas toegestaan zijn als men de kiesdeler haalt. Eén probleem… wanneer er allerlei gammele allianties ontstaan kiezen kiezers voor de politici van hun partij binnen de alliantie. Deze politici halen makkelijk de drempel en kunnen zich na verkiezing gewoon weer afsplitsen. En dan heb je wederom te maken met versnippering…

Reden 3. Het lost niets op qua bestuurbaarheid

De Franse variant van het twee-rondenstelsel laat enkel de twee grootste partijen in de tweede ronde toe. Zo krijg je een duidelijke winnaar en een regering bestaande uit één partij. Het voorstel van Scholten laat zes partijen toe in de tweede ronde.

Nog los van de vraag waarom men voor net zes (en niet vijf of zeven) partijen zou kiezen, is deze keuze gek. Het lijkt een compromis tussen bestuurbaarheid en representativiteit te zijn. Maar: zoals eerder gezegd lijdt de representativiteit wel degelijk. En met zes partijen is het allesbehalve zeker dat je meer bestuurbaarheid krijgt.

Volgens de laatste peilingen zijn er zeven middelgrote partijen en scoort geen enkele partij echt hoog. In een dergelijk scenario kom je met een twee-rondenstelsel bijna altijd uit op een coalitie van minstens drie partijen. Een marginale verbetering ten opzichte van het huidige stelsel (maar daarvoor moet je dan wel bereid zijn om een gevoelig verlies in representativiteit te incasseren!).

Misschien gaan PvdA en Groenlinks dan in een alliantie en misschien doen andere partijen dat ook. Maar dan krijg je gewoon weer de Italiaanse toestanden waar ik het eerder over had. Ook geen oplossing dus.

The worst of both worlds

De voornaamste merite van het voorstel van Scholten is dat het het debat over Staatskundige vernieuwing weer eens in een andere richting wil sturen.

Het voorstel van Scholten lijkt op het Frans stelsel met een Nederlandse twist. Het lijkt een poging tot ‘the best of both worlds’, maar het voorstel lijkt eerder ‘the worst of both worlds’. Het is teveel een meerderheidsstelsel om vernieuwing toe te laten en te weinig een meerderheidsstelsel om bestuurbaarheid te garanderen.

Versplintering?

Tot slot nog even kort over de versplintering zelf. Er wordt vooral geredeneerd vanuit het huidige aantal fracties in de Tweede Kamer. Dat is hoog, maar dat komt vooral door afsplitsingen. Een beter personeelsbeleid van de PvdA en de PVV helpt het probleem al voor een groot deel op te lossen.

Bovendien slagen afsplitsingen er bijna nooit in om de gunst van de kiezer te winnen, zoals Tom van der Meer hier mooi toont. De beste garantie tegen de versplintering is de kiezer zelf.

 

Foto: Delacroix, La liberté guidant le peuple, License

 

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: kiesdrempel, versplintering

Forum voor Democratie: overdrijven met statistiek

door Tom van der Meer 27/09/2016 1 Reactie

Het Forum voor Democratie lijkt een probleempje te hebben met Excel. Vandaag verscheen een nieuw, kort promotiefilmpje van de nieuwste politieke partij van Nederland, onder de titel ‘Wij laten ons niet langer uitlachen‘. Een prachtig geanimeerde staafdiagram over de uitslag van het referendum van afgelopen april moet onderbouwen waarom.

Helaas heeft de maker van het filmpje een ongelukkig foutje gemaakt. Het staafje van het aantal nee-stemmers bij het referendum (61%) is niet 1,5 keer zo groot als het aantal voorstanders (39%), maar wel 2,5 keer.

Het onderstaande figuur laat zien wat er fout gaat, en hoe het grafiekje er eigenlijk uit had moeten zien.

fvdpromostatistiek

Geluk bij een ongeluk voor het Forum voor Democratie: De fout werkt in het voordeel van het verhaal dat ze willen vertellen.
Normaal ben ik niet zo’n grafiekpurist, maar in dit geval kan ik het probleem niet eens wijten aan een verschoven y-as. Immers, in de animatie van de grafiek zien we al dat de balk van de ja-stemmers al van meet-af-aan kleiner wordt geschat dan die van de nee-stemmers (zie hieronder). Jammer dat het Forum dat zelf niet had opgemerkt.

fvdd-statistiek

 

Overdrijven met statistiek

Het is de derde keer in minder dan een half jaar dat het Forum voor Democratie overdrijft met het statistisch bewijs.

In maart was het Forum rechtszaken gestart om een groter aantal stemlokalen af te dwingen, waarbij het zich nadrukkelijk leek te baseren op een viertal politicologische studies. Ten onrechte. Bij lezing ervan bleken twee van die studies helemaal niets te zeggen over stemlokalen, was de derde een overzichtsstudie die zegt dat er geen bewijs is dat meer stemlokalen goed zijn voor de opkomst, en vond de vierde weliswaar een effect van stemlokalen op opkomst, maar was dat effect (i) niet oorzakelijk en (ii) verwaarloosbaar klein.

Twee weken geleden verscheen een rapport van het Forum voor de PVV (opmerkelijk genoeg inmiddels de electorale concurrent) over het referendum. Een van de centrale beweringen in dat rapport luidde dat referenda goed zijn voor het vertrouwen in de politiek. De onderbouwing? In Zwitserland is het vertrouwen iets hoger dan in Nederland. In Zwitserland heeft men naar tevredenheid een referendum. Ergo: Referenda zijn goed voor het vertrouwen. Zo lust ik er nog wel een paar. Zwitsers hebben bijvoorbeeld ook bergen, drie taalgebieden, en een regering die nooit van samenstelling wijzigt. Jammerlijk genoeg negeerde het Forum de prachtige verklarende studies die Zwitsers zelf hebben ondernomen om het effect van referenda op vertrouwen te toetsen. De conclusie? Er is netto eigenlijk geen effect.

 

En waarom?
De overdrijving is ook zo onnodig. De winst van het nee-kamp bij het referendum was groot genoeg om het niet kunstmatig te hoeven uitvergroten. Het belang van stemlokalen valt op basis van andere principes (en studies) te onderbouwen. Het referendum is een nuttige aanvulling op de democratie, ook als het ons vertrouwen in de politiek niet stimuleert.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie

Staan raadsleden van lokale partijen dichter bij de burger?

door Mathilde van Ditmars 23/09/2016 0 Reacties

Hoewel gemeenteraadsverkiezingen vaak als tweederangs verkiezingen worden gezien, krijgt de lokale politiek een steeds belangrijkere rol vanwege de toenemende overheveling van taken naar het gemeentelijk niveau. Lokale  partijen, zonder affiliatie met een nationale partij, zijn in die gemeentepolitiek een speler van toenemend belang. Maar liefst  28% van de stemmen tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen zijn uitgebracht op lokale partijen, een stijging ten opzichte van de voorgaande verkiezingen.

Hoewel deze partijen niet als één homogene groep kunnen worden beschouwd wat betreft hun politieke ideologie, onderscheiden lokale politieke partijen zich duidelijk van andere partijen door hun lokale karakter. Ze beweren vaak dichter bij de kiezer te staan dan lokale afdelingen van nationale partijen, omdat zij niets van doen hebben met partijpolitieke invloeden van bovenaf, en daardoor beter de stem van de kiezers uit de betreffende gemeente verwoorden.

De vraag is in hoeverre de raadsleden van deze partijen inderdaad systematisch verschillen van hun collega’s van (lokale afdelingen van) nationale partijen.

[Read more…] about Staan raadsleden van lokale partijen dichter bij de burger?

Filed Under: Lokale politiek Tagged With: gemeentebelang, gemeenteraad, Gemeenteraadsleden, lokale partijen, lokale politieke partijen, Raadsleden

Prinsjesdag en de peilingen

door Tom Louwerse 20/09/2016 0 Reacties

Deze derde dinsdag van september is de laatste voor de aankomende Tweede Kamerverkiezingen. Een goed moment om de electorale stand van zaken op te maken. Hoewel er nog veel kan veranderen, blijken peilingen minder dan 200 dagen voor de verkiezingen al redelijke voorspellers van de uiteindelijke uitslag. Wie staan er goed voor, waar vallen de klappen en waar liggen de onzekerheden? Hiervoor maak ik gebruik van de Peilingwijzer, die alle beschikbare peilingen samenvoegt tot één inschatting van de electorale stand van zaken. [Read more…] about Prinsjesdag en de peilingen

Filed Under: Kiezers en publieke opinie

‘Het volk’ zegt nee

door Kristof Jacobs 16/09/2016 4 Reacties

De PVV wil een Zwitsers referendumsysteem met vier keer per jaar bindende referenda. Zoals collega Matthijs Rooduijn al eerder schreef, zijn PVV’ers meer voorstander van referenda. Echter: niet alle populistische kiezers stemmen PVV en niet alle PVV’ers zijn populisten.  Daarnaast kun je je ook afvragen of die voorliefde voor referenda in de praktijk ook daadwerkelijk effect heeft in de praktijk.

Vijf dingen die je moet weten over populistische burgers en referenda (op basis van onderzoek naar het Oekraïne-referendum, zie dit paper van mezelf, Agnes Akkerman en Andrej Zaslove).

 

  1. Er is een substantiële groep populistische burgers in Nederland

Onderzoekers naar populistische partijen gaan in de regel uit van de definitie van Cas Mudde uit 2004. Hij ziet populisme als een dunne ideologie waarbij het goede volk geplaatst wordt tegenover de corrupte elite en het beleid een uiting moet zijn van de volkswil. Dit is overigens geen moreel oordeel: populisme kan goed of slecht zijn, juist of fout, terecht of onterecht – daar gaat het hier niet om.

De definitie van populistische attitudes bij burgers vertrekt vanuit dezelfde elementen. Toegepast op de Nederlandse kiezer, kom je tot volgende verdeling.

 

Figuur 1. Verdeling mate van populistische attitudes

image002

Technische noot: De figuur toont de resultaten van een simpele optelsom van de zes items (gedeeld door zes). De schaal loopt van 1 tot en met 5, met 3 als midden.

 

Een aantal zaken valt op: 1. Niet iedereen is populistisch, er is een behoorlijke spreiding 2. Drie tot vijf procent van de Nederlandse kiezers zit helemaal aan het einde van de populismeschaal 3. Zo’n 20-25% van de kiezers scoort meer dan vier. Een behoorlijk grote groep dus. Wat betekent dit voor referenda?

 

  1. Je kan verwachten dat populisten vaker voor referenda zijn

Er zijn goede redenen om aan te nemen dat deze populistische burgers voorstander zijn van referenda, mogelijk vaker stemmen bij referenda en vooral tegen de elite zullen stemmen.

Populisten zijn tegen de elite en geloven in een homogeen volk, ze willen bovendien dat de soevereiniteit bij het volk ligt. Het referendum past hier uitstekend bij, zeker in de huidige Nederlandse vorm. Het is een instrument dat per definitie tegen de elite is omdat het een wet die goedgekeurd is door het Parlement wil tegenhouden. Daarnaast gaat het uit van één volkswil, in de regel te zien als de meerderheid van de burgers. Het enige punt van incongruentie is de volksoevereiniteit: het gaat voorlopig om niet-bindende referenda. Niet zo gek dus dat Wilders bindende referenda wil.

Je zou dus verwachten dat populistische burgers vaker voorstander zijn van referenda. Exploratief onderzoek van Guillem Rico en co-auteurs suggereert  bovendien dat populistische burgers ‘boos’ zijn (en niet bijvoorbeeld ‘angstig’). Dat zou betekenen dat deze burgers eerder stemmen bij referenda (om hun boosheid te uiten) en in dat geval eerder tegen de elite zullen stemmen (ze zijn immers tegen de elite).

 

  1. Referenda zijn populair bij populisten

Populistische burgers zijn inderdaad duidelijk vaker voorstander van referenda: ze zijn meer voorstander van nationale referenda over belangrijke zaken, willen vaker dat deze referenda bindend zijn, zijn eerder voorstander van lokale referenda en… vinden minder vaak dat referenda te duur zijn (jawel).

image003

Technische noten: met 95% betrouwbaarheidsinterval; het gaat hier om factor-scores onderverdeeld in kwartielen (geen som dus); uit multivariate analyses blijkt dat populistische attitudes een significante predictor is van de vier voorkeuren.

 

  1. Populistische burgers stemmen niet meer, maar ook niet minder

Het blijft echter de vraag of populistische burgers ook daadwerkelijk gaan stemmen. Je kan op papier wel voor referenda zijn, maar dat kan ook een uiting zijn van het feit dat je bijvoorbeeld gewoon tegen de gevestigde politiek bent en elk alternatief als beter ziet (dan ben je vooral tegen iets en niet voor iets). Populisten lijken inderdaad niet vaker te stemmen.

image005Technische noten: met 95% betrouwbaarheidsinterval; het gaat hier om factor-scores onderverdeeld in kwartielen (geen som dus); uit multivariate analyses blijkt dat populistische attitudes geen significante predictor is van opkomst.

 

Hierbij moet echter wel een belangrijke kanttekening geplaatst worden. Populistische burgers zitten qua stemvoorkeur all over the place. Sommigen stemmen PVV of SP, maar een heleboel stemt bijvoorbeeld Partij voor de Dieren of 50Plus. En: een belangrijke groep stemt niet. Sterker nog, het lijkt er op dat populistische burgers minder geneigd zijn om te stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen.

In dat licht is de bevinding dat deze negatieve relatie niet opgaat voor referenda (waar populisten even vaak lijken te stemmen als niet-populisten) opmerkelijk te noemen.

 

  1. Populistische burgers stemmen nee

Goed, populistische burgers stemmen dus even vaak als niet-populisten, maar stemmen ze anders? Ja, dat doen ze. En hoe!

 

image006

Technische noten: met 95% betrouwbaarheidsinterval; het gaat hier om factor-scores onderverdeeld in kwartielen (geen som dus); uit multivariate analyses blijkt dat populistische attitudes een significante predictor is van een Nee-stem (zelfs na controle voor o.a. vertrouwen in regering, EU-attitudes, campagne-factoren, oordeel over het associatie-akkoord, stem PVV, stem SP en de klassieke socio-demografische controlevariabelen).

 

Zo’n 20% van het kwart minst populistische kiezers stemde ‘Nee’, tegenover meer dan 80% bij het kwart meest populistische kiezers. Ook na controles blijkt dat populisten zo’n driemaal vaker ‘Nee’ stemden en dat dus los van de campagne, vertrouwen in de regering of stemvoorkeur voor populisten. Kortom, het lijkt er op dat deze burgers ‘Nee’ stemmen wat er ook gebeurt tijdens de campagne…

Implicaties en kanttekeningen

Een substantiële minderheid van de Nederlanders houdt er populistische attitudes op na. Zij zijn vaker voor referenda, komen even vaak stemmen als hun niet-populistische broeders en zusters, maar stemmen vaker ‘Nee’. Dat maakt het er voor de ‘elite’ niet gemakkelijker op en maakt een referendumstrategie voor de klassieke partijen des te belangrijker. Zij beginnen immers met een achterstand.

Natuurlijk was het Oekraïne-referendum een bijzonder referendum. We weten niet of de dynamiek anders is bij referenda over morele zaken (zoals bijvoorbeeld orgaandonatie, homohuwelijk, euthanasie). Het zou best kunnen dat populistische attitudes daar minder een rol spelen. Daarnaast is het ook onduidelijk wat de gevolgen zijn als de regering verdeeld is en/of het onduidelijk is wie de ‘elite’ is.

Echter, wat betreft Europese referenda is het plaatje duidelijk: wil de regering een kans maken om dergelijke referenda te winnen, is er werk aan de winkel. Tot het laatste moment wachten is dan… niet zo’n goed idee.

Afbeelding: Nee door SP Groningen, License. Geen aanpassingen.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen, Regering en beleid Tagged With: oekraïne-referendum, Populisme

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Wat verklaart deelname aan en succes bij de Olympische Spelen?

Hoe nu verder met de Provinciale Staten?

Welke emoties verklaren populistische attitudes? – Hot Politics Lab Online Sessie 10 met Agneta Fischer

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in