• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Archives for september 2017

Is een verplicht bezoek aan Tweede Kamer nuttig?

door Hessel Nieuwelink 30/09/2017 3 Reacties

Het nieuw te vormen kabinet lijkt van plan om basisscholen te verplichten om met hun leerlingen minimaal één keer het Rijksmuseum en de Tweede Kamer te bezoeken. Begrijpelijkerwijs kwam er op dit voorstel vanuit het onderwijs veel kritiek op: weer een nieuw plannetje zonder enige vorm van inspraak, er wordt nóg een eis aan het onderwijs gesteld, een breder onderwijskundig kader ontbreekt. Het recente verleden laat zien dat vergelijkbare voorstellen vooral gericht waren op het uitvoeren van plannen die goed pasten binnen het politieke profiel van bepaalde partijen waaraan de realiteit op scholen ondergeschikt werd gesteld. Ingrijpende voorstellen worden net zo gemakkelijk ingevoerd als afgeschaft, zie bijvoorbeeld de maatschappelijke stage (ingevoerd in 2011 en afgeschaft in 2014).

Toch is het zinnig om te kijken naar het nut van het verplichten van een Tweede Kamer-bezoek voor leerlingen. Studies laten zien dat onderwijsactiviteiten effect kunnen hebben op de burgerschapshoudingen en politieke kennis van leerlingen maar dat dit niet zomaar geval is. Dit blog zet enkele relevante uitkomsten van onderzoek over burgerschapsonderwijs op een rij.

[Read more…] about Is een verplicht bezoek aan Tweede Kamer nuttig?

Filed Under: Overig Tagged With: burgerschap, burgerschapsvorming, maatschappijleer, onderwijs, prodemos, tweede kamer

Een referendumactie als hordeloop

door Kristof Jacobs 29/09/2017 0 Reacties

Eergisteren, woensdag 27 september, stemde de Tweede Kamer tegen een initiatiefwet om het bindend correctief referendum mogelijk te maken. Voorlopig blijft dus enkel de niet-bindende variant bestaan, hoewel er gefluisterd wordt dat de aanstaande coalitie ook deze wil intrekken. Voorlopig geldt deze wet echter nog en loopt er een referendumactie. Er worden op dit moment handtekeningen verzameld voor een tweede adviserend referendum, ditmaal over de zogenaamde sleepwet.

In een eerder blog schreef ik al dat het een mythe is dat je de benodigde 300.000 handtekeningen enkel via sociale media kan verzamelen. In dit blog wil ik het hebben over de mythe dat handtekeningen verzamelen lijnrecht en gestaag loopt (als in: op dag 1 zijn er 10.000 handtekeningen, dus haalt men er na zes weken 420.000 in totaal). Daarbij zal ook meteen duidelijk worden wat wél de rol van sociale media is.

Dit blog kan men overigens beschouwen als een soort gids, oftewel: een ‘waar moet je de komende weken op letten bij de Sleepwetactie’.

Niet één gestaag stijgende lijn, maar drie fasen

Er wordt vaak gedacht dat handtekeningen verzamelen voor een referendum tegen een gelijk tempo gaat (bv. elke dag 8.000 handtekeningen), maar dat is niet zo.

Er zijn drie fasen te onderscheiden in een referendumactie: de startfase (piek 1), de tussenfase (afvlakking) en de eindsprint (piek 2). Elke fase heeft zijn eigen dynamiek. Je kan een referendumactie bovendien als een hordeloop beschouwen: het kan bij elke fase fout gaan.

Dit plaatje over de verzamelde handtekeningen van Geenpeil illustreert mooi de drie fases:

  • Fase 1 duurt ongeveer tot 27 augustus;
  • Fase 2 is lang en duurt tot ongeveer 19 september;
  • Fase 3 omvat loopt ongeveer van 20 tot 28 september.

Vergeet overigens niet dat er uiteindelijk zo’n 450.000 handtekeningen werden verzameld door Geenpeil. Die laatste piek is niet op het plaatje te zien en maakt de groei in aantallen nog duidelijker niet-lineair.

Bron: Datagraver; gebaseerd op cijfers gerapporteerd door Geenpeil

 

  1. De Startfase

Na het inleidend verzoek – dat laat ik even achterwege om het overzichtelijk te houden – begint de startfase. In deze fase is het doel van de campagne om snel voldoende handtekeningen te verzamelen zodat men kan laten zien dat de campagne kansrijk is.

Deze eerste batch handtekeningen kan worden verzameld via sociale media. Op Twitter kunnen opinieleiders en politiek geïnteresseerden worden bereikt; op Facebook het bredere publiek. Als voldoende handtekeningen worden gehaald in deze fase, kan men een eerste groep vrijwilligers werven en kan men positieve media-aandacht krijgen. Dit is daar bijvoorbeeld een mooie illustratie van.

  1. De Tussenfase

De tussenfase is een moeilijke fase: de eerste aandacht is geluwd en de eindstreep is nog ver weg. In deze fase wordt er vaak klassiek campagne gevoerd en zijn sociale media niet meer voldoende (al kunnen er natuurlijk wel online advertenties gekocht worden).

Zoals een recente meta-studie van campagne-onderzoek aangeeft: campagnes doen ertoe bij referenda. Het meeste Politicologische onderzoek naar referendumacties begint pas als voldoende handtekeningen zijn verzameld, en er is dus niet al teveel geweten over wat nu precies werkt en wat niet. Het beschikbare onderzoek uit Zwitserland en Amerika suggereert dat geld een belangrijke rol speelt (zie ook hier, $), maar ook dat een ground campaign en media-aandacht belangrijk zijn. Daarom zijn civil society en de politiek vaak betrokken bij het campagnevoeren (zie hier). Sociale media spelen in deze fase een ondersteunende rol.

Vrijwilligers zijn in ook belangrijk. Zo vertelt Bart Nijman in deze documentaire over het Oekraïne-referendum dat de Geenpeil-campagne in de tussenfase behoorlijk in het slop zat en dat men daarom via de handtekening-app vroeg aan de ondertekenaars om 1 iemand te overtuigen om ook zijn/haar handtekening te zetten. Zo werden er meteen tienduizenden extra vrijwilligers gecreëerd.

Daarnaast biedt deze fase ook de mogelijkheid om de argumenten te verfijnen en te testen welke daarvan werken en welke niet. Dit is meteen een voorbereiding voor de laatste fase, waar fouten maken grote gevolgen kan hebben.

Kortom, geld en steun uit de politiek, media en civil society zijn dus belangrijk in deze fase om een klassieke campagne te voeren. De Sleepwetactie lijkt hier relatief lang mee gewacht te hebben. Er staat wel wat op het programma: morgen, zaterdag 30 september, wordt er geflyerd en zullen er (jawel jawel) twee vliegtuigen met een sleepwet-boodschap over Nederland vliegen.

  1. De Eindsprint

Wellicht de meest onvoorspelbare en belangrijke fase die kort en krachtig is. In deze fase haalde Geenpeil zowat de helft van haar handtekeningen binnen (zo’n 200.000 handtekeningen). Cruciaal dus.

Media-aandacht doet ertoe: Geenpeil kreeg vooral in deze fase veel media-aandacht en het frame ‘gaan ze het halen of niet’ domineerde. In deze fase kan een campagne zich geen blunders veroorloven: er is namelijk te weinig tijd om deze recht te zetten. Een beetje vergelijkbaar met het einde van een klassieke verkiezingscampagne dus.

Conclusie: Wat met de Sleepwetactie?

Een referendumactie lijkt uit drie fasen te bestaan: een startfase, tussenfase en de korte, maar heftige eindsprint. Elk van deze fases heeft zijn eigen dynamiek en ze zijn min of meer vergelijkbaar met hordes in een hordeloop.

Zoals ik eerder schreef, haalde de Sleepwetactie de eerste horde. Of de tweede en derde horde ook genomen worden, dat kunnen we niet voorspellen (sociale wetenschappers kunnen dit soort zaken nu eenmaal niet voorspellen – sorry media…).

Los daarvan is de Sleepwetactie voor de toekomstige regering wellicht een kwestie van risico-management. Als er een referendum komt, is dat potentieel politiek explosief. Als men een dichtgetimmerd regeerakkoord wil om niet voor verrassingen te komen staan, dan is het wellicht zinvol om er rekening mee te houden dat een sleepwet-referendum mogelijk is.

Foto, door Andrew Gould, license

 

 

 

Filed Under: Uncategorized

Wat als … Nederland het Duitse kiesstelsel had?

door Simon Otjes 28/09/2017 4 Reacties

Zondag waren de Duitse verkiezingen. De uitslag was al maanden duidelijk: de CDU-CSU zou het grootste blijven. De SPD werd tweede en de AfD derde. Maar het aantal zetels dat partijen krijgen was de hele avond onduidelijk. Dat komt door het Duitse kiesstelsel waarbij er de mogelijkheid is van Überhangmandate. Extra zetels afhankelijk van de uitslag. Als we het in Nederland hebben over een ander kiesstelsel komt het Duitse kiesstelsel vaak langs. Maar in Duitsland is het kiesstelsel recent veranderd. Om het Duitse kiesstelsel te begrijpen is het zinvol om te beginnen aan de andere kant van de wereld: Nieuw Zeeland. Daar waren vorige week ook verkiezingen.

[Read more…] about Wat als … Nederland het Duitse kiesstelsel had?

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Duitsland, kiesstelsel, nieuw-zeeland

Lange formatie, stabieler kabinet? Economen slaan plank mis

door Tom van der Meer 21/09/2017 1 Reactie

Leidt een langere formatieduur dan toch tot een langer zittend kabinet? Dat is wat twee economen deze week beweren op economenblog MeJudice. Sterker nog, Henriëtte Prast en Harry van Dalen beredeneren (met een voorbehoud): “iedere dag formeren levert statistisch gezien ongeveer 3,8 extra zittingsdagen op”. De conclusie werd kort daarna al opgepikt door Marc Chavannes in zijn politieke nieuwsbrief op De Correspondent.

Nu kwam ik zelf enkele weken daarvoor tot de tegengestelde conclusie: er zou in Nederland juist geen verband zijn tussen de formatieduur en de zittingsperiode van de daaropvolgende regering. Dat valt niet met elkaar te rijmen. Maar dat de conclusies zo van elkaar verschillen is niet vreemd: De economen maken een aantal cruciale fouten door geen rekening te houden met de politieke realiteit.

[Read more…] about Lange formatie, stabieler kabinet? Economen slaan plank mis

Filed Under: Regering en beleid Tagged With: coalitieformatie, coalitievorming, Formatie, formatieduur, kabinetsformatie

Kamervragen: de voortzetting van de verkiezingscampagne met andere middelen?

door Simon Otjes, Tom Louwerse 19/09/2017 1 Reactie

Het Nederlandse parlement stelt veel Kamervragen en het worden er steeds meer. Dat is best raar: een Kamervraag is een symbolisch instrument van een Kamerlid.  Het enige wat de minister of staatssecretaris aan wie een vraag is gesteld hoeft te doen, is een antwoord geven. Dat hoeft maar te bestaan uit één woord. Waarom stellen Tweede Kamerfracties dan vragen? En welke patronen zien wij hierin? In een recent artikel, stellen wij dat de inzet van Kamervragen door een fractie sterke gelijkenis vertoont met de inzet van campagnemiddelen door de partij. Ze markeren hun territorium en vallen hun ‘natuurlijke’ vijanden aan.

Territorium markeren

Als er tijdens de verkiezingen veel aandacht is voor immigratie dan is dat goed voor de PVV, die hier een uitgesproken profiel op heeft; mocht er vlak voor de campagne een schandaal in de intensieve landbouw zijn, dan valt te verwachten dat de Partij voor de Dieren hier voordeel van heeft. Dat is het kernidee van issue-ownership. In hun media-optredens proberen partij tijdens de campagne dan ook de focus te leggen op thema’s die hen goed liggen, om de verkiezingen een “referendum” te maken over hun thema.

Kamervragen kunnen ook aan issue-ownership bijdragen. Het stellen van Kamervragen is een simpele en goedkope manier om je territorium te markeren, en aan journalisten, lobbyisten en andere fracties te laten weten dat dit “jouw” onderwerp is. Het valt dus te verwachten dat de PVV meer Kamervragen stelt over immigratie dan over landbouw en dat dat voor de Partij voor de Dieren andersom is.

In ons onderzoek bekijken we hoeveel vragen elke Kamerfractie aan elke minister stelt tussen 1994 en 2014. We vinden dat Kamerleden veel vragen stellen aan ministers die gaan over thema’s die de partij benadrukte in het verkiezingsprogramma. Hoe belangrijker een thema voor een partij, hoe meer vragen de betreffende minister kan verwachten.

Natuurlijke vijanden

Kamervragen kunnen ook gebruikt worden om de minister of staatssecretaris het lastig te maken. Hier zien we de logica van de verkiezingscampagne weer terug. Politicologen die campagnes bestuderen hebben het soms over negatief campagnevoeren. Dat is campagnevoeren door de zwaktes van de andere partijen te benadrukken in plaats van je eigen sterktes. Partijen kunnen hun pijlen dan richten op partijen die dezelfde kiezers aanspreken om deze kiezers te wijzen op de verschillen (electorale overlap). Zo zou het CDA de VVD kunnen aanvallen. Maar de partijen zouden ook juist conflict kunnen zoeken met partijen aan de andere kant van het politieke spectrum (ideologische verschillen). Dat zijn de partijen waarmee ze het echt inhoudelijk oneens zijn. Zo kunnen ze juist hun eigen politieke profiel versterken. De SP zou bijvoorbeeld de VVD kunnen aanvallen. Een kritische tweet tijdens een campagne of harde aanval tijdens een debat zijn te begrijpen zijn vanuit deze logica. Wij stellen dat dit ook geldt voor het gebruik van Kamervragen. Ze richten namelijk negatieve aandacht op een minister of staatssecretaris van een andere partij.

Wij vinden dat zowel electorale overlap als ideologische verschillen van belang zijn om te begrijpen tot welke ministers partijen zich richten bij het stellen van vragen. Naarmate een partij meer electorale overlap heeft met een andere dan stellen ze meer vragen, maar ook naar mate een partij een grotere ideologische afstand heeft in termen van links rechts. Dit betekent dus dat een SP-Kamerlid meer vragen stelt aan een PvdA-minister (de PvdA en de SP zijn electorale concurrenten) en aan een de VVD-minister (die ideologisch ver van ze afstaat), maar juist minder aan een CDA-minister, aangezien de electorale overlap tussen CDA en SP vrij klein is en de ideologische afstand kleiner dan met de VVD.

Individueel middel

Eén mogelijke kritiek op dit onderzoek is dat Kamervragen een individueel instrument van een Kamerlid zijn. Kamerleden kunnen, anders dan bij een motie, helemaal alleen beslissen om een schriftelijke vraag te stellen. Er is in eerder onderzoek veel aandacht besteed aan Kamervragen als instrumenten van individuele Kamerleden. Wij hebben dit, in een eerder artikel, voor Nederland onderzocht en vinden dat de individuele positie van een Kamerlid nauwelijks een rol speelt bij de hoeveelheid Kamervragen die ze stellen. Dat komt omdat anders dan in veel landen, een Kamerlid geen persoonlijk mandaat hoeft te krijgen, maar binnenkomt op de slippen van de lijsttrekker. In dit artikel bouwen wij hierop voort: kenmerken van fracties zijn belangrijker om het gebruik van parlementaire middelen te begrijpen dan kenmerken van individuele Kamerleden.

Maar zelfs als het waar is dat Kamerleden helemaal individueel beslissen over het stellen van een vraag, dan zien we dat ze zich daarbij toch gedragen als een vertegenwoordiger van hun partij. Recent onderzoek van Tim Mickler laat overigens zien dat Kamerleden in Nederlandse fracties, zeker in grotere fracties zijn ingebed in partijcommissies of clusters en dat over de inzet van middelen in zulke partijcommissies wordt gesproken en besloten of dat het fractiebestuur meekijkt. Bovendien kunnen fracties prioriteiten stellen door bijvoorbeeld meer Kamerleden op bepaalde terreinen te laten focussen of meer actieve, enthousiaste of ervaren Kamerleden op voor hen belangrijke terreinen in te zetten. Op die manier wordt het gedrag van individuele Kamerleden door hun fractie beïnvloed.

Kortom: wij vinden dat hoe fracties zich opstellen in de Tweede Kamer sterke gelijkenissen vertonen met hoe partijen zich opstellen tijdens campagnes. Ze markeren territorium dat voor hen belangrijk is door Kamervragen te stellen over die issues die in hun programma’s belangrijk zijn. Ze richten hun vragen bovendien aan ministers van partijen die ideologisch ver van ze afstaan dan wel bij een electorale concurrent horen.

Lees ons gehele artikel hier na (open access): Otjes, Simon & Tom Louwerse. 2017. ‘Parliamentary Questions as Strategic Party Tools’. West European Politics: 1–21. 

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: parlement, schriftelijke vragen

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Stuk Rood Vlees Podcast, episode 40 – Immigration and elections, with Maria Sobolewska and Sergi Pardos

Jongeren en democratie: naar een tirannie van de meerderheid?

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in