• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Archives for november 2017

Subsidie voor lokale partijen wenselijk

door Hans Vollaard 21/11/2017 2 Reacties

Het vorige kabinet-Rutte II had beloofd om met een wetsvoorstel te komen om de financiering van partijen op lokaal niveau toe te passen. Verder dan een consultatie over een concept is het niet gekomen. Als het nieuwe kabinet-Rutte III het menens is met versterking van de lokale democratie, dan zou het eerlijk zijn als lokale partijen ook aanmerking zouden komen voor subsidie.

In 2012 spraken PvdA en VVD af in hun regeerakkoord dat ook lokale partijen onder de wet financiering politieke partijen (Wfpp) zouden komen te vallen. Sinds 2013 vormt de Wfpp het wettelijk kader voor de transparantievereisten en overheidssubsidies aan partijen op landelijk niveau. De Wfpp is niet van toepassing op het lokaal niveau, behoudens de formele eis van een openbaar toegankelijk giftenreglement. Indirect heeft de Wfpp wel consequenties voor het lokale niveau. Lokale afdelingen van landelijke partijen kunnen namelijk profiteren van de overheidssubsidies die de landelijke partijen krijgen.

Eind 2013 bracht het ministerie van Binnenlandse Zaken een conceptwetsvoorstel  getiteld ‘Wijziging van de Wfpp voor financiële transparantie bij lokale partijen’ in consultatie. Zoals de titel al duidelijk aangeeft, omvat deze wet alleen transparantievereisten. In reactie op het conceptwetsvoorstel gaven de Vereniging van Gemeenten, de Vereniging van Raadsleden en ook de Eerste Kamer aan dat het kabinet daar geen overheidssubsidie voor lokale partijen tegenover stelt. Na de consultatie bleef een definitief wetsvoorstel uit. Ook nadat de Raad voor het Openbaar Bestuur nog in april 2016 schreef dat het onrechtvaardig is dat lokale afdelingen van partijen in tegenstelling tot lokale partijen wel kunnen profiteren van overheidssubsidie. Dat houdt namelijk een ongelijk speelveld in stand.  De ongelijkheid in overheidssteun kan een reden voor het kabinet zijn geweest om te wachten om het wetsvoorstel in te dienen, dat al dan niet bij amendement zou kunnen leiden tot uitbreiding van subsidie naar lokale partijen. Waarom politieke concurrenten in de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 al ondersteunen?

Op zich zijn er goede redenen voor de landelijke overheid om geen subsidie aan lokale partijen te verstrekken. Zoals de vorige minister van binnenlandse zaken Ronald Plasterk stelde, is het aan gemeenten en niet de landelijke overheid om subsidies aan lokale partijen te verlenen. Als hij consistent was geweest, had hij dan ook de regeling van transparantievereisten aan gemeenten moeten overlaten. Als financiering inderdaad bij gemeenten blijft, kan er ongelijkheid tussen gemeenten ontstaan op dat punt. Dat is echter lokale diversiteit die lokale partijen met hun oog voor lokale eigenheid zouden moeten toejuichen. Gemeentelijke financiering neemt overigens de ongelijkheid tussen lokale afdelingen van gesubsidieerde landelijke partijen enerzijds en lokale partijen anderzijds niet weg.

Een andere reden is om politieke partijen überhaupt geen subsidie te verlenen. Subsidie maakt partijen immers afhankelijk van de overheid. Daarmee zouden ze steeds meer die overheid naar de mond kunnen praten en zich nog minder richten op de maatschappij om steun te verwerven. Een kwart van lokale partijen achten overheidssubsidie daarom onwenselijk, zou blijkt uit een recent gepubliceerde enquête over de financiering van hun campagneactiviteiten, de belangrijkste kostenpost op lokaal niveau. De discussie over de vraag of er overheidssubsidie moet komen, is echter een gelopen race op landelijk niveau. Die subsidie vormt al een belangrijke inkomstenbron voor de zittende partijen.

De aanzwellende roep om de vergoeding van raadsleden vooral in kleine gemeenten te verhogen zou ook een reden kunnen zijn om af te zien van landelijke financiering van lokale partijen. Uit de aangehaalde enquête blijkt dat afdrachten van raadsleden veruit de grootste inkomstenbron van lokale partijen te zijn. Een verhoging van raadsvergoeding zou dus indirect aan partijen ten goede kunnen komen, ook al haalt dat de ongelijkheid tussen lokale afdelingen en lokale partijen niet weg.

Een volgende reden is dat ook zonder overheidssubsidie lokale partijen succesvol zijn geweest: ze bezetten nu ruim 30% van de gemeenteraadszetels. Dit punt dragen lokale partijen ook zelf aan in de bovengenoemde enquête. Een deel van lokale partijen stelt daarom dat ze wel zonder overheidssubsidie kunnen. Ze zouden dat ook acceptabel vinden als landelijke partijen niet langer gesubsidieerd zouden worden. En daar komt de belangrijkste reden naar voren om wél tot financiering van lokale partijen over te gaan: gelijkheid, een kernprincipe van de democratie. Nu landelijke partijen al subsidie krijgen, zouden lokale partijen daarvoor eveneens in aanmerking moeten komen. In veel debatten over overheidssubsidies geldt het creëren van een gelijk speelveld als kernargument. Overheidssteun kan voorkomen dat rijke partijen kunnen domineren, zeker nu de professionalisering van campagnes steeds meer geld eisen. Een daaraan verwante reden voor subsidiëring voor lokale partijen is het proberen te voorkomen dat partijen afhankelijk zouden kunnen worden van andere minder frisse financieringsbronnen zoals criminelen.

Er zijn dus zwaarwegende redenen voor de landelijke overheid om lokale partijen te steunen met subsidie. Als de nieuwe minister van binnenlandse zaken Kajsa Ollongren in de Tweede Kamer werk wil maken van de kabinetsbelofte om de lokale democratie te willen versterken, en zich gelijk in doortastendheid wil onderscheiden van haar voorganger, dan kan ze met de financiering van lokale partijen een vliegende start maken.

Filed Under: Lokale politiek Tagged With: gemeenten, lokale partijen, subsidie

Weerstand tegen vrijhandel en stemmen voor populistische partijen

door Willem de Koster, Jeroen van der Waal 20/11/2017 2 Reacties

Populistische partijen en politici zijn vaak sterk gekant tegen vrijhandel. Zo stelde Donald Trump tijdens de recente presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten ‘I am all for free trade, but it’s got to be fair. When Ford moves their massive plants to Mexico, we get nothing. I want them to stay in Michigan’ (bron). Hier in Nederland geeft de slogan ‘TTIP: HANDELSVERDRAG? WURGAKKOORD!’ aan dat de SP ook grote reserves heeft bij vrij economisch verkeer over landsgrenzen. En soortgelijke geluiden klinken bij links-populistische partijen als die Linke in Duitsland, en rechts-populistische partijen als Front National in Frankrijk, en de Partij voor de Vrijheid (PVV) in Nederland. Bijvoorbeeld als zij de instroom van ‘Poolse Loodgieters’ sinds de in 2006 ingevoerde ‘Bolkensteinrichtlijn’ hekelen.

Dat links- en rechts-populistische partijen weinig ophebben met vrijhandel is duidelijk, maar geldt dat ook voor de aanhang van dergelijke partijen? En als dat zo is: hoe verhoudt deze steun voor protectionisme zich tot bekende motieven om op deze partijen te stemmen? Weerspiegelt steun voor protectionisme simpelweg hun economische zorgen, afkeer van culturele diversiteit, of wantrouwen in de politiek? Of is het een apart stemmotief? Dit hebben wij onderzocht in een recent artikel, waarin we inzoomen op Nederland.

[Read more…] about Weerstand tegen vrijhandel en stemmen voor populistische partijen

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Populisme, protectionisme, PVV, SP, vrijhandel

Wat is Rutte III van plan met onze democratie?

door Kristof Jacobs 17/11/2017 0 Reacties

Deze week besprak de Tweede Kamer de begroting van de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken, Kajsa Ollongren. Een van de zaken in haar portefeuille is de architectuur van onze democratie. Het gaat dan bijvoorbeeld over mogelijkheden voor burgers om betrokken te worden bij de besluitvorming.

Ik berichtte eerder al over welke zaken de grote en kleine partijen van plan waren met de Nederlandse democratie. Wat is er van deze plannen in het regeerakkoord terug te vinden? Spoiler: vrij weinig. (Of dat goed of slecht is laat ik in het midden…)

Democratische vernieuwing in het regeerakkoord

Het regeerakkoord bevat inderdaad enkele paragrafen over democratische vernieuwing. De belangrijkste voorgenomen veranderingen staat op pagina 7 en 8.

  1. Er is een specifiek omschreven ‘commitment’ om de Wet Raadgevend Referendum in te trekken:

“Het raadgevend referendum is enige jaren geleden geïntroduceerd als opmaat naar een correctief bindend referendum. De politieke steun voor het correctief bindend referendum is sindsdien afgebrokkeld en is daarmee als beoogd einddoel voorlopig uit zicht. Het nationaal raadgevend referendum heeft als tussenstap niet gebracht wat ervan werd verwacht (…). De Wet raadgevend referendum wordt ingetrokken.”

  1. In ruil voor het afschaffen van het referendum zou D66 de (direct) gekozen burgemeester gekregen hebben. Er staat inderdaad een paragraaf in het regeerakkoord over het selecteren van de burgemeester, maar deze is vaag en vrijblijvend (enkel deconstitutionalisering, niet wat er in de plaats komt):

“De behandeling van het initiatiefvoorstel tot grondwetsherziening in tweede lezing inzake de deconstitutionalisering van de benoeming van de burgemeester en de Commissaris van de Koning wordt voortgezet.”

  1. Er staat een relatief vrijblijvende paragraaf in over het kiesstelsel (invoering regionale component) en de positie van de Eerste Kamer (in relatie tot de mogelijkheid voor rechters om wetten te toetsen op grondwettelijkheid). Het nieuwe kabinet wil, overigens terecht, de adviezen van de Staatscommissie afwachten:

“De Staatscommissie Parlementair stelsel adviseert over de toekomstbestendigheid van het parlementair stelsel. De Staatscommissie wordt ook gevraagd om advies uit te brengen over opties voor een wijziging van het kiesstelsel voor de Tweede Kamer, mede in het licht van de regionale functie van kiesstelsels in de omringende landen, en over het initiatiefvoorstel tot grondwetsherziening in tweede lezing inzake artikel 120 Grondwet, mede in relatie tot de positie van de Eerste Kamer.”

  1. Er staat een relatief specifieke paragraaf in over het zogenaamde uitdaagrecht (‘right to challenge’):

“Het kabinet biedt ruimte aan initiatieven van burgers en verenigingen in de samenleving. In overleg met gemeenten willen wij daarom via een Right to challenge-regeling burgers en lokale verenigingen de mogelijkheid geven om een alternatief voorstel in te dienen voor de uitvoering van collectieve voorzieningen in hun directe omgeving.”[1]

Welke partij heeft wat gekregen?

Van een aantal zaken in dit overzicht is de partijafkomst gemakkelijk te herkennen. Zo zijn CDA, VVD en ChristenUnie duidelijk tegen het referendum en ligt vooral D66 wakker van de huidige burgemeestersprocedure. De andere voorstellen zijn wat moeilijker toe te schrijven aan specifieke partijen. Daarom heb ik de partijprogramma’s er even bijgehaald en zocht ik uit welke partij wat wilde. Tabel 1 geeft een overzicht van de partijposities.

Over het algemeen kunnen we stellen dat het regeerakkoord, met uitzondering van het referendum, op het eerste gezicht weinig tegenstellingen overbrugt. Er kan niet over winnaars en verliezers gesproken worden. Bovendien zijn de burgemeester, het kiesstelsel en de positie van de Eerste Kamer nog teveel in de verkenningsfase om echt controversieel te zijn. Ik verwacht eerlijk gezegd dat deze onderwerpen niet veel verder gaan komen, maar goed, je weet het nooit.

Van alle voorstellen is het uitdaagrecht wellicht het meest verrassende: maar liefst drie van de vier regeringspartijen waren in hun verkiezingsprogramma expliciet voor de invoering ervan.

Uitdaagrecht?

Waar komt dit uitdaagrecht vandaan en wat betekent het in de praktijk? De omschrijving in het CDA-partijprogramma geeft op pagina 23 aardig weer wat het uitdaagrecht inhoudt:

“Wij (…) willen daarom dat burgers en ver­enigingen het recht krijgen om de uitvoering van een collectieve voorziening van de overheid over te nemen. Dit kan om van alles gaan: het onderhoud van een park in de wijk, het beheer van sportvelden door de club of de zorg voor ouderen. [Zo] krijgen burgers het recht om bij hun gemeente een alternatief voorstel op tafel te leggen.”

Het uitdaagrecht werd in Groot-Brittannië ingevoerd tijdens de eerste regering Cameron, en dit was wellicht de inspiratie van de regeringspartijen. Ook in Nederland wordt er lokaal mee geëxperimenteerd. Verwacht er niet teveel van. Het Britse voorbeeld was geen onverdeeld succes. Het stelt namelijk de verhouding tussen burger en bestuur op scherp: het design van het instrument is immers per definitie conflictueus (‘wij kunnen het beter!’).

Maar we moeten er ook niet hysterisch over doen. Zoals Travers (2015:235) concludeerde over het Britse right to challenge: “[t]he overall impact was (…) limited.”

Speeltje voor hoogopgeleide ouderen?

Dat is logisch. Bij onderzoekers die participatieve democratie analyseren gaan meteen een paar alarmbellen af: is dit niet gewoon een instrument extra voor burgers die sowieso al veel participeren (de zogenaamde participatie-elite)? Jazeker.

Ook deze vorm van participatiedemocratie zal waarschijnlijk lijden onder dezelfde problemen als andere vormen van dergelijke burgerparticipatie: het vergt veel energie en is daarom vooral nuttig voor mensen die (1) veel tijd en (2) veel kennis hebben van het lokale bestuur (je moet immers kunnen laten zien dat je het beter kan). Vooral hoogopgeleide ouderen dus.

Wellicht wel ingevoerd

Overigens, het punt dat je er niet teveel van moet verwachten is tegelijk ook meteen een reden waarom deze maatregel van de vijf voorstellen de grootste kans heeft om daadwerkelijk te worden doorgevoerd.

Zulke beperkte bestuurlijke vernieuwingen roepen namelijk weinig verzet op. Bovendien heeft de maatregel enkel nadelen voor het lokale bestuursniveau en is ze daarmee volkomen veilig voor nationale politici.

Wellicht kan het uitdaagrecht enkele leuke lokale initiatieven opleveren. Mogelijk kan het helpen bezuinigen op te vangen. Als dat de doelen zijn die je wil bereiken, vooral doen.

Maar: verwacht er geen mirakels van en verwacht vooral niet dat het een veronderstelde kloof tussen burger en politiek gaat dichten.   Daarvoor heb je de verkeerde doelgroep te pakken.

Conclusie: Bescheiden democratie-agenda

In de aanloop naar de Tweede Kamer-verkiezingen schreef ik over de plannen die de politieke partijen hadden wat betreft democratische vernieuwing. Van deze plannen zijn er weinig in het regeerakkoord terechtgekomen. Rutte III heeft al bij al een relatief bescheiden democratie-agenda die er vooral op gericht lijkt te zijn om de risico’s voor nationale politici te beperken. Natuurlijk is het afwachten wat de adviezen van de Staatscommissie zullen brengen, maar verwacht naast het afschaffen van het referendum geen al te grote wijzigingen van het staatsbestel.

 

Links naar de bronnen:

  • CDA (2017)
  • ChristenUnie (2017)
  • D66 (2017)
  • VVD (2017)
  • Regeerakkoord

Foto door Kennisland, License

[1] Er wordt ook gesproken over het recht op overname, maar daar heeft men het vooral over experimenten: “Daarnaast gaan we samen met enkele gemeenten experimenteren met een recht op overname, waarbij lokale verenigingen of buurtbewoners het eerste recht krijgen om maatschappelijke voorzieningen over te nemen en de bijbehorende functie voort te zetten. “

Filed Under: Democratie Tagged With: democratie, Politieke participatie, referendum

Wetten, wiskunde en werk in het Nederlandse onderwijs: meer economie dan burgerschap

door Herman van de Werfhorst, Anke Munniksma, Anne Bert Dijkstra 15/11/2017 1 Reactie

De zojuist verschenen International Civic and Citizenship Study (ICCS 2016) verzameld onder leerlingen in de tweede klas van het voortgezet onderwijs toont aan dat het treurig is gesteld met de burgerschapsvaardigheden van Nederlandse jongeren. De “PISA van de burgerlijke betrokkenheid” laat zien dat verschillende burgerschapscompetenties een stuk minder goed ontwikkeld zijn dan onder jongeren in vergelijkbare landen zoals Zweden, Noorwegen, Denemarken, Finland en België (Vlaanderen). Kennis over bijvoorbeeld politiek en de Grondwet is beperkter, vertrouwen in maatschappelijke instituties lager. Scholieren maken zich minder zorgen om klimaatverandering, zijn minder bereid om politiek actief te zijn, en steunen gelijke rechten voor etnische minderheden in mindere mate dan elders. Bovendien zijn de verschillen in burgerschap tussen leerlingen in Nederland ook groot, met name tussen leerlingen uit verschillende sociale milieus en van verschillende scholen.

Allemaal potentiële bronnen van conflict. Maar we staan erbij en kijken er naar. Dit probleem komt echter niet vanzelf goed.

[Read more…] about Wetten, wiskunde en werk in het Nederlandse onderwijs: meer economie dan burgerschap

Filed Under: Democratie Tagged With: burgerschap, burgerschapsvorming, iccs, onderwijs, onderwijssociologie

De strijd tegen het “verkeerde populisme”

door Joost van Spanje 14/11/2017 6 Reacties

“De strijd tegen het verkeerde populisme.” Zo betitelde premier Mark Rutte een aantal verkiezingen in Europese landen dit jaar. Diverse strategieën werden ingezet. Onderzoek toont aan dat één ervan ‘werkt’: tegelijkertijd isoleren en imiteren. De strategie die Rutte toepaste.   [Read more…] about De strijd tegen het “verkeerde populisme”

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: partijstrategie, Populisme, radicaal-rechts

  • « Go to Previous Page
  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to page 3
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Hybride kiesstelsels, steeds schevere verkiezingsuitslagen

Dé zzp-stem bestaat niet

Mediaberichtgeving en de zwevende kiezer

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in