• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Archives for september 2019

Het CNV en populisme: masochisme of terechte zelf-kritiek?

door Kristof Jacobs 30/09/2019 0 Reacties

De Christelijke vakbond CNV heeft een nieuwe voorzitter: Piet Fortuin. En deze liet al meteen van zich horen. In een opvallend ‘mea culpa’ in Trouw “rekent vakcentrale CNV zich de opkomst van het populisme aan.” Het CNV zou teveel zijn meegegaan in de flexibilisering van de arbeidsmarkt. De oplossing die Fortuin suggereert, is tweevoudig: (1) de vakbeweging moet het speelveld voor flex en vast (2) meer gelijk maken en moet meer de woonkamers in om te luisteren.

Maar is dit wel kansrijk? 

It’s the economy, stupid?
In het interview in Trouw maakt Fortuin de volgende analyse: mensen zouden het politieke midden verlaten omdat ze ontevreden zijn over hun loon en werkomstandigheden. Vooral de doorgeschoten flexibilisering zou een rol spelen, waardoor economische groei zich niet meer vertaalt in hogere lonen. Het is een klassiek argument: mensen stemmen op populistische partijen omdat het economisch slecht met ze gaat.

Het klinkt plausibel. Alleen blijkt het nauwelijks uit onderzoek.
Het politicologisch onderzoek over dit onderwerp geeft aan dat het in de praktijk wellicht net wat genuanceerder ligt, zoals we hier op Stukroodvlees al vaker hebben besproken.

Ook -en zelfs vooral- in tijden van economische voorspoed doen populistisch radicaal rechtse partijen het goed en je in een precaire economische situatie bevinden is eerder een predictor van niet-stemmen dan van stemmen voor populistische partijen. Status anxiety (de angst om te verliezen wat je hebt) speelt bovendien ook een rol. 

Een moeilijke boodschap
Dat laatste doet ertoe. Als het CNV het speelveld gelijk wil trekken, dan kan dat haast niet anders dan koste gaan van ‘de insiders’ die een vaste baan hebben. Something’s got to give. En dat versterkt de status anxiety. Er kunnen dus allerlei legitieme redenen zijn om de kloof tussen vast en flex kleiner te maken, alleen het je een probleem als je dit wil doen om de voedingsbodem voor populisme te verkleinen. De boodschap die je moet verkondigen aan de mensen met een vast contract is namelijk dat zij erop achteruit gaan. 

Wat de ZZP’er betreft, heeft Fortuin ook geen aangename boodschap die dat zou kunnen compenseren: de zelfstandigenaftrek moet verder worden verminderd. Kortom, ook voor deze groep is de boodschap: u gaat er op achteruit. Nogmaals, voor deze standpunten kunnen legitieme en overtuigende redenen zijn. De populistische voedingsbodem reduceren is daar echter geen van. Integendeel.

Populisme en het gevoel dat er niet naar je wordt geluisterd (op de werkvloer)
Dat brengt ons meteen bij het tweede punt: ‘de woonkamers intrekken’ om de dialoog aan te gaan en het gevoel dat er niet geluisterd wordt, aan te pakken. Deze strategie zou wel positief kunnen uitvallen als men de populistische voedingsbodem wil verminderen. De kanttekening die hierbij moet worden gemaakt, is dat de relatie tussen het gevoel dat er op de werkvloer naar je wordt geluisterd en populisme nauwelijks is onderzocht. 

Recent verscheen er echter een interessante studie van Antonia Stanojevic, Agnes Akkerman en Katerina Manevska over de relatie tussen ‘voice suppression’ op de werkvloer (i.e. je geeft aan dat je ergens ontevreden over bent, maar je baas negeert of straft je daarvoor) en populisme. Hun belangrijkste bevinding: voice suppression vergroot de kans op een wereldbeeld dat de werkvloer bestaat uit ‘good workers’ en ‘crooked bosses’ en dat vergroot dan weer de voedingsbodem voor populisme. 

Hoewel de studie niet expliciet ingaat op de rol van de vakbeweging, is het makkelijk hierin een rol te zien voor de vakbeweging en daarmee ‘voice suppression’ te reduceren. Een recente campagne van het CNV om MBO-leerlingen weerbaarder te maken en ze instrumenten te geven om om te gaan met conflicten op werk (zoals die met werkgevers), richt zich specifiek op dit thema en is vanuit dit perspectief veelbelovend. 

Conclusie: masochisme en toch ook weer niet
Er kunnen allerlei legitieme redenen zijn om de kloof tussen flex en vast te dichten. Maar als je populisme reduceren als toetssteen ziet voor je succes, dan is de beste omschrijving toch: you’re setting yourself up for failure’.

Het tweede element, de ‘woonkamers ingaan’, kan daarentegen wel het gevoel versterken dat er naar werknemers wordt geluisterd. Het onderzoek van Stanojevic en collega’s suggereert dat de voedingsbodem voor populisme kan verminderen als door dergelijke gesprekken de grieven van de werknemers serieus worden genomen en leiden tot minder ‘voice suppression’ door de werkgever. 

Foto, door SP foto’s, license.

Met dank aan Alex Lehr voor zijn reflectie op het stuk en de leuke gesprekken die we in de wandelgangen over dit onderwerp hadden. De verantwoordelijkheid voor de argumentatie-lijn in dit blog is uiteraard geheel de mijne. 

Filed Under: Uncategorized

Stuk Rood Vlees Podcast, aflevering 41 – het Nederlandse kiesstelsel doorgelicht, met Rudy Andeweg en Tom Louwerse

door Armen Hakhverdian 26/09/2019 10 Reacties

Afgelopen jaar verscheen het eindverslag van de Staatscommissie Parlementair Stelsel waarin een groot aantal aanbevelingen werden gedaan om de Nederlandse democratie toekomstbestendig te maken. Het kabinet heeft in een reactie laten weten de aanbevelingen rondom het kiesstelsel grotendeels over te nemen. De hoogste tijd dus om een aantal voorgestelde alternatieven door te lichten en dat doe ik samen met Rudy Andeweg, emeritus hoogleraar in de politicologie, en Tom Louwerse (@TomLouwerse), universitair hoofddocent in de politicologie, beiden verbonden aan de Universiteit Leiden.

De eerste helft van de podcast gaat over het kiesstelsel, de tweede helft (vanaf 38:30) over de relatie tussen regering en oppositie die de afgelopen week tijdens de Algemene Beschouwingen zo heerlijk constructief leek.

Achtergronden bij deze aflevering:

  • Het eindrapport van de Staatscommissie Parlementair Stelsel en de reactie van het kabinet.
  • Voeren populisten een ander soort parlementaire oppositie?
  • Stuk Rood Vlees Podcast, aflevering 13: De Staatscommissie Parlementair Stelsel beantwoordt uw vragen.

Download de podcast via iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Muziek: ‘Pollution‘ by Dexter Britain (CC BY-NC-SA 3.0)



Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Politieke partijen Tagged With: kiesstelsel, oppositie, partijkartel, stuk rood vlees podcast

Stuk Rood Vlees Podcast, episode 40 – Immigration and elections, with Maria Sobolewska and Sergi Pardos

door Armen Hakhverdian 20/09/2019 0 Reacties

For this migration-centered episode I’m joined by Maria Sobolewska, Professor of Political Science at the University of Manchester, and Sergi Pardos, Professor of Comparative Politics at the University of Glasgow.

Maria tells us about her ongoing research on the voting behavior and political representation of ethnic minorities. Then, Sergi explains why labor market competition might lead to anti-immigration sentiment but in rather unexpected ways (from 43:00 onwards).

You can follow Maria and Sergi on Twitter: @smthgsmthg and @SergiPardos.

Find us on iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Music: ‘Pollution‘ by Dexter Britain (CC BY-NC-SA 3.0)

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: arbeidsmarkt, brexit, discriminatie, Immigratie, stuk rood vlees podcast

De verkiezingswijze van de Eerste Kamer is het probleem niet

door Tom van der Meer 17/09/2019 0 Reacties

Dit jaar is de discussie over de verkiezingswijze van de Eerste Kamer weer opgelaaid. Nu wordt die Eerste Kamer indirect maar integraal verkozen: de Provinciale Staten stemmen enkele maanden na de Provinciale Statenverkiezingen over de samenstelling van de Eerste Kamer voor de volgende vier jaren. Indirect zijn die verkiezingen altijd al geweest. Maar voor 1983 werd de senaat elke drie jaar voor slechts de helft ververst.

Beide elementen – de indirecte verkiezing en de integrale verkiezing – staan opeens weer ter discussie. Ten onrechte. Of, nu ja, de problemen die de critici (waaronder nota bene de huidige regering) identificeren los je niet op met een aanpassing van het kiesstelsel. De critici willen via het kiesstelsel de verhoudingen tussen Eerste en Tweede Kamer verbeteren.

Krachtige hefboom maar niet heel precies

Dat is best merkwaardig. Het kiesstelsel is immers een krachtige hefboom voor institutionele en gedragsmatige veranderingen, maar vaak niet heel erg precies. Zeker als de aanpassingen aan het kiesstelsel niet tot doel hebben om het stemproces zelf te verbeteren, is mijn advies al snel: Niet doen.

Waarom een Eerste Kamer?

Dat we in Nederland een Eerste Kamer kennen is in zekere zin een voor-democratische erfenis. De Eerste Kamer was in 1815 ingesteld als ‘dierentuin van de koning’: De leden van adellijke afkomst zouden hier, benoemd door de Koning, hun plek krijgen. Het voortbestaan van de Eerste Kamer werd bij de grote grondwetswijzigingen keer op keer bekritiseerd – in 1839, in 1848, in 1917. Thorbecke noemde de Eerste Kamer zelfs een instituut zonder grond en doel. Om zich hiertegen te verweren, ging de Eerste Kamer zich profileren als een parlementaire second opinion, ‘niet in het stichten van het goede, maar in het voorkomen van het kwade’. De senaat zou zichzelf niet afschaffen; Nederland behield een tweekamerstelsel.

Een tweekamerstelsel is niet uniek in de wereld. De vraag is vooral hoe de twee deelparlementen zich tot elkaar verhouden. In sommige landen bestaat de senaat vooral als vertegenwoordiging van een andere macht, bovenal die van deelstaten. We zien dit vaak voorkomen in federale landen als de Verenigde Staten en Duitsland. Er zijn ook landen waar de twee deelparlementen een gelijke macht hebben, hoewel de verkiezingswijze verschilt zoals in Italië. En in weer andere landen stelt de senaat zich op als tegenmacht, reflectiekamer, antichambre. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de opstelling van de Eerste Kamer in Nederland of van de House of Lords in het Verenigd Koninkrijk. De Eerste Kamer is politiek, maar terughoudend in het gebruik van haar veto-recht.

Rechtstreekse verkiezing?

Een rechtstreekse verkiezing van het parlement volgt uit geen van de drie rollen van de senaat. Een rechtstreekse verkiezing past niet bij regionale vertegenwoordiging, behalve als we het evenredigheidsprincipe loslaten (om geheel andere redenen een slecht idee). Een rechtstreekse verkiezing is zinloos als de beide deelparlementen dezelfde machten zouden hebben. Immers, dan worden ze niet alleen in macht maar ook in mandaat inwisselbaar, en kunnen we ze beter samenvoegen.

Een rechtstreekse verkiezing past evenmin bij een senaat die zich opstelt als reflectieve tegenmacht: dan zou de Eerste Kamer immers gemiddeld genomen de helft van de tijd een recenter maar even direct mandaat als de Eerste Kamer. Dat zou een deel van de regeerperiode het politieke primaat naar de Eerste Kamer doen verschuiven.

Toch hebben uiteenlopende critici hiervoor gepleit. Dit voorjaar schreef columnist Hans Goslinga (Trouw): “Over ons stelsel in grote lijnen niets dan goeds, maar die indirecte verkiezingen zijn een anomalie, die politici tot onwaarachtigheid verleidt en getuige de geringe opkomst burgers afstoot.”

Op Twitter roerde journalist en duider Ferry Mingelen zich: “Handjeklap om restzetels Eerste Kamer extra reden de getrapte verkiezing via PS te vervangen door directe verkiezing. Hoog tijd! Advies Staatscommissie Cals-Donner uit 1971!”

En dit weekend pleitte hoogleraar Parlementaire Geschiedenis Bert van de Braak eveneens voor een rechtstreekse verkiezing van de Eerste Kamer, schijnbaar om de verhoudingen met de Tweede Kamer te verbeteren.

Maar gaat dit werken?

Een directe verkiezing van de Eerste Kamer zal de legitimiteit van dat parlement vergroten en het mandaat versterken. Dat zal de strubbelingen tussen de Eerste en de Tweede Kamer alleen maar vergroten, die dan immers allebei kunnen bogen op een directe verkiezing. Aangezien de Nederlandse verkiezingsuitslagen grote schommelingen kennen – denk alleen al aan de plotse opkomst en neergang van de LPF (2002), ToN (2008), en vooralsnog minder heftig FvD (2019), en aan de mate waarin regeringspartijen verlies lijden bij tussentijdse verkiezingen – zal dit het functioneren van het tweekamerstelsel niet snel ten goede komen.

Wie kiest voor een direct verkozen EK, kiest voor een fundamenteel ander parlementair stelsel.

Het systeem voor 1983: indirect en gespreid?

Ook de regering kwam vlak voor het zomerreces met een plan voor de verkiezing van de Eerste Kamer. Dat plan week af van het advies van de Staatscommissie Parlementair Stelsel waarop het reageerde. De regering wil een gespreide verkiezing van de Eerste Kamer, zoals gebruikelijk was tot 1983: Indirect (door de Provinciale Staten) en gespreid (elke drie jaar de helft van de zetels).

Dit voorstel heeft opvallend weinig aandacht gekregen. Wat zal het nu concreet tot gevolg hebben?

In zekere zin zal de opzet van de regering slagen: De Eerste Kamer zal in dit systeem (gemiddeld) geen recenter indirect mandaat hebben dan de Tweede Kamer. Althans, wanneer de vierjaarlijkse Provinciale Statenverkiezingen ofwel 1 ofwel 3 jaar na de Tweede Kamerverkiezingen plaatsvinden. Als de twee typen verkiezingen elkaar structureel om de twee jaar afwisselen, gaat het 17% van de tijd voorkomen dat de Eerste Kamer ook in dit systeem een gelijktijdig mandaat heeft als de Tweede Kamer. Dat is in Nederland echter niet gebruikelijk. Formeel zal de Eerste Kamer in dit systeem van voor 1983 dus geen recenter juridisch mandaat hebben. Of dat zal uitmaken voor het politiek ervaren mandaat, is overigens een open vraag. Zeker bij grote electorale volatiliteit, hoeft de juridische realiteit niet noodzakelijk ook politiek zo ervaren te worden.

Problematischer is dat de politieke samenstelling van de Eerste Kamer soms erg verouderd kan zijn. Die gedempte en vertraagde veranderingen van de Eerste Kamer hebben immers een prijs. En die is bepaald niet onbetekenend. Elke twaalf jaar zal de Eerste Kamer de politieke verhoudingen van 6 tot 7 jaar geleden weerspiegelen. En in nog eens drie van die twaalf jaren zal de Eerste Kamer zijn samengesteld volgens de politieke verhoudingen van 5 tot 6 jaar terug. Dus een derde van de tijd kent de Eerste Kamer een flink verouderde partijpolitieke samenstelling.

De hoop van de regering is dat de Eerste Kamer dan nog terughoudender zal worden dan deze nu al is. Dat lijkt me wensdenken. Zeker met het oog op de Wetten van Noten die onder andere stellen dat partijen in de Eerste Kamer zelden anders stemmen dan hun partijgenoten in de Tweede, en dat oppositiepartijen dat al helemaal niet doen als ze daardoor de regeringspartijen aan een meerderheid zouden helpen.

Wat is dan het gevolg? Waarschijnlijk zal de samenstelling van de Eerste Kamer een kwart van de tijd nog veel verder uit de pas lopen met die van de Tweede Kamer. Een grote FvD in de Provinciale Staten kan – onder de juiste constellatie van verkiezingen – met een vertraging van enkele jaren de politieke verhoudingen in Den Haag over 5 tot 7 jaar beïnvloeden. Eerder zou dit bijvoorbeeld gelden voor de PVV (piekte eind 2015), de SP (piekte in 2012), Trots op Nederland (piekte in 2008), de PvdA (piekte in het voorjaar van 2006), en de Lijst Pim Fortuyn (piekte in 2002). Zulke korte oplevingen van politieke partijen kunnen dan tot maar liefst 7 jaar later belangrijke gevolgen hebben voor de politieke machtsverhoudingen in Den Haag.

Omdat de Eerste Kamer een inherent politiek orgaan is, is het bepaald niet evident dat de Eerste Kamer zich nog terughoudender zal opstellen. Maar de kans wordt aanzienlijk groter dat de partijpolitieke samenstelling van de Eerste Kamer uit de pas loopt met die van de Tweede Kamer. Het gevolg kan dan zijn dat er nog bredere coalities gevormd moeten worden (of nog bredere deelakkoorden gesloten) om steun in beide deelparlementen te kunnen garanderen.

Het kiesstelsel is in dat licht simpelweg een bot middel om problemen met parlementaire verhoudingen aan te pakken.

Ook de hoop dat Provinciale Statenverkiezingen hierdoor minder gedomineerd gaan worden door de nationale politiek valt te betwijfelen. Enerzijds werden deze verkiezingen ook voor 1983 wel ingezet als tussentijdse evaluatie van de regering; anderzijds zien we ook bij bijvoorbeeld Gemeenteraadsverkiezingen en zelfs de verkiezingen voor het Europees Parlement in de campagne een dominantie van de nationale politiek. Hiervoor lijken gedrag en cultuur van nationale politieke partijen, en een gebrek aan zichtbaar waardengedreven provinciale politiek bepalender.

Wat dan wel?

Wie de verhoudingen tussen de Eerste en de Tweede Kamer wil aanpakken zonder de Eerste Kamer af te schaffen, kan dit beter niet doen via de verkiezingswijze van de Eerste Kamer, maar doen via het instrumentarium en de communicatiekanalen van de beide kamers. Er zijn verschillende wijzen denkbaar hoe eventuele conflicten tussen de twee deelparlementen geregeld kunnen worden. Het door de Staatscommissie Parlementair Stelsel aangeraden terugzendrecht voor de Eerste Kamer (dat ingezet wordt in ruil voor het veto-recht op dat specifieke wetsvoorstel) zou bij goed gebruik een preciezer en effectiever middel kunnen zijn.

Afbeelding: Bron

Filed Under: Democratie

Stuk Rood Vlees Podcast, episode 39 – Brexit Therapy Live! with Rob Ford

door Armen Hakhverdian 16/09/2019 0 Reacties

While at the EPOP 2019 conference in Glasgow, I got together with Rob Ford (University of Manchester) to get an update on Brexit and to talk about his new book ‘Sex, Lies and Politics‘ (co-edited with Philip Cowley).

You can follow Rob on Twitter: @RobFordMancs.

Find us on iTunes | Spotify | Stitcher | Soundcloud | RSS

Music: ‘Pollution‘ by Dexter Britain (CC BY-NC-SA 3.0)

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: brexit, deliberatieve democratie, stuk rood vlees podcast

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Wat zijn vuistregels en gebruiken politici ze, net als iedereen?

Lokale partijen: de grootste politieke familie. Ook weer in 2022?

Episode 82 – A return to Brexitland, with Rob Ford

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in