Voorlopig hebben 41 partijen zich gemeld bij de Kiesraad met de bedoeling om deel te nemen aan de Tweede Kamerverkiezingen volgende maand. De Kiesraad moet nog bepalen of al die partijen ook daadwerkelijk aan de voorwaarden hebben voldaan – wat niet in alle gevallen evident is. Maar direct komt weer de roep op tot een hogere kiesdrempel. Want 41 partijen, dat kan toch niet de bedoeling zijn?
Duizenddingendoekje met een nieuw doel
De kiesdrempel is het duizenddingendoekje van het Nederlandse politieke debat. Volgens de voorstanders zou het onder andere leiden tot stabiele coalities, hoger vertrouwen, minder populisme, herwaardering van de gevestigde partijen, en minder afsplitsingen in het parlement. Die argumenten hebben we op StukRoodVlees wel vaker ontkracht. Eerder zal een hogere kiesdrempel het vertrouwen doen dalen, en een prikkel geven tegen coalitiebereidheid onder de kleine partijtjes die de afgelopen jaren meermalen regeringen hebben gestut.
Maar nu is er een nieuwe reden om de kiesdrempel te verhogen. Die vermaledijde 41 partijen die mee willen doen aan de verkiezingen!
Het is een beetje een kronkel. Een kiesdrempel fungeert als correctie op de uitgebrachte stemmen: onder een bepaald percentage uitgebrachte stemmen, krijgen partijen geen zetel. Maar daarmee kan de kiesdrempel natuurlijk niet direct voorkomen dat nieuwe partijen een poging wagen om stemmen te vergaren. Blijkbaar wordt er een dusdanig grote prikkel toegeschreven aan de kiesdrempel, zodat een iets hogere nieuwe partijen zou ontmoedigen om zich in te schrijven. Dat dit ook splinterpartijen schaadt die al herhaaldelijk met succes verkozen zijn (van SGP tot CU tot PvdD tot 50+) is in die argumentatie van secundair belang.
Fragmentatie, niet versplintering
Het gekke is: de belangrijkste kiesdrempel vormt het Nederlandse electoraat zelf. Van de 28 partijen die uiteindelijk in 2017 deelnamen, zijn er 13 verkozen. En alle 13 hadden 2 zetels of meer te pakken. Voor de laatste partij die precies 1 zetel behaalde, moeten we terug naar 1994 (Unie 55+). Sowieso zit er al decennia geen stijgende lijn in het aantal splinterpartijen (zeg: minder dan 5 zetels in de Tweede Kamer). Dat is ook logisch: De fragmentatie van de Nederlandse politiek komt niet door de splinters, maar doordat er geen grote partijen meer zijn.
Geen kiesdrempel maar draagvlakdrempel
Maar goed, stel je voor dat je inderdaad het aantal partijen dat zich inschrijft wilt ontmoedigen. Daar valt wat voor te zeggen: Wie wil deelnemen aan verkiezingen, en het Nederlandse electoraat vraagt om een oordeel te vellen, moet daarvoor wel kunnen getuigen van voldoende draagvlak. De voornaamste drempels (waarborgsom, handtekeningen) dateren al van lang geleden, en zijn niet meegegroeid met de tijd.
Dat is waarom de Staatscommissie Parlementair Stelsel in 2017 voorstelde de waarborgsom te verhogen naar 36.000 (equivalent aan de waarborgsom toen die oorspronkelijk was ingesteld), en het aantal ondersteuningsverklaringen van 30 naar 60 per kieskring.
Die draagvlak-vereisten doen wat ze beogen: drempels toebrengen aan het aantal en type partijen dat zich inschrijft. Het is een oplossing aan de voorkant van het systeem.
Een hogere kiesdrempel is hoogstens een halfbakken lapmiddel aan de achterkant. Eén die bovendien niet het wezen van de Nederlandse politieke fragmentatie ondervangt.
De kernvraag is:
hoeveel politieke partijen is minimaal en maximaal effectief in een klein land als Nederland, wetende dat wij enerzijds een volk zijn met verschillende denkrichtingen, die als ze een zekere omvang vertegenwoordigen, daadwerkelijk een positieve bijdrage kunnen leveren aan ons politiek debat en- besluitvorming.
En anderzijds waarbij een partij ook door een bepaalde omvang, een organisatie moet kunnen hebben die veel en snel informatie en beleidsvoorstellen moet kunnen verwerken op verantwoorde wijze.
In een tijd en maatschappij die snel verandert en waarin grote vraagstukken dringend op een antwoord wachten.
Met het afnemen van het vertrouwen in de grote partijen is het logisch dat er alternatieven opstaan. De roep om een kiesdrempel is vaak het gevolg van afnemend draagvlak onder gevestigde partijen, die nieuwkomers maar hinderlijk vinden. Het argument is vaak ‘onbestuurbaarheid’, maar dat is vreemd, want we hebben een uitstekend resolutiemechanisme om tot besluiten te komen: stemmen!
Wat de gevestigde partijen m.i. bedoelen met ‘onbestuurbaarheid’ is eigenlijk onbeheersbaarheid, door henzelf; fractiediscipline en politieke (coalitie-)afspraken worden bedreigd als er meer partijen komen die anders stemmen dan de gevestigde orde.
In feite is een kiesdrempel niet meer dan het uitsluiten van opkomende democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, waardoor de democratie verder zal worden ondermijnd.