Op zaterdag kondigde Jan Nagel aan dat zijn partij, 50PLUS, met de Partij voor de Dieren een lijstverbinding aan wilde gaan bij de komende Kamerverkiezingen. De reden daarvoor was dat de partijen over veel dingen hetzelfde denken. Volgens Jan Nagel stemmen de partijen vaak hetzelfde en steunen ze elkaars moties, zowel in de Eerste als Tweede Kamer vaak (pdf). Twee vragen: is dat zo en maakt het uit?
Steunen PvdD en 50PLUS elkaar vaak in de Tweede Kamer?
Allereerst kijken we naar gezamenlijk stemgedrag van de partijen: hoe vaak stemmen de partijen hetzelfde in de Tweede Kamer? We kijken hier naar de periode tussen september 2012 en juni 2016. In onderstaande figuur staat het percentage van de stemmingen waarin partijen hetzelfde stemden. Dat kan gaan om moties, amendementen of wetten. We zien inderdaad dat 50PLUS en Partij voor de Dieren behoorlijk vaak hetzelfde stemmen: 72% van de stemmingen. Maar 50PLUS en GroenLinks stemmen 73% hetzelfde, en 50PLUS en de SP 72%. Ofwel: er zijn meerdere partijen waarmee 50PLUS een sterk gelijkend stemgedrag vertoond in de Kamer. En de Partij voor de Dieren stemt zelfs nog aanzienlijk vaker hetzelfde als SP en GroenLinks, waardoor een combinatie van die drie linkse partijen meer voor de hand ligt dan een alliantie met 50PLUS.
Als we kijken naar het aantal gesteunde moties, zien we dat patroon nog sterker terug. In de gegevens die ik ontleend heb aan de Handelingen en Kamerstukken vind ik 378 moties terug die 50PLUS steunde; dit zijn moties die daadwerkelijk in stemming zijn gekomen. Onder 26 van die moties stond ook de handtekening van de Partij voor de Dieren. De SP (113x), GroenLinks (109x) en D66 (103x) tekenden veel vaker dezelfde moties als 50PLUS. Zelfs PvdA (46x) en PVV (49x) ondersteunden dezelfde moties als 50PLUS vaker. Sterker nog: van de 217 moties die 50PLUS als eerste indiener steunde, is geen enkele medeondertekend door de Partij voor de Dieren (althans in mijn gegevens, misschien kunt u er hier één handmatig terugvinden). Van de 434 moties met de PvdD als hoofdindiener, medeondertekende 50PLUS er welgeteld 3.
Steun elkaars moties
Waarschijnlijk doelde Nagel dus op iets anders, namelijk het in de stemmingen steunen van elkaars moties. Hierbij blijkt dat de Partij voor de Dieren ongeveer 74% van de moties met een hoofdindiener van 50PLUS steunde. Opnieuw zien we echter ook groter overeenkomst met de SP, die 75% hetzelfde, en ook Denk steunde 50PLUS moties 75% van de tijd.
Omgekeerd steunde 50PLUS ongeveer 61% van de moties met de Partij voor de Dieren als hoofdindiener. Andere partijen steunden de dierenpartij veel vaker: GroenLinks (94%) en SP (83%). 50PLUS komt hier als derde een behoorlijk eind achteraan.
Alles samen nemend, zien we dat 50PLUS en de Partij voor de Dieren regelmatig hetzelfde stemmen, maar dat er niet vaak samen is gewerkt bij het indienen van moties. Bovendien is de overlap met de SP hetzelfde of groter voor beide partijen. De Partij voor de Dieren blijkt vaker voor 50PLUS-moties te stemmen, dan andersom. Vanuit het perspectief van 50PLUS is de keuze voor een lijstverbinding met de PvdD daarom misschien logischer dan vanuit het perspectief met de Partij voor de Dieren.
Maakt een lijstverbinding uit voor de uitslag?
Dan is natuurlijk de vraag of het uit zal maken. Lijstverbindingen verhogen inderdaad te kans op het binnenhalen van een restzetel. Dat komt omdat in het Nederlandse kiesstelsel de Methode D’Hondt wordt gebruikt voor het verdelen van de (rest)zetels. Die is relatief gunstig voor grotere partijen. Als je je stemmen bij elkaar mag optellen en dus in de zetelverdeling als grotere lijstcombinatie meedoet, vergroot je daarmee de kans op een restzetel.
En bij de vorige verkiezingen had het daadwerkelijk uitgemaakt. Er deden in 2012 al twee lijstverbindingen mee: SP, PvdA en GroenLinks en CU/SGP. Voor GroenLinks betekende dit dat nipt een vierde zetel werd binnengehaald. Maar als 50PLUS en Partij voor de Dieren ook een lijstverbinding hadden gevormd, zou die restzetel door hen zijn binnengehaald en uiteindelijk zijn toegewezen aan de Partij voor de Dieren. Dat maakt dit arrangement wellicht extra aantrekkelijk voor de partij van Marianne Thieme.
Technische toelichting
Bovenstaande analyse van het stemgedrag over moties, amendementen, wetten en (bij uitzondering) andere voorstellen is gebaseerd op de periode vanaf de installatie van de Tweede Kamer tot en met 16 juni 2013 (de laatste dag waarvoor ik de data beschikbaar had). Het stemgedrag is ontleend aan de Handelingen, zoals gepubliceerd op Officiële Bekendmakingen. Omdat de daarin woordelijk weergegeven stemmingsuitslagen automatisch worden omgezet naar een tabel, kunnen er kleine foutjes optreden, die het algemene beeld waarschijnlijk nauwelijks zullen verstoren.
Jesss zegt
Missend puntje: een lijstverbinding met een kleinere partij kan ook ongunstig zijn (voor je eigen zetelaantal). Daarmee is de PvdD niet de ideale kandidaat voor GroenLinks of de SP, en past deze lijstverbinding tussen twee ongeveer even grote partijen beter.