Politicologen hebben vaak genoeg aangetoond dat kiezers van radicaal linkse en rechtse populistische partijen bewuste keuzes maken: ze stemmen grotendeels op deze partijen omdat ze het eens zijn met de standpunten die deze verkondigen. Toch worden kiezers van populistische partijen vaak afgeschilderd als slecht geïnformeerd en vatbaar voor bezwerende doch misleidende woorden van een charismatisch leider. Dit heeft niet in de laatste plaats te maken met een wijdverbreide negatieve interpretatie van het concept ‘populisme’. Populisme wordt regelmatig in verband gebracht met politiek opportunisme (‘zeggen wat de mensen willen horen’), naïviteit (‘simpele oplossingen voor complexe problemen’) en demagogie (‘inspelen op de onderbuik’), of verward met aangrenzende maar fundamenteel verschillende concepten zoals xenofobie of nationalisme.
In hoeverre klopt de stereotypering van populistische kiezers als politiek onnozel of misleid, als er al iets van waar is? In de hedendaagse context van ‘fake news’ is deze vraag wellicht relevanter dan ooit. Zijn kiezers van populistische partijen bovengemiddeld vatbaar voor misleidende informatie die door politici en (sociale) media wordt verspreid? In ons recent gepubliceerde onderzoek geven we een eerste antwoord op deze vragen.
Politieke ‘informatie’ en ‘misinformatie’
We gingen uit van een academisch gangbare definitie van populisme als een reeks ideeën die samen een moreel onderscheid maken tussen de ‘corrupte’ elite en de ‘deugdzame’ burgers. Populistische partijen zijn dan, kort gezegd, partijen die de (politieke) elite beschuldigen van machtsmisbruik en het al dan niet bewust negeren van de wensen van ‘gewone’ burgers. Ze zijn zelfbenoemde voorvechters van de zogenaamde ‘volkssoevereiniteit’.
We gebruikten een bestaand internationaal enquête-onderzoek met data uit negen Europese landen (Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Polen, Spanje, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland) en maakten een onderscheid tussen respondenten die aangaven bij eerstvolgende verkiezingen op een populistische partij (links of rechts) te willen stemmen, degenen die verkondigden op een niet-populistische partij te gaan stemmen en personen die geen intentie hadden een stem uit te brengen.
Ons voornaamste doel was om te onderzoeken of er een verband bestaat tussen stemgedrag (populistische keuze / niet-populistische keuze / thuisblijven) en politieke kennis (‘informatie’), maar ook politieke ‘misinformatie’. Kennis is tenslotte niet alleen een kwestie van iets al dan niet weten, ook de juistheid van informatie speelt een rol.
Met dit in het achterhoofd bepaalden we de politieke kennis van individuen aan de hand van drie meerkeuzevragen die in de enquête waren opgenomen. Respondenten werd gevraagd een EU-politicus te herkennen, een antwoord te geven op de vraag wat ‘begrotingstekort’ betekent en te benoemen wie het renteniveau in hun land bepaalt. Personen die goede antwoorden gaven kregen een hoge score op de variabele ‘politieke informatie’; degenen die foute antwoorden gaven of bekenden het antwoord niet te weten scoorden laag. We hadden echter ook een tweede indicator nodig om de juistheid van politieke kennis te meten. We stelden daarom ook een variabele ‘politieke misinformatie’ samen: personen die goede antwoorden gaven of bekenden antwoorden niet te weten kregen een lage score, terwijl respondenten die foute antwoorden gaven een hoge score kregen.
Figuur 1: Multinomiale Logistische regressiecoefficiënten (Bron: Van Kessel et al. 2020: 13).
Aanhangers populisten niet slechter geïnformeerd
Wat bleek toen wij de mate van (correcte) informatie in verband brachten met gepland stemgedrag? Aanhangers van populistische partijen zijn, over het geheel genomen, niet aantoonbaar slechter geïnformeerd dan aanhangers van andere partijen. Er is alleen een duidelijk verschil tussen stemmers en niet-stemmers: de laatstgenoemden beschikken gemiddeld genomen over minder kennis dan meer politiek-actieve burgers. We vonden, met andere woorden, een positief verband tussen het beschikken over correcte politieke kennis en de intentie om een politieke partij te steunen, of deze nu populistisch is of niet.
Zoals al eerder is aangetoond laten populistische kiezers zich ook kenmerken door een hoge mate van politieke interesse (in vergelijking met niet-stemmers) en sterke populistische attitudes: ze delen zogezegd een afkeer van de politieke elite en vinden dat politici de ‘wil van het volk’ dienen te volgen. Samen duiden deze bevindingen er op dat een stem op een populistische partij niet zonder meer moet worden gezien als een ongeïnformeerde ‘proteststem’ of een teken van politieke onwetendheid. Het is eerder vaak een bewuste uitdrukking van onvrede over het functioneren van de representatieve democratie. Met andere woorden: het electoraat van populistische partijen bestaat in ieder geval deels uit politiek bewuste, geïnformeerde en geïnteresseerde burgers.
Figuur 2: Logistische regressiecoefficiënten met linkspopulisme (0) versus rechtspopulisme (1) als afhankelijke variabele (Bron: Van Kessel et al. 2020: 16).
Radicaal rechts versus de rest
Wat betreft politieke misinformatie vonden we wel een verschil tussen aanhangers van populistische en niet-populistische partijen, maar enkel als we aanhangers van rechts-radicale populistische partijen onderscheidden van de rest. Individuen in deze laatste categorie werden gemiddeld genomen gekenmerkt door een hogere mate van politieke misinformatie in vergelijking met alle andere respondenten: zij hadden een grotere neiging om verkeerde antwoorden te geven op politieke kennisvragen (in plaats van toe te geven het antwoord niet te weten). Dit ligt schijnbaar in lijn met voorgaande studies die een link leggen tussen de populistisch radicaal rechtse ideologie en verstoorde voorstellingen van de realiteit, zoals samenzweringstheorieën. Per definitie zijn deze laatste immers vaak gebaseerd op incorrecte informatie.
Wat kunnen we uit deze laatste bevinding opmaken? De resultaten laten in ieder geval zien dat linkse en rechtse populistische partijen (en hun kiezers) niet over één kam geschoren kunnen worden. Er zijn grote ideologische verschillen tussen links-populistische partijen (die zich voornamelijk richten op sociaal-economische thema’s) en rechts-populistische partijen (die primair gekenmerkt worden door hun cultureel-conservatisme en veelal xenofobische standpunten). Populisme vormt een belangrijke gemene deler, ook als ‘attitude’ onder kiezers van verschillende populistische partijen. Het is echter duidelijk dat er grote verschillen bestaan tussen de opvattingen en algemene kenmerken van links- en rechts-populistische kiezers. Duiden onze resultaten er op dat radicaal rechts-populistische kiezers in het bijzonder vatbaar zijn voor samenzweringstheorieën en ‘fake news’? Ons onderzoek biedt helaas geen direct antwoord op deze pregnante vraag. Vervolgstudies kunnen hopelijk meer gericht onderzoek doen naar het verband tussen bewust verspreide misleidende informatie en stemgedrag.
Afbeelding: Bron.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.