Zondag waren de Duitse verkiezingen. De uitslag was al maanden duidelijk: de CDU-CSU zou het grootste blijven. De SPD werd tweede en de AfD derde. Maar het aantal zetels dat partijen krijgen was de hele avond onduidelijk. Dat komt door het Duitse kiesstelsel waarbij er de mogelijkheid is van Überhangmandate. Extra zetels afhankelijk van de uitslag. Als we het in Nederland hebben over een ander kiesstelsel komt het Duitse kiesstelsel vaak langs. Maar in Duitsland is het kiesstelsel recent veranderd. Om het Duitse kiesstelsel te begrijpen is het zinvol om te beginnen aan de andere kant van de wereld: Nieuw Zeeland. Daar waren vorige week ook verkiezingen.
Nieuw Zeeland
Als we het in Nederland over het Duitse kiesstelsel hebben gaat het vaak om het Nieuw Zeelandse kiesstelsel. Waar in Duitsland, zoals ik beneden zal bespreken, de deelstaten een rol spelen, is dat in Nieuw Zeeland niet zo. Het Nieuw Zeelandse kiesstelsel mengt proportionele vertegenwoordiging met districtsvertegenwoordiging op een simpele manier. Iedere kiezer heeft twee stemmen: één voor een kandidaat in een district en één voor een lijst.
Het land is ingedeeld in een aantal kiesdistricten waar de kandidaat die de meeste stemmen krijgt, gekozen wordt. Voor het gemak van de vergelijkingen met Duitsland straks zet ik dat hier op 75, de helft van het aantal zetels in de Tweede Kamer. (In Nieuw Zeeland is het 60% van de zetels, waarbij er zeven voor Maori gereserveerd zijn.)
VVD: Blauw; CDA: Geel; PVV: Oranje; D66: Paars; SP: Rood; GroenLinks: Groen.
Zoals deze figuur laat zien worden deze districten overweldigend door de VVD gewonnen. Een vijftal voor het CDA (in Friesland en Overijssel) en D66 (Utrecht, Groningen-stad, Nijmegen, Rotterdam, de BES-eilanden), een viertal door de PVV (Limburg en Rotterdam), een drietal door GroenLinks (Amsterdam) en één door de SP (Groningen-land).
Vervolgens krijgen alle partijen die of een district gewonnen hebben of meer dan 5% van de stemmen hebben gekregen hun proportionele deel van de 150 zetels toegewezen. Deze worden eerst ingevuld met kandidaten uit districten, daarna met kandidaten van lijsten. Zijn er van een partij meer kandidaten uit districten gekozen dan zijn de rest Überhangmandate. In Nieuw-Zeeland zijn dat er nooit meer dan twee geweest, maar in Nederland omdat de VVD zoveel districten wint, zijn het er veel meer. Proportioneel had de VVD recht op 39 zetels, maar ze hebben 57 districten gekregen. De andere partijen hebben minder districten gewonnen dan het aantal zetels waarop ze recht hebben en krijgen dus in totaal hun proportionele deel toegewezen: 24 zetels voor de PVV, 23 voor het CDA, 22 voor D66, 16 voor GL en de SP en 10 voor de PvdA. Het motorblok van VVD, D66 CDA hebben samen 102 zetels. Dat lijkt me een heel natuurlijke coalitie.
Het Oude Duitse Kiesstelsel
In het oude Duitse kiesstelsel hadden kiezers ook twee stemmen: Een Erststimme voor één kandidaat eenpersoonsdistrict en Zweitstimme voor een lijst.
De uitslag voor de Erststimme is identiek als hierboven. Vervolgens worden 150 zetels ook evenredig verdeeld in districten ter grootte van de Länder (hier provincies) waarbij het aantal zetels proportioneel is aan het aantal inwoners. Met een nationaal geldende 5% kiesdrempel. De VVD zou dan 43 zetels winnen. CDA 24. PVV en D66 23. GroenLinks en SP 16 en PvdA 5.
Voorheen werkte het Duitse kiesstelsel zo: het aan grootste van deze twee getallen (uit enkelvoudige of provinciewijde districten) was het aantal zetels dat een partij per provincie zou winnen.
Het resultaat staat hierboven. Het totale aantal zetels is 169. 19 meer dan 150. Die extra zitjes zijn Überhangmandate. De VVD wint 59 zetels (twee ‘normale’ mandaten in Friesland en Groningen), CDA 26 (twee Überhangmandate in Friesland), PVV 24 (één Überhangmandate in Limburg) en D66 23, GL en SP 16 en de PvdA 5. De PvdA krijgt maar de helft van aantal zetels dat ze zou halen onder het Nederlandse of Nieuw Zeelandse kiesstelsel omdat ze boven de kiesdrempel moet uitkomen in iedere provincie. Deze Überhangmandate zorgn ervoor dat de VVD 34% van de zetels krijgt, terwijl de liberalen maar 26% van de stemmen halen van alle partijen die boven de 5% uitkomen. Het motorblok (VVD-CDA-D66) zou uitkomen op een ruime meerderheid van 108 zetels.
Het Nieuwe Duitse Kiesstelsel
Tegen deze disproportionele uitkomst maakte het Grondwettelijk Hof, het Bundesverfassungsgericht, bezwaar: iedere stem voor de Bundestag moet gelijk tellen. Ze gaven aan er een nieuw kiesstelsel moest komen waarbij het aantal zetels proportioneel moest zijn aan het aantal stemmen. Het nieuwe kiesstelsel is een tikje ingewikkelder. Het hiervoor beschreven kiesstelsel blijft min-of-meer intact maar er komen vereffeningszetels bij zodanig dat partijen minimaal het aantal zetels behouden uit de vorige stap maar dat er zetels bij komen totdat de uitslag proportioneel is. Het hele proces dat hiervoor wordt genoemd, wordt nog steeds gebruikt, maar als een soort van ‘hulplijn’ om er voor te zorgen dat in absoluut aantal zetels geen enkele partij erop achteruit gaan ten opzichte van het vorige Duitse kiesstelsel.
Dat betekent voor onze uitslag dat het aantal zetels wordt uitgebreid (en aan andere partijen dat de VVD wordt gegeven) tot de 59 zetels van de VVD evenredig zijn aan hun stemmental. Boven op de 19 extra zetels komen er 59 extra zetels (dat dit precies evenveel is als wat de VVD zou halen, is toeval). In totaal dus 227 (!). De VVD komt uit op 60 zetels (26% van de zetels bij 26% van de stemmen van partijen die meer dan 5% van de stemmen gehaald hebben), de PVV op 36 zetels (16%), het CDA op 34 zetels (15%), D66 op 33 zetels (14.5%), GroenLinks op 25 (11%) en de SP 25 (11%) en de PvdA op 15 (7%). Daarmee zou het motorblok (VVD-CDA-D66) uitkomen op een meerderheid van 127 zetels.
Provinciale vertegenwoordiging
Nu hebben we het zetelaantal maar weten we nog niet wie er verkozen. Als eerste krijgen alle kandidaten die verkozen zijn in een district hun zetel. De rest wordt ingevuld vanuit de lijsten die iedere partij per Land heeft ingezonden. Dus als de lijst van de PVV in Noord-Brabant 16% van de stemmen van de PVV opgehaald heeft, krijgt de PVV Noord-Brabant 36 x 0.16 = 6 zetels. Zo worden de fracties gevuld met aan stemmen evenredig aantal vertegenwoordigers vanuit de provinciale lijsten
Behalve de 75 direct gekozen kandidaten per district, wordt er geen rekening gehouden met een gebalanceerde regionale vertegenwoordiging per Land/provincie. Daarom heeft Zeeland bijvoorbeeld maar één zetel, minder dan ze hadden onder het oude Duitse kiesstelsel. Het stemmental dat partijen in Zeeland hebben gekregen is vrij laag omdat er veel stemmen ‘verloren’ zijn gegaan aan de SGP en ChristenUnie. Alleen de VVD heeft daar genoeg stemmen om een zetel te halen, en die krijgen ze in de vorm van de districtszetel.
Meer Kamerleden
Het Nederlandse parlement zou dus moeten worden uitgebreid met meer dan 50% om de ongebalanceerde uitslag te compenseren: van 150 naar 227. Ook in Duitsland is er een flink aantal zetels nodig om de uitslag te compenseren heel groot. Boven op de 598 zetels (het basiszeteltal waarmee men rekent) moest er 111 Überhangmandate en vereffeningszetels komen. Daarmee is het Duitse parlement het grootste ‘lagerhuis’ van Europa groter dan het Britse House of Commons (650 zetels) en het Italiaanse Camera dei Deputati (630 zetels) die normaliter groter zijn dan de Bundestag. Het is op zijn minst opvallend dat in een periode waarin veel regeringen overwegen hun parlement kleiner te maken of dit daadwerkelijk gedaan hebben, dat Duitse politici gekozen hebben voor een maatregel die hun parlement structureel groter zal maken.
LJMB zegt
Ik vroeg mij af: hoe makkelijk kun je dit kiesstelsel eigenlijk manipuleren?
Stel dat het CDU zich (formeel) in tweeën splitst. CDU-I doet (serieus) mee om de Direktmandate en CDU-II doet (serieus) mee om de Listenmandate. CDU-I wint vervolgens (net als nu) 185 Direktmandate maar krijgt niet of nauwelijks Zweitstimmen. CDU-II behaalt geen enkel Direktmandat, maar krijgt wel (net als nu) 26,8% van de Zweitstimmen. Dan zouden CDU-I en CDU-II samen toch veel meer zetels halen als de huidige 200? Wat houdt CDU tegen om dit te doen?
Emigrant zegt
Dit is geloof ik wat Frauke Petry in Duitsland nu gaat uithalen.
Ilja zegt
Het rücksichtslos vertalen van een verkiezingsuitslag vanuit het ene verdelingssysteem naar het andere is natuurlijk problematisch. Het systeem bepaalt ook hoe mensen zich verhouden ten aanzien van de politiek en via welke tactiek ze stemmen. Een Brit (of Duitser) stemt anders dan een Nederlander omdat de lokale binding van de kandidaat veel belangrijker is. Andersom wordt die kandidaat ook nadrukkelijker afgerekend op de gevolgen van diens handelen voor het district. Dat het Nederlandse stemgedrag zo eenvoudig beïnvloedbaar en daardoor grillig is, heeft waarschijnlijk te maken met de relatieve abstractie van onze relatie met “de politiek” – de mogelijkheden van de burger om zich nationaal-politiek te laten gelden zijn in ons land momenteel minimaal. Bij een district verandert die verhouding fundamenteel.
Dick Ahles zegt
De twee besproken kiesstelsels verdisconteren de misrepresentatie van het aantal bij meerderheid gekozen leden met het evenredige percentage door zetels toe te voegen. Alternatief is dat men het aantal op de persoon uitgebrachte stemmen overbrengt op het stemgewicht in de kamer.
Dus voor Nederland: de 150 (individuele) kandidaten worden gekozen in de kamer en hun stem in de kamer is het percentage van het totale aantal stemmen op die 150 kandidaten. De waarde is NIET overdraagbaar en dus als je vertrekt uit de kamer dan verliest die partij dat aantal stemmen, en kandidaat 151 treedt toe en dat hoeft niet noodzakelijkerwijze iemand van dezelfde partij te zijn.
Voordelen: alle kandidaten zullen moeten gaan voor hun eigen achterban en kunnen dus niet meer in de slipstream van de lijsttrekker gekozen worden. het gaat het vertrekken (en dus de komst) van carrière politici tegen (lidmaatschap kamer moet uiteraard gecombineerd kunnen worden met ministerschappen; die splitsing op theoretische gronden – scheiding der machten – is eigenlijk een non-issue.