Vorige week keken we naar het Britse kiesstelsel, vanwege de verkiezingen van afgelopen donderdag. Zondag was de eerste ronde van de Franse verkiezingen. Daarom nu de verkiezingsuitslag als Nederland het Franse kiesstelsel met twee ronden zou hebben gehad.
Twee ronden simuleren
We gebruiken de 150 districten die we ook vorige week ook gebruikten voor het toepassen van het Britse kiesstelsel. Nu kijken we welke twee partijen de eerste en de tweede partij zijn in die districten. En dan simuleren we een tweede ronde tussen deze twee partijen en de winnaar daarvan krijgt het district. De keuze voor de twee kandidaten in Frankrijk is iets complexer omdat alle kandidaten die meer dan 12,5% van de stemgerechtigden achter zich krijgen door naar de tweede ronde gaan. Ik heb helaas geen data over het aantal stemgerechtigden. Er zijn negentien districten waar zo’n three-way race mogelijk zou kunnen zijn.
Om de tweede ronde te simuleren kijken we naar de posities van de partijen. De kiezers van iedere partij uit de eerste ronde wordt toegewezen aan de partij die het dichtst bij hen staat op een links-rechts lijn. We gebruiken de data van de Chapel Hill Expert Survey. Ik geef Forum de positie tussen de PVV en de VVD. En Denk de positie tussen GroenLinks en de SP.
Legenda: Blauw: VVD, Geel: CDA, Oranje: PVV, Paars: D66; Groen: GroenLinks, Rood: PvdA; Lichtblauw: DENK.
De Uitslag
De VVD wint 64 zetels. De VVD wint als ze tegenover de PVV staat omdat ze dan alle stemmen links van de PVV, of tegenover D66, omdat ze dan de stemmen van CDA, VVD en PVV kan consolideren. Als de PVV mee doet aan verkiezingen dan krijgt de VVD 81% van de stemmen. Maar het tegenovergestelde gebeurt als ze tegenover het CDA staan: die winnen dan alle stemmen links van de VVD, terwijl de VVD alleen steun van de PVV krijgt. De VVD wint 43% van de zetels maar geen enkele zetel in Drenthe, Friesland, Groningen of de Antillen. Van de 33 zetels uit Zuid-Holland wint ze er juist twee-derde.
Het CDA krijgt 43 zetels: het CDA wint bijna alle zetels in Friesland, Drenthe, Overijssel en grote delen van Gelderland. D66 net weer links daarvan krijgt 32 zetels: met name in grote (universiteits)steden als Utrecht, Groningen en Eindhoven. Ze wint zowel van de VVD als van GroenLinks. De PVV krijgt 5 zetels: twee in Groningen, twee in Limburg en een in Drenthe. Ze wint waar ze tegenover de SP staat, als ze tegenover een meer gematigde partij staat dan wint die partij . GroenLinks 4 zetels: allemaal uit Amsterdam. De PvdA krijgt één zetel (Amsterdam Zuid-Oost). DENK krijgt één zetel (in Feijennoord & IJsselmonde in Rotterdam), waar ze tegenover de PVV staan. GroenLinks, PvdA en SP kiezen zullen eerder kiezen voor een DENK-kandidaat dan voor een PVV’er, verwacht ik. Het is een spannende race: DENK wint met 1% van de PVV. Andere tweede ronden zijn ook spannend: in Hilversum, wint de VVD met 0.6% van D66.
Meer dimensies
Natuurlijk gelden ook dezelfde caveats als eerder: mensen zullen proberen strategisch te stemmen om te beïnvloeden wie in de tweede ronde komt. Daarbij komt ook nog dat ik er nu vanuit ga dat de links-rechts dimensie deze beslissingen structureert. ChristenUnie- of SGP kiezers zullen zich eerder laten leiden door hun voorkeur voor een religieuze partij, terwijl D66-kiezers misschien eerder zullen kiezen voor een pro-Europese partij.
We kunnen de positie van de partijen op de morele, sociaal-economische en de Europese dimensie meenemen en het belang dat de partijen daaraan hechten. Dat zit allemaal in de Chapel Hill Expert Survey. We nemen aan dat kiezers hierop hetzelfde staan als de partijen waarop ze gestemd hebben. We geven Forum en Denk het gemiddelde van de partijen waar ze boven aan gelinkt zijn, behalve op morele onderwerpen voor DENK daar geven we hun een conservatieve positie (in tegenstelling tot de progressieve posities van SP en GL).
Als we daarmee rekening houden kan de VVD weer een meerderheid winnen: 82 zetels. Op de links-rechts dimensie hebben de liberalen een veel excentrischere positie dan waar het gaat om Europa of religie. Ook GroenLinks doet het veel beter: ze winnen elf zetels in Nijmegen, Groningen, Amsterdam, Leiden en Utrecht. Voor hen geldt ook dat ze op deze links-rechts dimensie excentrischer zijn dan op morele of Europese vraagstukken. D66 houdt maar vier zetels over – zijn op de links-rechts dimensie een middenpartij maar juist zeer uitgesproken op morele en Europese onderwerpen. De ChristenUnie wint er één, net als de SP.
Strategisch gedrag
Bovendien zullen partij strategisch opereren: misschien dat partijen wel afspreken om niet in elkaars districten te concurreren. Dat kan wel rare effecten hebben: zowel een pact tussen GroenLinks en de PvdA om niet met elkaar te concurreren en een pact tussen de ChristenUnie en SGP om dat te doen, zal met name de VVD helpen. Dat zorgt ervoor dat er in districten waar nu eerder het CDA de tweede partij was er een minder concurrerende ChristenUnie-kandidaat komt, en dat in districten waar eerder D66 de tweede partij was, er een minder concurrerende GroenLinks kandidaat komt. De VVD kan die gemakkelijker verslaan. Dat zou in 3 districten gebeuren voor de CU/SGP combinatie en in wel 20 districten voor de GroenLinks/PvdA combinatie.
tjark reininga zegt
en wat zou er gebeuren als de zetels representatief toegewezen worden aan de partijen en kandidaten die in één district meer dan 50% van de stemmen behalen als eersten een zetel toegewezen krijgen.
deze simulaties zijn natuurlijk van beperkte waarde, omdat duidelijk is dat kiezers een extra afweging (kunnen) maken als ze daadwerkelijk de kandidaat kunnen kiezen die vanuit hun district wordt afgevaardigd, juist omdat de kans bestaat dat ze die kandidaat persoonlijk kennen, of althans op straat kunnen tegenkomen.
LJMB zegt
Na twee personenstelsels met kiesdistricten is het misschien ook wel leuk om een personenstelsel zonder kiesdistricten te doen. Dus wat als… Nederland single non-transferable vote (SNTV) met gewogen zetels had? Ik heb het zelf eens uitgerekend (op basis van de door de Kiesraad gepubliceerde totaaltelling). Uiteraard geeft onderstaande berekening een vertekend beeld aangezien de kandidaatstelling bij de afgelopen verkiezingen via partijlijsten ging en niet op individuele basis was, zoals bij een echte SNTV-verkiezing. Kiezers zouden in dat geval ongetwijfeld anders gestemd hebben, waarbij het aannemelijk is dat de uitgebrachte stemmen gelijkmatiger over de kandidaten verdeeld zouden zijn.
>>De uitslag naar zeteltal:
De 150 kandidaten met de meeste stemmen worden verkozen tot lid van de Tweede Kamer. Bij de afgelopen verkiezingen had je minimaal 2848 stemmen nodig om verkozen te zijn. Hieronder volgt een lijst van het aantal kandidaten dat van iedere kandidatenlijst verkozen zou zijn.
VVD: 19
PVV: 6
CDA: 21
D66: 21
GroenLinks: 22
SP: 10
PvdA: 14
ChristenUnie: 7
Partij v/d Dieren: 7
50PLUS: 4
SGP: 2
DENK: 5
FvD: 3
VNL: 1
Piratenpartij: 1
Artikel 1: 1
Nieuwe Wegen: 2
Ondernemerspartij: 1
Lokaal i/d Kamer: 1
Niet Stemmers: 1
GeenPeil: 1
Wat opvalt is dat VVD, PVV, SP en SGP minder zetels zouden halen dan ze nu hebben. Kiezers van deze partijen stemmen zeer veel op de lijsttrekker en weinig (bij dit kiesstelsel: te weinig) op andere kandidaten. Bij een echte SNTV-verkiezing zal dit verschil in stemmen vermoedelijk kleiner zijn. Bij SNTV zouden 50 kandidaten die nu niet gekozen zijn, dan wel gekozen worden. Dat heeft nogal wat gevolgen: 54% van de 150 gekozenen zou dan vrouw zijn in plaats van de huidige 36%. Ook komen er dan ‘maar’ 33 gekozenen uit Zuid-Holland, in plaats van de huidige 45. Zuid-Holland zou qua omvang ‘recht’ hebben op 31 à 32 zetels.
>>De uitslag naar stemwaarde:
SNTV is geen lijstenstelsel maar kan wel degelijk ook evenredige vertegenwoordiging zijn. Evenredig zetels toewijzen aan de deelnemende kandidatenlijsten (evenredige zetelverdeling) gaat hier weliswaar niet, maar wat wel kan is aan ieder gekozen Kamerlid in de vergadering evenveel stemmen geven als dat er bij zijn verkiezing op hem uitgebracht zijn (evenredige stemverdeling).
Alle 150 Kamerleden zouden in de vergadering niet langer tezamen 150, maar 10072699 stemmen hebben. Mark Rutte zelf zou dan met 1760117 stemmen voor of tegen een wetsvoorstel kunnen stemmen. Het kan handig zijn om deze enorme aantallen stemmen terug te rekenen in een meer hanteerbare stemwaarde, bijvoorbeeld een stemwaarde uitgedrukt in zetels (dus 10072699 stemmen staat gelijk aan 150 stemmen). Mark Rutte zou dan een stemwaarde van 26,21 zetels hebben en alle 19 VVD’ers tezamen een stemwaarde van 32,42 zetels.
De uitslag naar stemwaarde zou als volgt zijn:
VVD: 32,42
PVV: 20,11
CDA: 18,66
D66: 18,61
GroenLinks: 13,94
SP: 13,56
PvdA: 8,20
ChristenUnie: 4,91
Partij v/d Dieren: 4,53
50PLUS: 4,45
SGP: 3,12
Denk: 3,10
FvD: 2,66
VNL: 0,45
Piratenpartij: 0,45
Artikel 1: 0,39
Nieuwe Wegen: 0,15
Ondernemerspartij: 0,13
Lokaal i/d Kamer: 0,05
Niet Stemmers: 0,07
GeenPeil: 0,05
Je ziet dat deze uitslag in stemwaardes weer redelijk lijkt op de huidige verkiezingsuitslag. Het grootste verschil is er bij de PvdA en zelfs dat verschil is nog minder dan één zetel (8,20 i.p.v. 9).
Josse de Voogd zegt
Mooi werk. Ben benieuwd wat er in een 2e ronde zou gebeuren. Ik vermoed dat de SP meer kans maakt op die districten in Oost-Groningen en Oost-Limburg. PVV misschien wel Kerkrade etc.
jeroen van dommelen zegt
Blijf toch wel een beetje moeite houden met de onderliggende aannames en caveats:
-Doen wel alle partijen mee als je deze regels zou hanteren?
-Of gaan ze vantevoren al allianties aan, of fuseren ze, omdat het systeem dat nou eenmaal afdwingt?
-En gaan kiezers ook niet anders stemmen in zo’n systeem?
Dat is waarschijnlijk allemaal niet te voorspellen, laat staan te wegen.
Maar dan heb je wel een heel andere verkiezing.
Vandaar: kun je de uitslag dus wel op deze manier proberen om te rekenen?
(tenzij je het beperkt tot een leuke gedachtenoefening.)
Ben benieuwd naar de gedachten daarover.
Simon Otjes zegt
Dank voor je vraag. Ik geef een aantal alternatieve modellen aan: samenwerking GL/PvdA, samenwerking CU/SGP. Welke andere specifieke gevallen zou je willen doorrekenen?
Thomas Colignatus zegt
Ik vind het raar om hieraan tijd te verspillen.
T.a.v. Frankrijk, UK, USA en India is het argument immers dat ze beter naar Proportionele Vertegenwoordiging kunnen overstappen, in plaats van hun vigerende stelsels van District Vertegenwoordiging.
Ik heb hier de Gini voor Nederland en het UK uitgerekend. In de literatuur wordt weleens gesteld dat de Gini moeilijk zou zijn uit te rekenen, maar dat blijkt een misverstand. In de figuur zijn trapeziums te ontdekken, waarvan de oppervlakte juist gemakkelijk is uit te rekenen. Zie het excelsheet.
De Gini voor het UK is natuurlijk dubieus. In een districtenstelsel stemmen kiezers strategisch. De geregistreerde voorkeur voor een partij is vaak niet de eerste keuze. Ik ben nog op zoek naar een peiling met een goede weergave van de eerste keuzen in de UK.
https://boycottholland.wordpress.com/2017/06/22/proportional-representation-lorenz-diagram-and-gini-measure