“In Arabistan moeten vrouwen van top tot teen in zwarte gewaden gehuld over straat, en als ze dat niet zelf uit de koran gehaald hebben, wil een religieuze politie die interpretatie wel wat kracht bijzetten.” Sinistere teksten als deze zijn onze media lang niet meer vreemd. En ze verbeelden de Arabische regio als één soort Saudi-Arabië-achtig land, waar een autoritaire dictator met een koran onder de arm heerst over een strikt islamitische bevolking die emancipatie geen warm hart toedraagt.
Maar in hoeverre klopt dat beeld? Hindert de religiositeit van Arabieren inderdaad altijd hun steun voor vrouwenrechten? En gebeurt dat op dezelfde manier van Marokko tot Libanon of doen politieke verschillen tussen de landen ertoe? Recentelijk onderzochten wij, samen met Marcel Lubbers en Peer Scheepers, aan de hand van grootschalige enquête-data over 50 duizend Arabieren, hoe religiositeit en steun voor vrouwenrechten samengaan in 14 Arabische landen. Het beeld is grauw, maar religie blijkt steun voor vrouwenrechten niet overal te blokkeren. Soms kan religiositeit zelfs bijdragen aan emancipatie.
Waar religie onderdrukt
Het beeld van religieuze Arabieren die vrouwenrechten verwerpen is een versimpeling maar niet geheel onterecht. Sommige onderdelen van religiositeit verminderen steun voor vrouwenrechten. Moskeegang bijvoorbeeld. Uit ons onderzoek blijkt dat Arabieren die vaker naar de moskee gaan, vrouwenrechten gemiddeld minder steunen.[1] Als je maar vaak genoeg een religieuze autoriteit hoort verkondigen dat vrouwen achter het aanrecht horen, lijk je die religieuze normen over te nemen.
Politieke diversiteit in Arabistan
Maar dat simplistische beeld van ‘Arabistan’ behoeft ook nuance. Het ene Arabische land is het andere niet. Zo heeft in Saudi-Arabië de koninklijke familie bijgestaan door ultraconservatieve religieuze autoriteiten vrijwel alles voor het zeggen, maar is Tunesië na de Arabische lente gedemocratiseerd tot een land met effectieve verkiezingen. En tussen deze twee extremen zitten vele vormen van dictatuur en democratie.
Die politieke verschillen zijn belangrijk voor hoe emancipatoir bevolkingen hun religie interpreteren.[2] Zo lijken ze te bepalen wat de moskeegang, die we hierboven bespraken, doet met hoe Arabieren aankijken tegen gelijkheid. Arabieren die vaker naar de moskee gaan, steunen vrouwenrechten minder in autoritaire landen, maar véél minder in liberaal-democratischere landen met bijvoorbeeld een vrijere pers. In liberale landen werkt moskeegang dus nadeliger.
Dat vrijere landen blijkbaar extra invloedrijke moskeeën hebben, klinkt wellicht bevreemdend, maar het is niet heel raar. In democratischere landen interpreteren meer mensen om je heen islam progressief. Dan is het niet gek dat die afwijkende, vrouwonvriendelijke preken van imams harder inslaan. Zo wordt juist in liberale landen de moskee een laatste en dus belangrijkere bastion van een seksistische islam.
Waar religie emancipeert
Het beeld dat religiositeit per definitie vrouwenrechten in de weg staat, blijkt ook te kort door de bocht als we kijken naar andere aspecten van religie. Ook islam heeft emancipatoire kanten. Die hebben vooral te maken met hoe mensen zelf hun religie interpreten, en ze komen naar voren als Arabieren de politieke ruimte krijgen om daarin te shoppen.
Zo blijkt dat jezelf sterker religieus voelen alleen samengaat met het afwijzen van vrouwelijke politici in autoritaire landen. In democratischere landen is dat omgekeerd. Daar denken juist de religieuzere Arabieren vaker dat vrouwen ook geschikte politici zijn. Als Arabieren vrijer worden gelaten om hun eigen invulling te geven aan religiositeit, lijken ze dus vaker voor een progressievere islam te kiezen.
Vrijheid én vrouwenrechten
Westerse diplomaten die pleiten voor meer vrijheid in Arabische landen, kunnen steevast op een schuine blik en een snauw rekenen. “Als ik dat doe, zijn de fundamentalisten morgen aan de macht”. Geef Arabieren de politieke ruimte en ze zullen die opvullen met een nog striktere, nog conservatievere, nog vrouwonvriendelijkere islam. Althans, dat is wat door het Westen gesteunde dictators verkondigen.
Ons onderzoek impliceert echter dat de keuze tussen vrijheid en vrouwenrechten een valse is. Sterker nog, Arabieren lijken hun religie beter te kunnen rijmen met steun voor vrouwenrechten als autoritaire regimes hen niet in de weg staan. Door onderdrukkende dictators in het zadel te houden, zouden we vrouwenrechten wel eens eerder kunnen indammen dan helpen.
[1] We onderzochten steun voor gendergelijkheid in de politiek en in onderwijs. Tussen die twee zitten verschillen die te vinden zijn ons artikel.
[2] We hebben politieke vrijheden gemeten door in hoeverre Arabische landen (1) democratisch zijn, (2) persvrijheid waarborgen, (3) de gelijkheid van mannen en vrouwen vastleggen in de wet, en (4) religie en staat scheiden.
Photo by Baher Khairy on Unsplash
Danny zegt
Vind het opvallend dat Egypte, Libië, Tunesië en Marokko onder de Arabische landen worden geschaard.
Betweter zegt
Ze worden immers normaliter onder de Deense kolonien ingedeeld. Of nee toch niet…