• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Erika van Elsas

Erika van Elsas is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Amsterdam School for Communication Research (ASCoR) aan de Universiteit van Amsterdam. Haar onderzoek richt zich op Euroscepsis, politiek vertrouwen en kiesgedrag.

Laatste berichten door Erika van Elsas

Zijn kosmopolieten vrijgeviger naar mede-Europeanen?

door Erika van Elsas, Theresa Kuhn, Hector Solaz 05/12/2017 5 Reacties

“Teveel mensen aan de macht gedragen zich alsof ze meer gemeen hebben met internationale elites dan met de mensen verderop, de mensen die voor ze werken, de mensen die ze tegenkomen op straat. Als je jezelf als wereldburger ziet, dan ben je een burger van nergens. Je begrijpt niet wat het woord ‘burgerschap’ betekent.”

In haar toespraak op het partijcongres van de Britse Conservatieven in 2016 zette Theresa May zich af tegen de voorstanders van open grenzen en een Verenigd Koninkrijk in de EU. Het hierboven aangehaalde citaat is een voorbeeld van een veelgehoorde kritiek op kosmopolitisme: de kosmopolitische elite staat te ver af van de samenleving en heeft geen oog voor de noden van de ‘gewone man’. Alle mooie woorden over wereldburgerschap ten spijt zou deze elite het laten afweten wanneer het aankomt op een echte bijdrage aan internationale of nationale herverdeling (door socioloog Craig Calhoun zo klinkend omschreven als “the class consciousness of frequent travelers”).

De eurocrisis heeft het belang van solidariteit tussen EU-lidstaten alleen maar versterkt. Uit enquêteonderzoek blijkt dat steun hiervoor vooral bestaat onder mensen met een kosmopolitische inslag, die zich identificeren als Europeaan en veel contacten hebben over de grens. Maar is dit slechts lippendienst, of zijn kosmopolieten daadwerkelijk meer bereid om hun geld te delen met andere Europeanen?

Experimenten

Om deze vraag te beantwoorden hebben we experimenten uitgevoerd op vier locaties in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. Deelnemers ontvingen in het experiment een geldbedrag, dat zij ofwel geheel in eigen zak mochten steken, ofwel (deels) aan een willekeurige andere deelnemer aan het experiment mochten geven. De locatie van die deelnemer (zelfde stad, zelfde land, of ander EU-land) varieerde. Vervolgens werd via een vragenlijst betrokkenheid bij de mensheid, steun voor immigratie, identificatie als Europeaan, en steun voor Europese integratie gemeten. De uitkomsten laten zien dat deelnemers die hoog op deze items scoren (de ‘kosmopolieten’) geen onderscheid maakten tussen ontvangers uit hun eigen of een ander EU-land; ze gaven beide even veel van hun eigen geld. Minder kosmopolitische deelnemers, daarentegen, maakten wel onderscheid; zij gaven significant minder als de ontvanger uit een ander EU-land kwam.

Figuur 1 illustreert deze bevindingen. Op de y-as staat het verschil in gift tussen een EU-ontvanger en een ontvanger uit eigen land. Een positieve score houd in dat mensen meer geld geven aan mede-Europeanen terwijl een negatieve score juist betekent dat de betrokken deelnemer meer geld gunt aan iemand uit het eigen land. De grafiek links laat zien dat deelnemers die lager scoren op kosmopolitisme significant minder geven aan Europese ontvangers. Kosmopolieten maken geen onderscheid, of geven zelfs iets meer aan EU-ontvangers, maar de meeste deelnemers bevinden zich in het midden van de schaal, en maken geen onderscheid tussen ontvangers. Voor immigratiehoudingen zien we een vergelijkbaar patroon (rechtergrafiek). Weer zijn het de degenen met anti-immigratiehoudingen die EU-ontvangers significant minder geven, terwijl voorstanders van immigratie geen onderscheid maken.

Figuur 1: Effect van Europese ontvanger op bijdrage als kosmopolitisme (links) en steun voor immigratie (rechts) toenemen.

NB: De doorlopende lijn staat voor het marginale effect op de totale gift van het hebben van een EU ontvanger vergeleken met een nationale ontvanger, voor verschillende niveaus van kosmopolitisme/steun voor immigratie (met stippellijnen voor het 95% betrouwbaarheidsinterval).

Daad bij het woord

Nu zou het natuurlijk zo kunnen zijn dat kosmopolieten weliswaar geen onderscheid maken tussen verschillende ontvangers, maar wel over het algemeen minder vrijgevig zijn dan hun minder kosmopolitische medeburgers. Onze resultaten laten echter zien dat deelnemers met kosmopolitische houdingen ook in absolute termen meer aan andere deelnemers geven – en dat is gecontroleerd voor andere voor de hand liggende voorspellers van vrijgevigheid, zoals sociaaleconomische status, politieke ideologie en altruïstische houdingen.

Tenslotte laten we zien dat onze resultaten generaliseerbaar zijn op basis van analyses van de European Election Study 2014. Kosmopolitische houdingen zijn de meest consistente voorspeller van steun voor internationale solidariteit over de gehele Europese Unie. De bevindingen weerspreken het beeld van kosmopolieten als “burgers van nergens” die het aan échte solidariteit zou ontberen. Kosmopolieten voegen de daad dus weldegelijk bij het woord wanneer het aankomt op solidariteit in de EU.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: europese unie, kosmopolitisme, solidariteit

Verzetten radicaal-linkse en radicaal-rechtse kiezers zich tegen hetzelfde ‘Europa’? Het hoefijzermodel herzien

door Erika van Elsas, Armen Hakhverdian 09/05/2016 2 Reacties

In tijden van toenemende politisering van de Europese Unie zien we telkens dezelfde politieke rolverdeling terugkeren. Radicaal-linkse en radicaal-rechtse partijen scharen zich ogenschijnlijk zij-aan-zij in het nee-kamp tegenover een breed pro-EU midden. Denk bijvoorbeeld aan het recente Oekraïne-referendum of aan de referenda over de Europese Grondwet in Frankrijk en Nederland in 2005, waar partijen op de ideologische flanken samen de eurosceptische boventoon voerden. Gedeelde euroscepsis leidt soms zelfs tot formele samenwerking zoals de in 2015 gevormde Griekse regering tussen Syriza en de rechts-nationalistische Onafhankelijke Grieken laat zien.

De concentratie van euroscepsis op de flanken – het zogenaamde hoefijzermodel – is al vaker empirisch aangetoond. ‘Europa’ wordt daarom soms gezien als een nieuwe politieke scheidslijn, die niet samenvalt met traditionele links-rechtstegenstellingen en daardoor in potentie de politieke ruimte zou kunnen opschudden. Immers, oude vijanden worden vrienden (en vice versa).

En toch is het hoefijzermodel niet zaligmakend. Een recent verschenen studie van onze hand [paywall] laat zien dat de euroscepsis die bestaat onder de kiezers op de ideologische flanken fundamenteel verschilt. Wij onderscheiden twee verschillende vormen van euroscepsis: ontevredenheid met het huidige functioneren van de EU tegenover principiële weerstand tegen verdere integratie. De onderstaande figuur toont hoe beide dimensies van euroscepsis samenhangen met de identificatie van kiezers als links of rechts. (Deze resultaten zijn gebaseerd op enquêteonderzoek uit 2009, maar we vinden vergelijkbare patronen voor 2014.)

 

Euroscepsis en links-rechtsideologie

Bron: Van Elsas, Hakhverdian & Van der Brug, 2016. European Election Study 2009 (Vijftien West-Europese landen).

 

Ontevredenheid met het functioneren van de EU ligt beduidend hoger onder linkse kiezers dan onder rechtse kiezers (figuur 1a; in 2014 neemt de grafiek iets meer te vorm van een hoefijzer aan). Interessant genoeg is deze relatie voor principiële euroscepsis juist volledig omgekeerd (figuur 1b): daar zijn het juist de rechtse kiezers die zich keren tegen de EU. Hoe linkser, hoe minder weerstand tegen verdere integratie.

Aanvullende analyses laten zien dat deze verschillen te begrijpen zijn vanuit de verschillende motieven die linkse en rechtse kiezers hebben om tegen de EU te zijn. Voor linkse eurosceptici is vooral de economische opzet van de huidige – in hun ogen neoliberale – EU een probleem, maar deze economische bezwaren leiden niet noodzakelijkerwijs tot een principiële afwijzing van Europese integratie als ideaal. Verdergaande integratie kan juist ook als een oplossing van het probleem worden opgevat – denk aan het idee van een ‘Sociaal Europa’. In de retoriek van radicaal linkse partijen zien we eerder een verlangen naar een ‘ander Europa’ en een afwijzing van ‘deze EU’ dan een categorische afwijzing van EU-lidmaatschap. In zijn speech in het Europees Parlement van 8 juli 2015 zei de Griekse premier Alexis Tsipras dan ook het volgende:

The brave choice of the Greek people does not stand for a break with Europe, but for a return to the founding principles of European integration, the principles of Democracy, solidarity, mutual respect and equality.

 

Hoe anders is het op de rechter flank. De bezwaren van radicaal rechtse kiezers zijn cultureel en nationalistisch van aard; zij vrezen het afbrokkelen van nationale soevereiniteit en culturele identiteit. Hun weerstand is fundamenteler en richt zich op iedere vorm van supranationale samenwerking die verder gaat dan het strikt noodzakelijke, wat zich vervolgens uit in wantrouwen tegen de EU in haar huidige vorm én als ideaal. Deze groep zou het liefst zo snel mogelijk een referendum uitschrijven naar Brits voorbeeld om uit de EU te stappen.

Kortom, het hoefijzermodel maskeert grote verschillen tussen linkse en rechtse euroscepsis. Dit heeft gevolgen voor beleidsmakers die eventuele stijgende euroscepsis onder Europese burgers willen bestreden: niet als één monolithisch ‘nee’ tegen de EU, maar als een verzameling verschillende bezwaren gericht op verschillende aspecten van het Europese project. Maatwerk is dus geboden. Een electorale basis voor eurosceptische coalities dwars door de linksrechtsverhoudingen heen lijkt in elk geval zwak – en zo geven de Europese kiezers weinig aanleiding tot het vormen van coalities naar het Griekse voorbeeld.

 

Beeld: Diliff (eigen werk) [CC BY-SA 3.0 or GFDL], via Wikimedia Commons

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: EU, euroscepsis, ideologie, Links/rechts

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Foto door Risastla, CC-BY-SA 2.0

Wat zijn de kleine partijen van plan met onze democratie?

Lokale democratie niet verbeterd… maar ook niet verslechterd

De gaande en de komende kiezer: Forum voor Democratie na de breuk

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in