• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Loes Aaldering

Loes Aaldering is universitair docent Vergelijkende Politiek aan de afdeling Bestuurswetenschap en Politicologie van de VU Amsterdam. Haar onderzoek richt zich vooral op politiek leiderschap en mediaberichtgeving; gender, politiek en media; verkiezingscampagnes en electoraal gedrag; en politieke vertegenwoordiging.

Laatste berichten door Loes Aaldering

Kost het partijen kiezers als ze meer vrouwen op de lijst zetten? Voor bijna alle partijen is het antwoord: nee!

door Loes Aaldering, Eefje Steenvoorden, Daphne van der Pas 21/09/2022 1 Reactie

Vrouwen zijn nog altijd ondervertegenwoordigd in de politiek. Zo is momenteel nog geen 39% van de Tweede Kamerleden vrouw. Factoren waarvan we weten dat ze hierbij een rol spelen zijn: minder politieke ambities onder vrouwen dan onder mannen, de manier waarop politieke partijen kandidaten werven, en verschillen in mediaberichtgeving tussen mannelijke en vrouwelijk politici (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier). Maar ligt de oorzaak van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de politiek ook gedeeltelijk bij de kiezer?

Recent onderzoek laat zien dat de invloed van de kiezer beperkt is: zowel uit survey-data als uit experimenteel onderzoek blijkt dat kiezers geen voorkeur voor mannelijke politici hebben en niet meer geneigd zijn om op mannen te stemmen dan op vrouwen (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier).

In een recent onderzoek hanteerden wij een iets andere werkwijze. We hebben gekeken hoeverre kiezers van verschillende partijen op dit vlak verschillende voorkeuren laten zien. Daartoe hebben we een survey experiment uitgevoerd (in 2019), waarin meer dan 13 duizend leden van het EenVandaag OpiniePanel participeerden. We gaven respondenten informatie over een nieuw fictief Tweede Kamerlid, waarbij we de politieke partij, sommige karaktereigenschappen en het geslacht van de politicus randomiseerden.

We ontdekten dat kiezers van verschillende partijen duidelijk verschillende politieke gender-attitudes hebben (zie Figuur 1 en deze eerdere blog hierover): Kiezers van linkse partijen hebben  progressievere houdingen (een lagere score) en kiezers van rechtse partijen conservatievere houdingen (een hogere score) als het gaat om de rol van vrouwen in de politiek.

Toch resulteren deze verschillende politieke gender-attitudes nauwelijks in verschillen in beoordeling van een mannelijke of vrouwelijke politicus. Figuur 2 plot de effecten van gender van de fictieve politicus (man vs vrouw) op de algemene beoordeling van de politicus (sterk negatief tot sterk positief) voor de verschillende partijen, waarbij een effect significant is als het betrouwbaarheidsinterval de nullijn niet raakt. Dat het betrouwbaarheidsinterval voor de SGP zo groot is, komt omdat er relatief weinig mensen in onze sample zaten die op de SGP hebben gestemd.

De Figuur laat zien dat gender van de fictieve politicus geen significant effect heeft op de beoordeling van de politicus voor de meeste partijen. Er lijkt een kleine voorkeur voor vrouwelijke politici te zijn onder (progressief) linkse partijen, maar dit is enkel significant voor D66. Aan de rechterzijde van het spectrum zien we alleen bij de SGP, PVV en FvD dat kiezers een voorkeur voor mannelijke politici hebben (waarbij dit effect voor FvD niet significant is).

Dit is goed nieuws voor de voorstanders voor meer vrouwen in de politiek: het lijkt erop dat meer vrouwen op de lijst maar voor heel weinig partijen nadelige electorale gevolgen zal hebben. Dat betekent dat bijvoorbeeld de VVD, waar momenteel maar 9 van de 34 Kamerleden vrouw is, weinig electoraal risico loopt door dit aantal flink op te schroeven. Dus VVD: grijp deze kans!

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: gender, Vertegenwoordiging

Het Mysterie Marijnissen

door Loes Aaldering 19/05/2021 2 Reacties

Tijdens de verkiezingscampagne was leiderschap een belangrijk thema. Rutte heeft zijn ruime ervaring als leider constant benadrukt, terwijl de campagne slogan van D66 ‘tijd voor nieuw leiderschap’ luidde. Maar hoe denken de kiezers over de leiderschapskwaliteiten van politici? En zijn ze tijdens de campagne de lijsttrekkers steeds positiever of negatiever gaan beoordelen op hun leiderschapskwaliteiten?

Het  VU verkiezingsonderzoek 2021 vroeg kiezers voor en na de Tweede Kamerverkiezing hoe integer en sympathiek ze lijsttrekkers vinden en of lijstrekkers weten wat er leeft in de samenleving.  De resultaten worden weergegeven in de onderstaande figuur (zie ook hier).

Noot: De eerste wave van het VU verkiezingsonderzoek 2021, verzameld tussen 15 en29 januari 2021, bestaat uit 2400 respondenten en is representatief op basis van geslacht, leeftijd opleidingsniveau en de regio waarin mensen wonen. De laatste wave van het verziekingsonderzoek is verzameld tussen 19 maart en 9 april 2021 en hierin zijn 1297 respondenten die ook in de eerste wave hebben deelgenomen opnieuw geïnterviewd. Omdat het aan het begin van de campagne nog niet duidelijk was welke nieuwe partijen er allemaal in de Kamer zouden komen, zijn respondenten enkel bevraagd over de lijsttrekkers van partijen die al in de Kamer zaten aan het begin van de campagne. Kiezers zijn bevraagd over hoe integer en sympathiek ze lijsttrekkers vinden en of lijstrekkers weten wat er leeft in de samenleving (op een schaal van 0 tot 10).

En de winnaar is … Marijnissen?

Het eerste wat opvalt is dat SP-leider Lilian Marijnissen het heel erg goed heeft gedaan. Niet alleen scoort zij gemiddeld genomen het hoogst van alle lijsttrekkers, ook wordt zij op alle drie de leiderschapskenmerken die hier zijn meegenomen gedurende de campagne steeds positiever beoordeeld. Ook Sigrid Kaag van D66 en Geert Wilders van de PVV worden gedurende de campagne steeds beter beoordeeld op alle leiderschapskenmerken. Al scoren zij aanzienlijk lager dan Marijnissen, zeker Wilders.

Daarnaast laat deze figuur zien dat Wopke Hoekstra van het CDA geen goede campagne heeft gevoerd. Aan het begin van de campagne waren mensen behoorlijk positief over de leiderschapskwaliteiten van Hoekstra (hij scoorde toen het hoogst van alle lijstrekkers), maar gedurende de campagne is bij hem de grootste daling te zien in de beoordeling op alle drie de leiderschapskenmerken. Ook Mark Rutte (VVD), Jesse Klaver (Groenlinks), Lilian Ploumen (PvdA) en Liane den Haan (50Plus) zullen niet heel tevreden zijn over hun campagne: allen worden aan het einde van de campagne negatiever beoordeeld dan aan het begin van de campagne op integriteit, sympathie en weten wat er leeft in de samenleving.

Bij Esther Ouwehand (PvdD), Farid Azarkan (Denk), Gert-Jan Segers (CU) en Kees van der Staaij (SGP) is het beeld wat minder eenduidig. Zij worden allemaal positiever beoordeeld op sommige leiderschapskenmerken en negatiever op andere naarmate de campagne verstrijkt. De evaluatie van Thierry Baudet (FvD) op zijn leiderschapskenmerken veranderd niet noemenswaardig tijdens de campagne. Wel opvallend is dat hij gemiddeld genomen het slechtste scoort van alle lijsttrekkers, met enkel Azarkan enigszins in de buurt.

Doen leiderschapsevaluaties ertoe?

Uit onderzoek weten we dat leiderschapsevaluaties door kiezers van invloed kunnen zijn op hun stemgedrag (zie bijvoorbeeld hier, hier en hier). Waarschijnlijk hebben deze leiderschapsevaluaties ook een rol gespeeld in de uiteindelijke verkiezingsuitslag: De meeste lijsttrekkers die gedurende de campagne steeds slechter beoordeeld werden door kiezers op hun leiderschapskwaliteiten hebben ook zetels verloren in de verkiezingen (dit geldt bijvoorbeeld voor Klaver, den Haan en Hoekstra). Daarnaast zien we bij Kaag het omgekeerde gebeuren: ze werd steeds positiever beoordeeld op haar leiderschapskenmerken en heeft zetels gewonnen. Rutte kreeg weliswaar steeds slechtere evaluaties naarmate de campagne vorderde, maar scoort nog steeds relatief erg hoog en is de grootste partij geworden.

Maar wat deze figuur vooral ook laat zien is dat leiderschapsevaluaties zich zeker niet altijd vertalen in Kamerzetels. Zo werd Wilders gedurende de campagne steeds beter beoordeeld door kiezers op zijn leiderschapskwaliteiten maar verloor toch zetels, terwijl Baudet relatief slecht scoort op zijn leiderschapskwaliteiten maar wel zetels heeft gewonnen. Maar de grootste discrepantie zien we wel bij Marijnissen: zij scoort het beste van alle lijsttrekkers op de leiderschapskwaliteiten, maar heeft hier geen zetelwinst aan over gehouden. In tegenstelling tot de evaluaties van bijvoorbeeld Baudet, die zeer geliefd is door zijn eigen achterban maar sterke negatieve gevoelens oproept bij velen anderen, lijkt de score van Marijnissen te betekenen dat zij steun geniet van een grote en gevarieerde groep kiezers. Als men een verbinder en vernieuwer zoekt in Den Haag, dan is Marijnissen dus een onverwachte maar wellicht goede keuze.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie

Media-aandacht voor vrouwelijke lijsttrekkers

door Loes Aaldering, Daphne van der Pas 15/03/2021 1 Reactie

Krijgen mannelijke politici meer aandacht in de media dan hun vrouwelijke collega’s? Dit is een interessante vraag in de huidige verkiezingscampagne, waaraan een ongekend aantal vrouwelijke lijsttrekkers meedoet. Om deze vraag te beantwoorden gebruiken we data van het VU verkiezingsonderzoek 2021, waarin alle media-aandacht voor de lijsttrekkers van de grootste partijen is gemeten (periode: 1 januari – 11 maart 2021). We kijken daarbij naar de nationale kranten, de belangrijkste talkshows op televisie en de belangrijkste nieuwswebsites (nos.nl en nu.nl).

We hebben berekend hoeveel media-aandacht er voor leiders te verwachten is op basis van het huidige aantal Kamerzetels, de stand in de Peilingwijzer en deelname (of niet) in het huidige (demissionaire) kabinet. Vervolgens hebben we gekeken in hoeverre de lijsttrekkers over- of ondervertegenwoordigd zijn in de media. De figuur hieronder laat de resultaten zien.

Rutte, bijvoorbeeld, krijgt ongeveer evenveel aandacht als dat te verwachten valt op basis van de grootte van de partij en het feit dat hij minister-president is. De figuur schetst een duidelijk beeld: bijna alle lijsttrekkers die minder media-aandacht krijgen dan je zou verwachten zijn vrouw, terwijl alle lijsttrekkers die meer media-aandacht krijgen dan je zou verwachten man zijn.


herbal remedies perimenopause hollandpillen.com/zolpidem-eg-online-kopen/ oakley prescription lenses

Dit kan verregaande gevolgen hebben. De oververtegenwoordiging van mannelijke lijsttrekkers en ondervertegenwoordiging van vrouwelijke lijsttrekkers in de media kan de electorale kansen voor de partijen van vrouwelijke lijsttrekkers negatief beïnvloeden: media-aandacht, zeker tijdens een verkiezingscampagne, is cruciaal voor naamsbekendheid en heeft een positief effect op de stemkans voor de partij van de lijsttrekker (zie bijvoorbeeld hier en hier).

Nu is dit natuurlijk een kort snapshot, met maar 13 leiders, waardoor je nog zou kunnen denken dat vrouwelijke lijsttrekkers er hier toevallig bekaaid vanaf komen. Maar er is veel onderzoek gedaan naar de verschillen in mediaberichtgeving over mannelijke en vrouwelijke politici, en dat laat een consistent beeld zien. In een meta-analyse van dit onderzoeksveld (zie artikel en blogpost), vinden wij dat vrouwelijke politici in landen met een proportioneel kiesstelsel, zoals Nederland, minder media-aandacht krijgen dan hun mannelijke collega’s.

Dit patroon is ook dit jaar, waarin een historisch aantal partijen een vrouwelijke lijsttrekker heeft, niet verbroken.

Filed Under: Media Tagged With: verkiezingen

Identiteitspolitiek: wat politiek is voor de een, is persoonlijk voor de ander

door Ming Boyer, Loes Aaldering 27/01/2021 0 Reacties

Mensen vatten niet al het nieuws hetzelfde op, maar denken vanuit het perspectief van hun politieke ‘stam’. Het is makkelijk om mee te gaan met de argumenten van je favoriete partij, maar op argumenten van de overkant reageren we meestal sceptischer. Dit onderbewuste proces wordt ook wel ‘motivated reasoning’ (gemotiveerd redeneren) genoemd en leidt tot politieke polarisatie tussen linkse en rechtse burgers. Maar het nieuws refereert niet alleen naar politieke groepen (zoals met “linkse” of “rechtse” standpunten), maar ook naar groepen op basis van bijvoorbeeld etniciteit, religie of gender. Wanneer onderwerpen in het maatschappelijk debat naar beide refereren, noemen we dit identiteitspolitiek. Maar hoe werkt gemotiveerd redeneren, wanneer er naast je politieke identiteit nóg een groepsidentiteit in het spel is? Dit onderzochten we in een experiment.

Maatschappelijke status

Sommige groepen hebben meer aanzien en meer toegang tot middelen in de maatschappij dan andere: ze genieten meer maatschappelijke status. De Sociale Identiteitstheorie voorspelt dat mensen in een groep met een lagere status zich sterker door dit aspect van hun identiteit laten leiden wanneer ze zich bedreigd voelen*. Daarom verwachtten we dat iemands politieke identiteit juist belangrijker is voor mensen die behoren tot de groep met een hogere status

Wij testten deze hypothese in Oostenrijk, waar in 2017 een wettelijk genderquotum is ingevoerd voor toezichtraden van grote beursgenoteerde bedrijven. Voorstanders van dit quotum (vooral aan de linkerkant van het politiek spectrum) benadrukten de achtergestelde positie van vrouwen bij het krijgen van zulke posities. Tegenstanders (voornamelijk aan de rechterkant van het politiek spectrum) noemden het quotum discriminatie tegen mannen. Een genderquotum is daarom een goed voorbeeld van identiteitspolitiek: het betreft zowel de politieke als de genderidentiteit. Het is ook een onderwerp met duidelijk statusverschil: vrouwen hebben minder zetels in raden van toezicht dan mannen, en krijgen moeilijker toegang tot leidinggevende functies. We lieten een groep van meer dan 1000 Oostenrijkers een nieuwsartikel lezen dat het quotum ofwel steunde, of verwierp. Vervolgens maten we in hoeverre ze tegenargumenten bedachten en hoe ze over het genderquotum dachten. Dat laatste vergeleken we met een controlegroep waarin participanten een ongerelateerd nieuwsartikel lazen.

Hoe verwerken we nieuws over identiteitspolitiek?

In de onderstaande grafiek zien we hoe sterk participanten gemiddeld argumenteerden tegen het gemanipuleerde nieuwsbericht. Een score boven nul betekent dat mensen sterker argumenteerden tegen het artikel dat het quotum verwierp dan tegen het artikel dat het quotum steunde, en een score onder nul vice versa. We zien dat de mate waarin mannen tegen de artikelen argumenteerden sterk afhankelijk is van hun politieke identiteit: linkse mannen zijn sceptischer over het verwerpen van het genderquotum dan het steunen ervan, maar vooral rechtse mannen argumenteren sterk tegen het pro-quotum artikel vergeleken met het contra-quotum artikel. Wat nog meer opvalt, is dat dit effect voor vrouwen niet aanwezig is.

Figuur: Het verschil in mate van tegenargumentatie tussen mensen die het artikel lazen dat het genderquotum verwerpt of het artikel dat het quotum steunt, met 95%-betrouwbaarheidsinterval (vertaald naar het Nederlands uit ons artikel).

Als we kijken naar de meningen van participanten over het genderquotum, zien we een vergelijkbaar effect. In de figuur hieronder vergelijken we mensen die een van de gemanipuleerde nieuwsberichten lazen over het genderquotum met de controlegroep. Een score boven nul betekent dat deze mensen positiever werden over het genderquotum, en een negatieve score betekent dat deze mensen negatiever over het quotum werden. Hier zien we het effect van de manier waarop mensen onbewust argumenteren: rechtse mannen denken negatiever over het genderquotum, ongeacht welk artikel ze erover lazen. Als het artikel het genderquotum verwierp waren ze immers niet zo sceptisch en bij het artikel dat het quotum steunde bedachten ze allerlei tegenargumenten. Linkse mannen en vrouwen (ongeacht hun politieke voorkeur) verschillen niet van de controlegroep.

Figuur: Het verschil in mening over het genderquotum tussen mensen die de artikelen over het quotum lazen en de controlegroep, met 95%-betrouwbaarheidsinterval (vertaald naar het Nederlands uit ons artikel).

We zien in onze data dus geen universele polarisatie wanneer het over identiteitspolitiek gaat, maar alleen tussen linkse en rechtse mensen die politiek gemotiveerd zijn. Dat is de groep met meer status – in dit geval mannen. Voor de groep met minder status – in dit geval vrouwen – relateert zo’n onderwerp eerder aan hun andere groepsidentiteit (hier gender) en zien we geen verschuivingen. Dat zou kunnen komen omdat zij al sterkere meningen ontwikkeld hebben over dit onderwerp, of omdat het in dit geval gaat om een wet die hun positie versterkt. Beide groepen beschermen hun eigen groep: de mannen beschermen hun politieke groep en de vrouwen hun gender groep. Dit is niet verwonderlijk. Voor mannen is de achterstelling van vrouwen op de arbeidsmarkt abstract, maar voor veel vrouwen kan het een gedeelde ervaring zijn. Wat politiek is voor de een, is persoonlijk voor de ander.

*Dit geldt vooral wanneer mensen niet het gevoel hebben dat ze uit deze groep kunnen stappen, zoals meestal het geval is met gender, seksualiteit of etniciteit, en waarvan ze het onterecht vinden dat ze een lagere status hebben.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Media Tagged With: gender, identiteit, identiteitspolitiek, motivated reasoning, politieke psychologie

Hoe FvD-kiezers denken over vrouwen in de politiek

door Loes Aaldering, Daphne van der Pas 09/12/2020 5 Reacties

Forum voor Democratie is de afgelopen weken flink in opspraak geraakt vanwege racistische en antisemitische uitlatingen van de jongerenpartij en de reactie van Thierry Baudet hierop. Maar niet alleen heeft Baudet een dubieuze reputatie als het over racisme gaat, ook zijn seksistische uitlatingen zijn meermalen aan bod gekomen. In dit interview met Quote in 2017 (al eerder op SRV aangehaald) stelde Baudet dat vrouwen:

‘minder excelleren in een heleboel beroepen en minder ambitie hebben. Vaak ook meer interesse hebben in gewoon meer familieachtige dingen enzo’

Maar hoe denken de kiezers van FvD eigenlijk over vrouwen? Meer specifiek: hoe denken zij over de rol van vrouwen in de politiek?

We hebben dit onderzocht door een aantal stellingen met betrekking tot vrouwen in de politiek voor te leggen aan leden van het EenVandaag Opiniepanel in juni 2019 (14.712 respondenten). De gemiddelde score op deze meting van progressieve of conservatieve opvattingen over vrouwen in de politiek is in Figuur 1 afgezet tegen de partij waarop kiezers gestemd hebben in 2017. Dat laat het volgende beeld zien:

Figuur 1. Opvattingen over gender en politiek, naar stemgedrag in 2017

Zoals te verwachten hebben de kiezers van de linkse partijen sterkere gender progressieve houdingen en de kiezers van gereformeerd christelijke en rechts (populistische) partijen sterkere gender conservatieve attitudes. GroenLinks-kiezers zijn het meest gender progressief, terwijl SGP- en FvD-kiezers de meest conservatieve houding hebben over vrouwen in de politiek.

Vijf stellingen over gender en politiek

Om welke houdingen gaat het dan precies? Om daar een beter beeld van te geven, vergelijkt de onderstaande figuur de antwoorden van de kiezers van GroenLinks (in groen) en FvD (in rood) in meer detail.

Figuur 2. Opvattingen over vrouwen en politiek, GroenLinks-kiezers (groen) en FvD-kiezers (rood)

FvD-kiezer: Weinig animo voor een vrouwelijke premier, of meer vrouwen in de politiek

De verschillen in opvattingen over vrouwen in de politiek tussen de kiezers van de twee partijen loopt flink uiteen. 60% van de GroenLinks-kiezers in de sample hoopt dat Nederland in de komende 10 jaar een vrouwelijke minister-president krijgt, terwijl 66% van de FvD-kiezers hier geen mening over heeft en 24% van de FvD-kiezers dit nadrukkelijk niet hoopt.

Van de GroenLinks-kiezers vindt 75% dat partijen meer zouden moeten doen om meer vrouwen in de Tweede Kamer te krijgen, terwijl maar 13% van de kiezers van FvD deze mening is toegedaan en 51% het hier mee oneens is.

Ook in meer fundamentele opvattingen over gendergelijkheid, verschillen de groepen kiezers van mening. 83% van de GroenLinks-kiezers is het oneens met de stelling dat mannen beter in staat zijn op politieke beslissingen te nemen dan vrouwen, ten opzichte van 43% van de FvD-kiezers.

Dat geldt ten slotte ook voor percepties van kansengelijkheid. 73% van de GroenLinks-kiezers gelooft dat het in Nederland voor een man makkelijker is om minister te worden dan voor een vrouw. Onder de FvD-kiezers is 34% van de kiezers hiervan overtuigd, terwijl 30% dit niet gelooft. Tot slot zien we soortgelijke verschillen in de meer algemene opvatting over kansengelijkheid: 60% van de GroenLinks-kiezers is het eens met de stelling dat vrouwen minder kansen krijgen in de politiek dan mannen, terwijl 55% van de FvD het hiermee oneens is.

Gender-conservatieve kiezers

Het is duidelijk dat FvD-kiezers vrij conservatieve ideeën hebben over de rol van vrouwen in de politiek. Anders dan bij de onlangs gedane racistische en antisemitische uitlatingen die ruim 77% van de FvD stemmers (zeer) onacceptabel vindt (zie deze blog), lijken de Forum voor Democratie-kiezers uit 2017 hierin dus aan te sluiten bij de algemenere stellingname van Thierry Baudet in het Quote-interview van 2017.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie Tagged With: Forum voor Democratie, gender, vrouwen, vrouwen in het parlement

  • Go to page 1
  • Go to page 2
  • Go to Next Page »

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

Aflevering 70 – Het werk van een klinisch viroloog in tijden van Covid-19, met Katja Wolthers

Kan je met geld de uitkomst van een referendum kopen?

Eerlijke verkiezingen en de Nederlandse poststem

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in