• Skip to primary navigation
  • Skip to main content
  • Skip to primary sidebar
StukRoodVlees

Politicologie en actualiteit

  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

Mariken van der Velden

Mariken van der Velden is universitair docent Politieke Communicatie bij de afdeling Communicatiewetenschappen van de Vrije Universiteit Amsterdam.

Website: https://research.vu.nl/en/persons/mariken-van-der-velden

@@MarikenVelden volgen

Laatste berichten door Mariken van der Velden

Wat willen kiezers na 17 maart?

door Mariken van der Velden 10/02/2021 0 Reacties

Op 17 maart zijn er verkiezingen voor de Tweede Kamer. In de aanloop naar de verkiezingen, zullen dit jaar de campagnes veelal via de media gespeeld worden, omdat campagne voeren “in het land” door de huidige Corona maatregelen niet mogelijk is. Afgelopen dinsdag 8 februari was de aftrap hiervan. Het het eerste lijsttrekkers debat vond plaats: het Lijsttrekkersdebat over het Noorden. Naast over het voetlicht brengen waar de eigen partijen voor staan, waren er ook een aantal politieke partijen die samenwerking bepleiten. Rob Jetten van D66 begon bijvoorbeeld over samenwerking als het gaat om de Lelylijn.

Het benadrukken van samenwerken is ongewoon tijdens de Nederlandse campagneperioden. Waar coalitielanden zoals Duitsland een traditie hebben van de zogenoemde coalitiesignalen, waar politieke partijen aangeven met wie ze graag willen regeren, kent Nederland deze traditie niet. Sterker nog: in een uitzending van De Wereld Draait Door tijdens de 2012 verkiezingscampagne, stelde Rutte dat de samenwerkingsvraag na de verkiezingen niet voor de verkiezingen op tafel moet komen te liggen, omdat de kiezer dan wordt overgeslagen.

Deze (oude) uitspraak van Rutte staat haaks op wetenschappelijk onderzoek. Dat laat zien dat het duidelijk uitspreken van met wie je samen wil regeren, zorgt ervoor dat kiezers hun stem hierop kunnen aanpassen (zie bijvoorbeeld het onderzoek hier). Uit onderzoek van onder andere Tom van der Meer weten we ook dat ook Nederlandse kiezers vaak meerdere partijen sympathiek vinden en een (klein) groepje van partijen als stemkeuze overwegen. Deze strategie, voorzichtig geprobeerd door Jetten in het Lijsttrekkersdebat van het Noorden, is dus nog niet zo’n gek idee: coalitiepolitiek is in Nederland een essentieel onderdeel van de politiek. Spreek uit met wie je samenwerkt, dat helpt de kiezer in haar overwegingen!

Als onderdeel van de verkiezingsstudie van Politieke Communicatie onderzoeksgroep aan de Vrije Universiteit Amsterdam, brengen wij in kaart hoe Nederlanders denken over een nieuwe regering. De linkerzijde van Figuur 1 laat zien dat een relatieve meerheid van ongeveer 35% het liefst drie partijen in een nieuwe regering samen ziet. Slechts 13% van de mensen ziet idealiter een regering van vier partijen; afgaand op de peilingen geen onrealistisch scenario. Nog meer partijen die samen de regering moeten vormen is al helemaal niet in trek. In de rechterzijde van Figuur 1 zien we dat de drie traditionele regeringspartijen – de VVD, het CDA en de PvdA – het vaakst genoemd worden, maar ook D66, Groenlinks, SP en PVV worden door ruim 20% van de ondervraagden genoemd als een voorkeurscoalitiepartij.

Figuur 1. Voorkeuren voor een nieuwe regering

Hoe realistisch zijn deze voorkeuren eigenlijk? Omdat er geen grote middenpartijen meer zijn in het Nederlandse partijlandschap, zal het vormen van de regering na de verkiezing hoogstwaarschijnlijk niet gemakkelijk gaan. Dit is overigens een trend die overal in Eurpa waargenomen wordt (voor meer informatie hierover, zie dit boek van collega’s Catherine de Vries en Sarah Hobolt). Als we de coalitiepartijvoorkeuren van mensen afzetten tegen recente polls van IPSOS politieke barometer, dan laten de gele staven in Figuur 2 zien dat een minderheid van de ondervraagden een voorkeur voor een regering heeft die op dit moment een meerderheid in de peilingen heeft. Zo heeft bijvoorbeeld slechts zes van de 37 procent die de VVD in een nieuwe regering wil, een voorkeur voor een regering met de VVD die op dit moment een meerderheid heeft. Mensen die graag 50Plus, Partij van de Dieren of Forum voor Democratie in een nieuwe regering zouden willen, hebben een ideale regering voor zich die op dit moment niet op een meerderheid kan rekenen.

Figuur 2. Hoe realitisch zijn de coalitievoorkeuren?

Waar komen de voorkeuren voor een coalitiepartij vandaan? Politicologen hebben verschillende theorieën waarmee zij proberen te verklaren wie welk vakje rood kleurt in het stemhokje. Een belangrijke theorie om stemkeuze te verklaren gaat over ideologische afstand tussen partij en kiezer (voor het orgineel, zie hier). In Figuur 3 laat de lijn, die bijna perfect van linksonder naar rechtsboven in loopt, zien dat iemands ideologische positie sterk samenhangt met de ideologische positie van de partijen die degenen als voorkeurscoalitie aangeeft. Hoe donkerder paars de punten in de grafiek, des te meer ondervraagden zich op dat coordinaat bevinden. Figuur 3 laat ook zien dat de kwadranten linksonder en rechtsboven het dichts bevolkt zijn. Het lijkt er dus op dat ideologie zowel voor stemkeuze als coalitievoorkeur belangrijk is.

Figuur 3. Ideologie als verklaring voor coalitievoorkeur

Een andere belangrijke theorie over hoe mensen hun keuze in het stemhokje maken gaat over het evalueren van de prestaties van de regering (voor een overzicht van het toepassen van deze theoretische stroming, zie hier). In Figuur 4 laat ik zien dat dit niet de beste verklaring is voor welke partijen men graag opnieuw in de regering ziet. De eerste gele balk geeft aan 95% van de mensen die de VVD als voorkeurspartij heeft varieert tussen redelijk tevreden (score hoger dan 5) en ietwat ontevereden (score van 3), gemiddeld beoordeeld deze groep de VVD als ontevreden (score van 4). Als je de VVD graag terugziet in de regering, maar er niet zelf op gaat stemmen (groene balk), beoordeel je de prestaties van de VVD gemiddeld niet positiever of negatiever dan mensen die niet op de VVD stemmen én de VVD niet terugwillen zien in de regering (paarse balk). De spreiding in de “groene groep” is wel groter: sommige vinden dat de VVD redelijk gepresteerd heeft (scores tussen 5 en 6), andere zijn een hele andere mening toegedaan (scores tussen de 1 en 2). Een vergelijkbaar patroon zien we de ChristenUnie. Voor het CDA en D66 laat Figuur 4 zien dat het helemaal niet uitmaakt of het de voorkeurspartij is, ze graag terugziet in de regering of geen van beide, je bent ongeveer even negatief over de prestaties van respectievelijk het CDA en D66.

Figuur 4. Regeringsprestaties als verklaring voor coalitievoorkeur

Tot slot, een derde belangrijke verklaring van waarom mensen voor een partij stemmen is omdat ze de partij associëren met een bepaald onderwerp en het eens zijn met de positie van de partij op dit onderwerp. We zien ook regelmatig dat politici successen op bepaalde onderwerpen op eigen conto proberen te schrijven. Zo zagen we dat Wopke Hoekstra zich alvast te positioneren als de man die staat voor de familie door te pleiten dat de scholen weer open moeten, en Sigrid Kaag herinnerde de kiezer weer dat D66 dé onderwijspartij is door ook te stellen dat de scholen weer open moeten.

Wie associaeert welke partij met welk onderwerp? En maakt het uit of je die partij graag in de regering (terug) ziet? Over het algemeen zien we dat mensen die de partij graag in de regering zien (in het paars) en mensen die deze partij niet als voorkeurscoalitiepartij hebben (in het geel) niet verschillen: ze associeren dezelfde onderwerpen met de politieke partij en zijn het ook evenveel (on)eens met de positie van de partij op dit onderwerpen. Opvallend is dat dit voor twee partijen niet opgaat. Voor Denk en Forum voor Democratie zien we dat mensen die deze partij niet als voorkeurspartij voor een nieuwe regering hebben, zij het onderwerp asielzoekers en immigratie met de partij associeren. Als je Denk wél in de regering wil terugzien, heb je een positieve associate met het voorgestelde beleid over vrijheidsrechten, zoals vrijheid van meningsuiting, discriminatieverbod, tolerantie. Voor Forum geldt dat als je de partij terug wil zien in de regering, je Forum vooral positief associeert met het coronabeleid dat zij voorstaan.

Figuur 5. Associatie met politieke onderwerpen als verklaring voor coalitievoorkeur

Of dit overzicht Mark Rutte overtuigd van het belang om coalitiepolitiek al in de campagnetijd mee te nemen weet ik niet, maar het laat wel zien dat elementen die belangrijk zijn voor politieke partijen ná de verkiezingen, zoals ideologische afstand van elkaar en ministersposten kunnen bezetten op onderwerpen die binnen het profiel van de partij vallen, óók voor de kierzer een overweging zijn bij de keuze voor een nieuwe regering. Dus, mijn oproep aan de campagnevoerende politici: wees niet bang je uit te spreken over mogelijke samenwerking. De kiezer weet dat dit onvermijdelijk is in het Nederlandse politieke landschap.

Methodologische informatie

De figuren in deze blog zijn gebaseerd op data van de eerste wave van verkiezingsstudie opgezet door de Politieke Communicatie onderzoeksgroep aan de Vrije Universiteit. Op dit moment zijn we nog bezig met het verzamelen van opvolgende waves (6 in totaal tot aan na de verkiezingen). Deze data zullen zodra ze beschikbaar zijn opengesteld worden. Mocht je meer willen weten, kan je hier alvast een kijkje nemen in het codeboek waarin de vragen van de eerste wave beschreven staan.

Filed Under: Kiezers en publieke opinie, Uncategorized Tagged With: kiesgedrag, Publieke opinie, regering, verkiezingen

Verlies doet iets met politici en politieke partijen, maar wat precies?

door Mariken van der Velden, Barbara Vis 19/10/2018 0 Reacties

Nog nooit verloor een partij meer zetels dan de PvdA tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. De partij viel terug van 38 naar 9 zetels, een verlies dat overigens niet alleen door deelname in Rutte II zou komen (zie hier). Hoewel partijleider Lodewijk Asscher wel aanbleef, was dit historische verlies aanleiding voor toenmalige partijvoorzitter Hans Spekman om af te treden. Niet onverwacht doet verlies iets met politieke partijen en politici, maar wat precies? En wanneer is er eigenlijk sprake van verlies? Waar dit in het voorbeeld van de PvdA bij de 2017-verkiezingen zonneklaar is, blijkt uit ons, en gerelateerd, onderzoek dat deze vragen doorgaans nog niet zo eenvoudig te beantwoorden zijn.

 

Verlies zet aan tot verandering, ook in de politiek

Het meeste politicologische onderzoek laat zien dat politieke partijen hun programma of agenda – de standpunten over en/of aandacht voor onderwerpen – veranderen na zetelverlies bij de verkiezingen. Dat wordt doorgaans verklaart door te zeggen dat partijen luisteren naar de kiezer en dus responsief zijn. Nu klopt deze verklaring deels wel, maar wat hierbij vergeten wordt is dat verlies twee tot twee-en-een-half keer zo zwaar meeweegt in een beslissing als evenredige winst doet. Daniel Kahneman & Amos Tversky’s prospecttheorie beschrijft hoe mensen beslissingen met onzekere uitkomsten nemen. Zo nemen mensen doorgaans riskanter beslissingen, ofwel beslissingen meg een hogere variatie in de uitkomst, als ze geconfronteerd worden met mogelijke verliezen. Een riskant besluit kan  bijvoorbeeld flinke zetelwinst opleveren of juist tot verlies van een flink aantal zetels leiden. Geconfronteerd met mogelijke winst, daarentegen, nemen mensen volgens prospecttheorie juist beslissingen met weinig risico, zoals een besluit dat waarschijnlijk tot winst of verlies van 1 zetel leidt.

Door eerder onderzoek van en Jona Linde en Barbara Vis weten we inmiddels dat politici (grotendeels) dezelfde keuzes onder risico maken als ‘de rest van ons’, ofwel dat ook zij veel sterker reageren op verlies dan op winst.

 

Wanneer leiden politieke partijen eigenlijk verlies?

Om prospecttheorie toe te passen op politieke partijen moeten we bepalen wanneer zij verlies leiden. Als zij zetels hebben verloren, zoals in het voorbeeld van de PvdA in 2017, natuurlijk. Maar is er ook sprake van “verlies” als het zetelverlies minder was dan de peilingen voorspelden? Of als er zetels zijn verloren, maar de partij toch de grootste partij blijft (of wordt) en de coalitie kan formeren, zoals de VVD of de Duitse christendemocraten na de verkiezingen in 2017? Dat zijn geen eenvoudige vragen. Om de besluitvorming van politieke partijen te kunnen begrijpen, zo laat het proefschrift van Mariken van der Velden zien, dien je zowel naar de electorale prestaties van een partij te kijken als naar regeringsdeelname.

 

Variatie tussen regeringspartijen en oppositiepartijen

Om te kunnen onderzoeken of politieke partijen in hun besluitvorming vooral worden gedreven door verlies analyseerden wij samen met Gijs Schumacher >20.000 persberichten van politieke partijen in de Tweede Kamer tussen 1997 en 2014 (zojuist verschenen in Political Communication, [pay wall]). Door machine learning toe te passen, konden we al die persberichten clusteren op onderwerp, zoals sociaal beleid, economie of onderwijs. Met statistische analyses tonen we vervolgens aan dat de communicatie van oppositiepartijen via persberichten wel beïnvloed wordt door verlies van zetels bij de verkiezingen, maar niet door zulk verlies in de peilingen. Dit betekent dat oppositiepartijen die in de laatste verkiezingen verloren hebben, meer over andere onderwerpen gaan spreken om zo “zieltjes terug te winnen”. Regeringspartijen daarentegen passen hun communicatie noch aan op basis van het verlies in de peilingen noch op basis van verlies bij de verkiezingen. Er is dus een verschil in communicatiestrategieën tussen regeringspartijen en oppositiepartijen en op welk verlies zij reageren.

 

Samenwerking tussen regeringspartijen doet ertoe

In een andere studie laten Mariken van der Velden en Gijs Schumacher zien voor acht landen over ongeveer 50 jaar dat de aanpassingen van partijcommunicatie voor regeringspartijen sterk afhangt van de samenwerking met de huidige coalitiepartners: wanneer zij goede samenwerking genieten – geoperationaliseerd als een regering die populair is, regeringspartijen die elkaar goed kennen en geen conflicten hebben – veranderen regeringspartijen hun agenda nauwelijks. Wanneer partijen dit wel doen, bewegen de regeringspartijen naar elkaar toe. Wanneer de samenwerking echter moeizaam verloopt, veranderen zij hun agenda: zij distantiëren zich van de huidige regeringspartners. De conclusie die wij daaruit trekken is dat partijen met hun communicatie in hun partijprogramma aangeven met wie zij graag zouden regeren of doorregeren. Het partijprogramma informeert dus zowel de kiezer als de andere partijen. Om de besluitvorming te begrijpen, moet zowel verlies van regeringsdeelname als verlies van zetels in de Tweede Kamer bekeken worden.

 

Verschillende typen verlies doen ertoe

Verlies speelt dus wel zeker een rol in de besluitvorming van politieke partijen, maar dat geldt alleen voor verlies van zetels bij de verkiezingen. Politieke partijen maken tegelijkertijd meerdere afwegingen. Het besluit om het partijprogramma te veranderen kan enerzijds minder zetels opleveren, maar doordat je dichter bij een beoogde regeringspartij staat, kan het wel meeregeren opleveren.

 

Implicaties voor politieke besluitvorming

Wat leren deze resultaten ons over politieke besluitvorming? Politieke partijen in een systeem met coalitieregeringen, zoals in Nederland, moeten besluiten nemen in een erg ingewikkelde omgeving. Het veranderen van partijprogramma is daarom vaak riskant: het kan of meer zetels opleveren, of een plekje in de regering, of beide, of geen van beiden. Winst bij de verkiezingen leidt niet automatisch tot regeringsdeelname, net als verlies niet automatisch uitsluitsel betekent, laten politieke partijen hun programmatische veranderingen niet slechts van de grillen van de volatiele kiezer afhangen.

Ons onderzoek en gerelateerd onderzoek toont aan dat politieke partijen zich zowel responsief naar de kiezer gedragen en bereid zijn om regeringsverantwoordelijkheid te dragen. En terwijl er in de media vaak gesteld wordt dat politiek meer om “de poppetjes” gaat en er een crisis van de representatieve democratie is – dat laatste is wetenschappelijk gezien nog een empirische vraag – laat politicologisch onderzoek zien dat politici zich niet alleen maar op ofwel het pluche richten ofwel een speelbal zijn van de kiezer die niet weet wat hij of zij wil. Politieke partijen, en politici, proberen te balanceren tussen enerzijds samen regeren en dus compromissen sluiten en anderzijds het eigen politieke programma zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de wensen van de kiezer.

Deze tekst is gebaseerd op een presentatie van Mariken van der Velden tijdens de Avond van Wetenschap en Maatschappij in de Ridderzaal in Den Haag op 8 oktober 2018, waar zij en Barbara Vis tafelwetenschappers waren.

Filed Under: Democratie, Media, Politieke partijen, Regering en beleid, Uncategorized

Zijn er liberale en conservatieve wetenschappelijke waarheden?

door Mariken van der Velden 18/02/2015 1 Reactie

Afgelopen weekend was het naast Valentijnsdag ook Global Divestment Day. Op deze dag zijn er wereldwijd 450 acties ondernomen om aandacht te vragen voor alternatieven voor fossiele energie. Of, in de woorden van de organisatie: “We are demanding institutions to do what is necessary to avert the climate crisis by divesting from fossil fuels. Together, we are making fossil fuels history.”

Of deze slogan nu meer mensen zal overtuigen, is te betwijfelen. Recent wetenschappelijk onderzoek van Schuldt, Roh and Schwarz in Amerika laat zien dat Republikeinen minder vertrouwen hadden in wetenschappelijk onderzoek naar het klimaat als het bericht over dit onderzoek de woorden global warming gebruikt in plaats van het woord klimaatverandering.

[Read more…] about Zijn er liberale en conservatieve wetenschappelijke waarheden?

Filed Under: Politicologie en Methodologie Tagged With: klimaatverandering, rationaliseren

Representatie en rechten van LGBT: De gevolgen van parlementaire vertegenwoordiging van Lesbiennes, Homosexuelen, Bisexuelen en Transgenders

door Mariken van der Velden 27/08/2013 2 Reacties

De Russische antihomo-wet, die propaganda voor “niet-traditionele seksuele relaties” onder minderjarigen verbiedt, veroorzaakt al wekenlang grote internationale opschudding. Sportorganisaties als het IOC (vanwege de Winterspelen) en de FIFA (vanwege het WK) lopen op eieren. De Amsterdamse burgemeester Van der Laan riep de regering zondag op om een staatsklacht in te dienen tegen Rusland.

Een interessante vraag is of er een relatie bestaat tussen de wettelijke strijd voor gelijkheid op grond van seksuele geaardheid en het aantal lesbian, gay, bisexual and transgender (LGBT) parlementsleden. Andrew Reynolds van de Universiteit van North Carolina in Chapel Hill (VS) heeft dit in zijn onlangs gepubliceerde artikel Representation and Rights: The Impact of LGBT Legislators in Comparative Perspective onderzocht.

[Read more…] about Representatie en rechten van LGBT: De gevolgen van parlementaire vertegenwoordiging van Lesbiennes, Homosexuelen, Bisexuelen en Transgenders

Filed Under: Politieke partijen Tagged With: anti-homo, Biseksueel, Burgerrechten, discriminatie, Homoseksueel, Lesbienne, LGBT, Rechten, Rusland, Transgender, Vertegenwoordiging

Primary Sidebar

Volg ons

  • Facebook
  • Twitter
  • RSS Feed

Populaire berichten

De ideologie van Forum voor Democratie

De ongemakkelijke realiteit van de antivaccinatie-beweging

Wat als… Nederland het Britse kiesstelsel zou hebben?

Willekeurige berichten

De vrijheid om tolerant te zijn

Wat doet Wilders op de PVV poster voor de Provinciale Statenverkiezingen?

Creëer conflict in de coalitie!

Podcast

Episode 106 – “I’m f**king furious and I don’t f**king care anymore”, with Rob Ford

Rob Ford (University of Manchester) joins us to discuss the resignation of Liz Truss and the sorry … [Lees verder...]

Episode 105 – A new prime minister and a new monarch, with Rob Ford

For the first time ever, the UK acquired a new prime minister and a new monarch in the same week. … [Lees verder...]

Aflevering 104 – Terugblik gemeenteraadsverkiezingen, met Josje den Ridder, Simon Otjes en Tom van der Meer

We gaan de gemeenteraadsverkiezingen nabeschouwen met Josje den Ridder (SCP), Simon Otjes … [Lees verder...]

Populisme

Plaatjes van de electoraatjes: de radicaal-rechtse ruimte

Over anderhalve week stemmen we voor de Provinciale Staten en de waterschappen. Waar zullen we – … [Lees verder...]

Analyse van raadsinstrumenten laat zien: ook in gemeenteraden heerst het monisme

Het is alweer ruim een half jaar geleden dat de gemeenteraadsverkiezingen plaatsvonden. Inmiddels … [Lees verder...]

Gevoelens van culturele afstand als verklaring voor de opleidingskloof in anti-establishment-opvattingen en -gedrag

In veel Westerse democratieën leven onder een aanzienlijk deel van de bevolking … [Lees verder...]

Blogroll

  • Andrew Gelman
  • Ballots & Bullets
  • Fight Entropy
  • FiveThirtyEight
  • The Monkey Cage
  • The Upshot
  • Wonkblog
  • OVER SRV
  • AUTEURS
  • CATEGORIEËN
  • ARCHIEF
  • CONTACT

© 2023 StukRoodVlees

Copyright © 2023 · SRV Theme op Genesis Framework · WordPress · Log in