Wantrouwen richting de overheid, ‘de kloof’ en polarisering zijn thema‘s die het lekker doen in de media. En waar ook politici de mond vol van hebben. Maar hoe pak je dit aan? Eén van de creatiefste voorstellen komt van BBB: Kamerleden niet meer van links naar rechts, maar willekeurig, indelen. Zou dat werken of is het vooral leuk voor de bühne?
Voor de bühne zal het willekeurig husselen van de Tweede Kamer vooral verwarrend zijn. Momenteel overlapt de plek in de Kamer grofweg met politieke ideologie; links en progressief zit links, rechts en conservatief zit rechts. Daarnaast krijgen de grootste partijen steeds twee zetels vooraan en zijn alle zetels van één en dezelfde partij met elkaar ‘verbonden’. Ook zit elke partij aan een gangpad, waarschijnlijk omdat je dan makkelijker contact kunnen leggen tijdens een debat, of bij de interruptiemicrofoon kunt komen zonder dat andere partijen je blokkeren. Stel je voor dat Van der Plas zich door de GroenLinkers moet worstelen om ergens te geraken. Maar terug naar die ideologische plaatsing; dat principe wil BBB veranderen.
Willekeurig indelen tegen polarisatie
In haar programma (p.107) doet BBB het volgende voorstel: “Op dit moment worden partijen in de Tweede Kamer van links naar rechts ingedeeld. Om polarisatie in de Tweede Kamer tegen te gaan moet een loting bepalen welke partij in de Kamer waar gaat zitten.” Intuïtief klinkt dit misschien best logisch, maar waarom zou een andere indeling polarisatie tegengaan?
Het BBB-verkiezingsprogramma geeft geen uitleg, en Van der Plas is recentelijk wel meer verweten dat haar plannen wat hapsnap zijn, zoals bij de ‘gratis bier’-motie die ze met Omtzigt indiende. Maar als we even graven dan vinden we wel degelijk een idee en wel in een artikel in het AD uit 2021 waarin Van der Plas haar frustratie en plan in (iets) meer detail bespreekt. In het AD: “‘Ik zit nu helemaal achterin ergens. Maar waarom kan ik niet naast Klaver zitten?’ De BBB-voorvrouw en GroenLinks-leider zouden dan nog van elkaar kunnen leren, stelt ze.”
Figuur 1: Plattegrond van de huidige Tweede Kamer
Deze redenering sluit aan bij de klassieke contacthypothese in de sociologie: inter-groepcontact vermindert wederzijdse vooroordelen, en logischerwijs vergroot het daarmee begrip. En de mensen waar je letterlijk dichterbij zit, daarmee zul je meer contact hebben. Maar werkt dit ook zo in een parlement?
Waar je zit, is waar je staat
Voor zover wij weten is er geen wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd over de rol van zitplaats in het parlement op de relaties tussen parlementariërs. Echter, laten wij nu net bezig zijn met een onderzoek naar het Twittergedrag van Kamerleden, waarin we ook de fysieke afstand in de Tweede Kamer tussen Kamerleden opnemen.[i] Op basis daarvan kunnen we in ieder geval wat zeggen of het uitmaakt waar je zit, voor waar je staat qua houding richting anderen.
We keken naar de volg-, retweet- en @-mentionrelaties tussen Kamerleden na de verkiezingen van 2017. In de figuur hieronder zijn die weergegeven. Deze plaatjes illustreren een paar belangrijke punten. Zo zien we bij de volgrelaties (panel a) veel connecties over partijgrenzen heen, letterlijk van links naar recht en vice versa. Je volgt iemand omdat je een beetje wilt weten wat de ander doet. Dat wil je weten van je kameraden en je tegenstanders.
Figuur 2: Twitter relaties tussen Tweede Kamerleden (2017)
@-mentions en retweets werken wat anders. Met een retweet stuur je een bericht van een ander Kamerlid door naar jouw achterban. Je steunt die persoon dus eigenlijk. Het is dan ook niet verwonderlijk dat retweeten vooral sterk tussen Kamerleden van dezelfde partij gebeurt en tussen Kamerleden van ideologisch naburige partijen (zie panel b). @-mentions daarentegen zijn het meest verbonden aan discussie, anderen uitdagen, naming and shaming dat soort dingen. Daarom zien we bij @-mentions ook meer connecties tussen Kamerleden van verschillende partijen (panel c).
Van Twitterlogica naar de Tweede Kamer
Laten we deze Twitterlogica vertalen naar het plan van BBB. Voor dat plan om te werken, zouden we moeten vinden dat Kamerleden die dichter bij elkaar zitten elkaar niet zozeer meer @mentionen, maar wel meer volgen en zeker meer retweeten. Met complexe statistische netwerkanalysen waarin we allerlei andere dingen zoals ideologische verschillen, leeftijd en hoe belangrijk een politicus is al hebben weg gefilterd is dit getoetst. Wat blijkt:
- De fysieke afstand tussen de stoelen van twee Kamerleden lijkt niet duidelijk uit te maken voor hoe vaak ze elkaar @mentionen –ze zoeken niet meer of minder discussie op Twitter op;
- Kamerleden die dichter bij elkaar zitten zijn wel meer geneigd elkaar te volgen – je buur volg je uit goed fatsoen – en je neemt niet de moeite die te ontvolgen of om alle Kamerleden te volgen; en
- Kamerleden wiens zitplaatsen dichter bij elkaar zijn, retweeten elkaar vaker – los van hun partij tonen Kamerleden wat meer ‘positief affect’ naar hun buren.
Uiteraard zijn de effecten beperkt in grootte – het zou wat zijn als een stoelendans het Nederlandse beleid dreef – maar het plan van BBB is dus zo gek nog niet. Sterker nog, misschien moeten niet enkel de partijen, maar zelfs alle Kamerleden middels 150 bingoballetjes een plekje krijgen.
[i] Het is een manuscript dat we nu herzien voor een tijdschrift wat er wel iets in ziet. De vraag in het onderzoek gaat over of Kamerleden van dezelfde partij en Kamerleden die op elkaar lijken qua geslacht, migratieachtergrond en leeftijd meer of minder geneigd zijn elkaar te volgen, retweeten en @-mentionen. We houden binnen onze analysen onder andere rekening met de fysieke afstand tussen de zetels van de Kamerleden (naast bijvoorbeeld positie op de verkiezingslijst). Voor meer figuren en details zie onze replicatiewebsite behorende bij het manuscript: https://jochemtolsma.github.io/Twitter/
Ronald Heijman zegt
Veel belangrijker dan dat mevr. van der Plas dit wil, lijkt mij wat de gezamelijke kamer hiervan denkt over hun vergaderplek.
Laat ze maar een voorstel doen aan de kamer.
Mijn inschatting: afgewezen.