Morgen beginnen de Algemene Beschouwingen, een week later dan normaal. De bezuinigingsmaatregelen zijn afgelopen dinsdag formeel bekend gemaakt, een eerste debat
tussen de fractievoorzitters is al gevoerd – niet in het parlement maar op tv.
Wat kunnen we morgen verwachten? Regering en oppositie zullen ook dit jaar ongetwijfeld komen uitleggen waarop ‘het Nederlandse volk’ of ‘de hardwerkende burger’ best wel en absoluut niet wil bezuinigen. Met enige regelmaat publiceren onderzoeksbureaus dergelijke wensenlijstjes. Zo presenteerde Ipsos dit voorjaar een lijstje begrotingsposten ‘waarop absoluut niet bezuinigd mag worden’, met Volksgezondheid (taboe voor 75%) en Onderwijs (73%) als voornaamste taboes.
Maar wat zeggen zulke lijstjes nu eigenlijk?
Als het aan henzelf ligt, zullen burgers zorg en onderwijs beschermen. Maar een taboe blijkt het niet te zijn. De antwoorden hangen sterk af hoe dilemma’s in zulke lijstjes worden gepresenteerd.
Taboe?
Dat blijkt ook uit onderzoek van het SCP, in de kwartaalberichten van het Continu Onderzoek Burgerperspectieven (COB). In SCP-onderzoek van deze zomer is Nederlanders gevraagd of er meer geld, minder geld, of evenveel geld zou moeten gaan naar een groot aantal begrotingsposten. Respondenten werden niet gedwongen om kiet te spelen.
Dan lijken juist de grootste begrotingsposten de grootste taboes Werkgelegenheid (slechts 1% minder geld), Onderwijs, Zorg (beide -2%), Veiligheid op straat (-3%), Armoedebestrijding (-4%), en Onderzoek en techniek (-9%). Slachtoffers zijn relatief kleine begrotingsposten als Internationale militaire missies (59% wil minder geld), Ontwikkelingssamenwerking (54%), Kunst en Cultuur (42%), Integratie (40%) en milieu/klimaatverandering (36%).
Een grote meerderheid vindt het volgens datzelfde onderzoek overigens in algemene zin wel nodig te bezuinigen op de overheidsuitgaven (59% eens).
Afweging
Maar wat als kiezers gedwongen worden zo’n afweging te maken? Dit onderzocht het SCP in het najaar van 2012. Als kiezers wordt gevraagd om in totaal 10% op de begroting te korten, blijken zij wel degelijk bereid tot bezuinigen op de zogenaamde taboes. Zorg, Onderwijs en Pensioenen worden weliswaar relatief ontzien (minder dan 10% bezuinigd), maar niet langer taboe verklaard. Concreet worden de bezuinigingen overigens vooral ingevuld door een roep om meer efficiency, niet door harde keuzes. Wanneer kiezers worden gewezen op de grootte van de huidige begrotingsposten, worden de kleine nog altijd hard geraakt: Op Ontwikkelingssamenwerking zou dan 48% worden bezuinigd, op Cultuur 34%.
Informatiekloof
Het is bekend dat veel kiezers de feitelijke uitgaven verkeerd inschatten. Inderdaad werden in hetzelfde SCP-onderzoek de uitgaven aan Onderwijs sterk onderschat (18% van de begroting ipv 24%), die aan Ontwikkelingssamenwerking (6,9% ipv 3%, een factor 2,3) en Cultuur (7% ipv 1,8%, een factor 3,9) juist sterk overschat.
Ook wanneer groepen kiezers niet geïnformeerd zijn over de feitelijke uitgaven, zullen ze ten opzichte van hun (vaak foute) schattingen fors bezuinigen op Ontwikkelingssamenwerking en Cultuur.
Het is ironisch dat deze burgers (zonder informatie over de huidige uitgaven) ondanks hun forse bezuinigingen nog altijd veel meer geld zouden sturen naar Ontwikkelingssamenwerking (na hun bezuiniging nog altijd 4,1% van de begroting ipv 3% feitelijk) en Cultuur (4,9% ipv 1,8% feitelijk). Met andere woorden, als burgers de begrotingsposten from scratch zouden moeten invullen, lijkt er eerder een forse herverdeling te ontstaan.
Wat wil de burger?
Welk van de signalen moeten we nu serieus nemen? Wat willen Nederlanders? Is dat de ideale wensdroom waarin geen keuzes gemaakt hoeven te worden, of de afweging waar politici feitelijk moeten maken? Is dat de primaire reactie die stoelt op een gebrek aan inzicht in de feitelijke uitgaven, of is daar toch informatie voor nodig over de feitelijke begrotingsposten? Of moeten we kijken naar wat burgers een faire verdeling lijkt als ze geen informatie hebben over de huidige uitgaven?
Alleen in het eerste geval (de ideale wensdroom) lijken sommige begrotingsposten taboe. Alleen in het laatste geval (geen informatie) lijkt de overheid plots fors te moeten investeren in Ontwikkelingssamenwerking (2,3 keer zoveel uitgaven) en Cultuur (3,9 keer zoveel uitgeven).
Verkondig dus niet te snel wat ‘de burger’ wil. Dat hangt enorm af van de inkadering van de vraag. Mag een kiezer vrij roepen waar meer en minder geld naartoe zou moeten, dan peil je al snel valency issues. Niemand wil bezuinigen op zorg of onderwijs. Wordt een kiezer gedwongen een afweging te maken, dan blijken zorg en onderwijs plots niet zo’n enorm taboe. De posten worden ontzien, maar niet vermeden. Bovendien hebben veel kiezers weinig besef van de grootte van de uitgavenposten. Hun bezuinigingsdrift heeft dan meer te maken met de richting waarin ze willen gaan dan met relatieve uitgaven van begrotingsposten zelf, zoals het thermostaat-model in de Politicologie stelt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.