Wat zou er gebeuren als Nederland een districtenstelsel zou invoeren. Zou dat een manier zijn om de politieke fragmentatie in Nederland aan te pakken?
Ik heb Nederland verdeeld in 150 districten van vergelijkbare grootte. Op basis van de verkiezingsuitslag van de Provinciale Statenverkiezingen van 2015 per gemeente heb ik bepaald welke partij de grootste zou zijn in ieder district. Zo passen we het Britse kiesstelsel toe met relatieve meerderheden. De grootste partij per district wint het district, onafhankelijk van de vraag of die partij een meerderheid van de kiezers achter zich heeft. De Provinciale Statenverkiezingen waren natuurlijk geen puur nationale verkiezing, maar het geeft een goed beeld van de verdeeldheid van het Nederlandse politieke landschap anno 2015. Maakt zo’n districtenstelsel een einde aan de politieke versplintering die we de laatste jaren zien in Nederland? Hieronder staat een kaart met het resultaat.
Figuur 1: Uitslag van de verkiezingen van 2015 in 150 districten met relatieve meerderheden. Legenda: blauw VVD, geel CDA, paars D66, rood PvdA, bruin SP, oranje SGP, licht blauw CU, PVV donkerblauw.
Aangezien de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen geen uitgesproken winnaars had, produceert de omgerekende uitslag ook geen absolute winnaar. De VVD doet het goed: in 57 districten zijn de liberalen de grootste partij. Zij halen met name zetels in Noord- en Zuid-Holland en Utrecht. In de provincie scoort het CDA ook goed. Zij zijn de grootste in 33 districten. In een aantal steden (met name universiteitssteden als Amsterdam, Delft en Leiden), is D66 de grootste partij. Deze grote steden zijn samen goed voor 23 zetels. De extreme partijen zijn door het kiesstelsel niet geeëlimineerd: de PVV wint zetels in Flevoland en rondom Rotterdam. Dat is samen goed voor 14 zetels. De SP wint in Oost-Brabant, Oost-Groningen, Oost-Twente en Zuid-Limburg 13 zetels. Zelfs de kleine Christelijke partijen zijn niet uit het veld geslagen: de ChristenUnie wint twee zetels en de SGP vier. Deze districten liggen op de Bijbelgordel. De grootste verliezer van de verkiezingen is de PvdA. Deze partij houdt slechts vier zetels over (Leeuwarden, Doetinchem, Heereveen en Assen).
Beperkt een districtenstelsel de versplintering in het parlement? Ja, in de Eerste Kamer zijn er na de Eerste Kamerverkiezingen zes middelgrote partijen: VVD, CDA, D66, PvdA, SP en PVV. Al deze partijen winnen zetels in een door districten verkozen Tweede Kamer. Er zijn wel duidelijke verschillen: de VVD en CDA scoren veel sterker. Maar een helder twee partijenstelsel met één winnaar en de rest verliezers levert het niet op. Er is nog steeds een coalitie nodig: D66/VVD, CDA/VVD, D66/CDA/PvdA/SP/SGP, VVD/PVV/SGP halen allemaal een meerderheid.
Figuur 2: Uitslag van de verkiezingen in 2015 in een stelsel met relatieve meerderheden. N.B. Het gaat hier om het percentage van stemmen en zetels.
De geschetste uitslag geeft een vertekend beeld. Een districtenstelsel zal mensen dwingen om een keuze te maken voor een grote partij die kans heeft om te gaan regeren. De kiezers zouden uiteenvallen in een links blok en een rechts blok. Dat is precies wat er gebeurd is bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2012. Dat zou onder een districtenstelsel met relatieve meerderheden een helderder beeld op leveren. De districten zijn dan PvdA-rood of VVD-blauw. De PvdA wint alle zetels in de drie noordelijke provincies, in alle universiteitssteden, langs de IJssel en een aantal andere steden. De rest van Nederland zou dan VVD stemmen.
Figuur 3: Uitslag van de verkiezingen van 2012 in 150 districten met relatieve meerderheden. Legenda: blauw VVD, rood PvdA.
De kern van het probleem is dus eigenlijk de mate waarin bestaande partijen kiezers kunnen binden. De uitslag van 2012 zou minder verbrokkeld zijn dan de uitslag van 2015 onafhankelijk van het kiesstelsel. Dat heeft alles te maken met het feit dat kiezers gedwongen worden om te kiezen welke partij ze de grootste willen maken; dan wel door het kiesstelsel zoals in het Verenigd Koninkrijk dan wel door de media, zoals in Nederland. Er wordt veel geklaagd over de manier waarop de media de verkiezingscampagnes laten zien aan burgers, namelijk als een wedstrijd tussen twee partijen. Maar dat heeft een vergelijkbare werking als een ander kiesstelsel: het concentreert de macht bij een beperkt aantal partijen. In die zin heeft Nederland om aan politieke stabiliteit te winnen geen ander kiesstelsel nodig, maar gewoon meer hyperige journalisten en opiniepeilers.
LB zegt
Dit is een leuk onderwerp om te bespreken aan de borreltafel, maar het blijft koffiedikkijken. Het is te eenvoudig om de resultaten van een verkiezing ten aanzien van evenredige vertegenwoordiging te reflecteren op een hypothetische uitslag van een verkiezing met een districtenstelsel. De kieslijsten en campagnes zijn namelijk dan volledig anders. Het CDA zal meer provinciale kandidaten hebben die zich zullen richten op thema’s die spelen in de zuidelijk en oostelijke provincies, D66 juist op de Randstad etc. Een stem voor het CDA in Amsterdam en een stem voor de SP in Wassenaar zijn namelijk niets waard, een stem voor het CDA in Limburg en een stem voor de SP in Amsterdam kunnen het verschil maken tussen winst of niet-winst van een district.
Armen Hakhverdian zegt
Ik denk ook dat de fragmentatie aanzienlijk kleiner zou zijn als zo’n stelsel daadwerkelijk zou worden ingevoerd door strategisch kiesgedrag en eventueel door gerrymandering.
LB zegt
Een nog interessanter, maar ook een lastiger, onderzoek zou de werking van het Franse systeem in Nederland zijn (een eventuele tweede ronde tussen twee kandidaten als er in eerste instantie geen meerderheid is voor een kandidaat). Zouden de middenpartijen winst van een PVV-kandidaat, en wellicht ook een SP’er, dan voorkomen zoals het UMP en de socialisten een zege voor Front National voorkomen? Zou links meer districten winnen door betere samenwerking en strategisch stemmen door de PvdA, SP, GL, PvdD en wellicht een deel van D66?
Dick Kraaij zegt
Zoals gewoonlijk een ontnuchterend verhaal weer op deze prima site.
Echter, dat in een ‘minder versplinterde’ Eerste Kamer VVD/PVV/SGP samen een meerderheid kunnen behalen (iets dat nu veel minder waarschijnlijk lijkt), is behoorlijk opzienbarend. Het zal ook een hoop reuring geven. Het risico van (moord)aanslagen door een nieuwe Volkert of Bouyeri wordt groter, en Wilders en andere PVV’ers zullen nog zwaarder beveiligd moeten worden tegen Krapuul.
Benjamin Groenewolt zegt
“Deze partij houdt slechts vier zetels over (Leeuwarden, Doetinchem, Heereveen en Assen).”
Het plaatje suggereert Deventer, niet Doetinchem 🙂
Benjamin Groenewolt zegt
“Deze partij houdt slechts vier zetels over (Leeuwarden, Doetinchem, Heereveen en Assen).”
Het plaatje suggereert Deventer, niet Doetinchem 🙂
Bart zegt
Een heerlijk tijdverdrijf waaraan ik mij ook graag overgeef. De uitkomsten blijven echter speculatief. Een beetje kieswetgeografie en de uitkomst kan behoorlijk verschuiven. Verder is het zeer onzeker of er wel een links en een rechts blok ontstaat. Misschien slaan de christelijke partijen wel de handen ineen en zijn er drie blokken. Verder zullen de gevestigde ‘kleine’ overige partijen zich niet zomaar opzij laten schuiven. Ze kunnen stemakkoorden aangaan. D66 belooft bijvoorbeeld steun in haar kansloze districten in ruil voor steun in de grote steden. Kortom meer dan genoeg onzekere variabelen, maar de uitkomst zal ongetwijfeld minder versplinterd zijn dan onder evenredige vertegenwoordiging, maar ja, dat wisten we eigenlijk al uit de literatuur.
JD zegt
Ik zou het heel fijn vinden als we een ander woord zouden gaan gebruiken dan ‘districtentelsel’. Bijna elke democratie maakt gebruik van districten, ook onder evenredige vertwegenwoordiging. Als we het woord ‘districtenstelsel’ slechts hiervoor gebruiken beseffen mensen dat niet en krijg je reacties zoals we afgelopen weken hebben gezien, van mensen die zeggen, “he D66, kijk naar Engeland, is dit echt wat jullie willen?”.
Een betere naam is relatieve meerderheidsstelsel of iets dergelijks.
Josse de Voogd zegt
Mooi, leuk, interessant!
Die kaart van 2012, daar kun je waarschijnlijk zowel VVD als PvdA een absolute meerderheid geven door grenzen van districten te veranderen (gerrymandering). Beetje stad+veel suburb = VVD, maar net iets meer stad en iets minder suburb al weer PvdA.
Dan over de steden. Ze vallen vaak uiteen in verschillende districten. En dan verandert natuurlijk de uitslag (en dat uitzoeken is een hoop werk….). Ik denk dat een aantal districten een andere kleur zouden moeten krijgen: o.a. Rotterdam Noordwest naar D66, Den Haag Zuidwest naar PVV, Noord twijfelgeval D66/VVD, Amsterdam Zuidoost misschien PvdA, Amersfoort Noord + naar VVD, Groningen Noord misschien SP, Nijmegen West misschien SP, Utrecht West wellicht VVD. Tot slot Doetinchem is Deventer, en volgens mij zijn Heerlen en Kerkrade eo omgewisseld.
Ben ook benieuwd wat een tweede ronde zou doen. Ik denk o.a. SP er uit in Oss en Boxmeer.
Josse de Voogd zegt
Mooi, leuk, interessant!
Die kaart van 2012, daar kun je waarschijnlijk zowel VVD als PvdA een absolute meerderheid geven door grenzen van districten te veranderen (gerrymandering). Beetje stad+veel suburb = VVD, maar net iets meer stad en iets minder suburb al weer PvdA.
Dan over de steden. Ze vallen vaak uiteen in verschillende districten. En dan verandert natuurlijk de uitslag (en dat uitzoeken is een hoop werk….). Ik denk dat een aantal districten een andere kleur zouden moeten krijgen: o.a. Rotterdam Noordwest naar D66, Den Haag Zuidwest naar PVV, Noord twijfelgeval D66/VVD, Amsterdam Zuidoost misschien PvdA, Amersfoort Noord + naar VVD, Groningen Noord misschien SP, Nijmegen West misschien SP, Utrecht West wellicht VVD. Tot slot Doetinchem is Deventer, en volgens mij zijn Heerlen en Kerkrade eo omgewisseld.
Ben ook benieuwd wat een tweede ronde zou doen. Ik denk o.a. SP er uit in Oss en Boxmeer.