Mensen uit het Westen kiezen doorgaans alleen voor de riskante keuze in een situatie van verlies. Nu blijkt dat dit voor Chinezen niet opgaat. Waar de risicohouding van mensen uit het Westen varieert tussen situaties van winst en verlies, zijn Chinezen risicozoekend ongeacht de context. Wat is hier aan de hand?
Het patroon in het Westen: Winst of verlies doet ertoe
Aangezien veel beslissingen, zowel van “gewone” mensen als van bijvoorbeeld politici, riskant of onzeker zijn, is het niet vreemd dat er een omvangrijke literatuur bestaat over besluitvorming onder situaties van risico of onzekerheid. Veel van deze literatuur vindt bewijs voor de geldigheid van prospect theorie. Deze theorie is ontwikkeld door de psycholoog Daniel Kahneman en de wiskundige Amos Tversky en lag aan de basis van Behavioral Economics. Kahneman heeft dan ook in 2002 de Nobelprijs in de Economie ontvangen voor deze theorie. (Tversky was toen al overleden en daarmee uitgesloten voor een Nobelprijs). Een van de bevindingen van prospect theorie is dat de context, of framing, invloed heeft op de mate van risico die individuen bereid zijn te nemen. Geconfronteerd met een situatie van winst schuwen individuen risico; geconfronteerd met verliezen nemen ze juist veel risico. Dit patroon is gevonden voor veel verschillende soorten individuen, zoals studenten van verschillende opleidingen (bijvoorbeeld Economie en Sociologie), medici, mediators, patiënten en belastingbetalers.
Het patroon in China: Geen verschil tussen winst en verlies…
Onderzoek naar besluitvorming onder risico of onzekerheid wordt echter doorgaans gedaan in het Westen. Worden de besluiten die Chinezen nemen op eenzelfde manier beïnvloed door de framing van het keuzeprobleem als de besluiten van mensen uit het Westen? Een onderzoek van Brumagim en Xianhua – alweer uit 2005, maar ik kwam het pas zojuist tegen – in The Multinational Business Review laat zien van niet. Ongeacht de framing van het keuzeprobleem kozen Chinezen consequent voor de meest riskante optie. Dit is een zeer opmerkelijke bevinding omdat zij haaks staat op de gebruikelijke bevinding dat framing wel uitmaakt; het zogenaamde reflectie-effect.
Het experiment
De keuzeproblemen die Brumagim en Xianhua aan hun proefpersonen hebben voorgelegd, volgen een het standaard formaat van het zogenaamde “Aziatische ziekte” probleem. Ze maakten hierbij onderscheid tussen drie issues – financieel, medisch, en familie – en toetsten deze op verschillende groepen Chinese en Amerikaanse studenten. Het totaal aantal deelnemers per issue bedroeg ongeveer 300. De omvang van de steekproef onder de Chinezen was ongeveer twee keer zo groot als die onder de Amerikanen. Ter illustratie volgt hier het medische issue keuzeprobleem. Elke deelnemer krijgt ofwel het winst frame te zien ofwel het verlies frame:
Winst frame
Stelt u zich voor dat 6.000 mensen besmet zijn met een dodelijke ziekte. Er zijn twee medische alternatieven voorgesteld om de ziekte te behandelen. Neem aan dat de precieze wetenschappelijke schattingen van de gevolgen van de voorstellen als volgt zijn:
Als alternatief A wordt gekozen, worden 2.000 mensen gered.
Als alternatief B wordt gekozen, is er 1/3 kans dat alle 6.000 mensen worden gered en 2/3 kans dat niemand wordt gered.
Welk alternatief heeft u voorkeur: A of B?
Verlies frame
Stelt u zich voor dat 6.000 mensen besmet zijn met een dodelijke ziekte. Er zijn twee medische alternatieven voorgesteld om de ziekte te behandelen. Neem aan dat de precieze wetenschappelijke schattingen van de gevolgen van de voorstellen als volgt zijn:
Als alternatief C wordt gekozen, zullen 4.000 mensen sterven.
Als alternatief D wordt gekozen, is er 1/3 kans dat niemand zal sterven en 2/3 kans dat iedereen zal sterven.
Welk alternatief heeft u voorkeur: C of D?
De keuzes voor A en C en voor B en D zijn identiek; het enige dat varieert is of er gesproken wordt over levens gered (in het winst frame) of levens verloren (verlies frame). In het onderzoek met westerse deelnemers wordt doorgaans gevonden dat de risicoschuwe keuze (A) wordt gekozen in het winst frame en de risicozoekende (D) in het verlies frame. Dit was inderdaad wat Brumagim and Xianhua vonden in hun Amerikaanse steekproef. De Chinezen kozen echter consequent voor de risicozoekende opties (B en D).
Maar hoe zit dit dan?
Brumagim en Xianhua kunnen niet verklaren waarom de Chinezen risicozoekend zijn, ongeacht de framing. Het is bijvoorbeeld niet zo dat Chinezen risicozoekend zijn omdat zij zich meer risico kunnen permitteren vanwege hun uitgebreidere sociale vangnet (de zogenaamde vangnet-hypothese), of omdat zij doorgaans een meer externe locus of control hebben. Op zich ondersteunen hun bevindingen wel het clichématige idee dat culturele verschillen “ertoe doen”. Met deze laatste constatering lopen we echter weer tegen een vraagstuk aan. Er is namelijk steeds meer onderzoek dat laat zien dat het westerse patroon van variërende risicohouding tussen contexten van winst en verlies voorgeprogrammeerd is, ofwel een genetische component heeft (zie bijvoorbeeeld mijn overzichtsartikel uit 2011 in Political Studies Review [paywall]). Omdat er naar mijn weten geen reden is om aan te nemen dat Chinezen op een andere manier voorgeprogrammeerd zouden zijn dan mensen uit het Westen (maar hier laat ik me graag op verbeteren), levert de studie van Brumagim en Xianhua al met al flink wat vragen op voor vervolgonderzoek.
Mihai Martoiu Ticu zegt
Een betere conclusie zou zijn dat Westerlingen irrationeler zijn dan Chinezen. Maar ja, chauvinisme in de wetenschap leidt tot dit soort uitspraken, dat Chinezen meer risico’s zoeken.
Tom Louwerse zegt
Waarom kunnen niet beide conclusies juist zijn (Chinezen zijn meer risicozoekend en rationeler in de zin dat ze zich in tegenstelling tot Westerlingen niet laten leiden door het gepresenteerde frame)? En hoezo komt dit door “chauvinisme in de wetenschap”?
Overigens zou je ook kunnen beargumenteren dat echt rationele deelnemers zouden moeten weigeren om een antwoord te geven omdat het aantal doden/overlevenden per scenario tussen beide keuzes identiek is.
Mihai Martoiu Ticu zegt
Dat zou kunnen. Maar andere verklaringen zijn ook mogelijk. Aziatische culturen zijn gericht op de groep, niet op individu, dus ze zouden kunnen denken dat ze in groep hetzelfde lot moeten ondergaan. Dat heeft niets met risico te maken.
Zie bijvoorbeeld: Richard E. Nisbett and Takahiko Masuda, Culture and point of view, http://www.pnas.org/content/100/19/11163.long
Zie ook dit:
“The adage that “there’s safety in numbers” may be Western in origin, but social psychologist Susumu Yamaguchi and his colleagues have shown that Japanese college students hold more closely to this tenet than do American students. They told participants in their study that they were interested in finding out the effects of an “unpleasant experience,” namely swallowing a bitter drink, on performance of a particular task. Participants would be assigned either to a control condition or to the unpleasant experience condition. Just which condition would depend on the result of a lottery.
There were indeed two conditions in the experiment, but they were an “alone” condition and a “group” condition. Participants in the alone condition were told that they would draw four lottery tickets, each having a one digit number on it. In the group condition, all participants believed they were part of a four-person group (whose members they never actually saw) and that each person would draw a lottery ticket. To participants in both conditions it was explained that the sum of the numbers on the four tickets would determine who would have to take the bitter drink. Yamaguchi and his colleagues asked participants how likely it was that they would be among the unlucky ones. (There was no objective reason for participants in either condition to think that the chances were any different in the alone condition than in the group condition.) The Japanese thought they were more likely to escape the unpleasant experience in the group condition. American men thought they were more likely to escape in the alone condition. American women behaved like Japanese, thinking escape was more likely if they were in a group.”, Nisbett, R. E. (2003). The geography of thought: how Asians and westerners think differently – and why. Free Press. p. 88.