In zijn column in The New York Times sprak Thomas Friedman afgelopen week over een wereld B.C., en een wereld A.C., waarin de ‘C’ niet voor Christus staat, maar voor COVID-19, beter bekend als het coronavirus. De gebeurtenissen van de afgelopen weken zijn onwaarschijnlijk spannend. Een virus dat het leven zoals we dat kennen op zijn kop zet: het lijkt soms alsof we met zijn allen in een film zijn beland, alleen is het script minder voorspelbaar dan het standaard Hollywood-scenario, en is het einde niet per se positief. In dit essay neem ik vanuit sociaalwetenschappelijke hoek de recente gebeurtenissen onder de loep en bespreek drie ontwikkelingen met verregaande gevolgen: de (h)erkenning van vitale banen, de verdamping van economische principes, en de verregaande verschuivingen van (geo)politiek relaties.
Er zijn vele, vrijwel onzichtbare elementen van een samenleving die essentieel zijn voor het functioneren ervan. Zoals mijn vroegere sociologiedocent Bart van Heerikhuizen aan het begin van zijn colleges vertelde: vergelijk een foto van het Damrak van nu (of van een paar weken geleden), met een foto van het Damrak van 100 jaar geleden. Kijk naar de mensen, de gebouwen, de drukte, en besef je dan dat iedereen op de tweede foto dood is. Het plein en de mensen zien er vrijwel identiek uit: de samenleving reproduceert zich, maar de mensen zijn vervangbaar. De onzichtbare elementen die hiervoor zorgen zijn bijvoorbeeld wet- en regelgeving (vastgelegd in vele documenten en boeken die generaties overleven) of in culturele afspraken die officieus tot gedeelde normen en waarden behoren die worden doorgegeven. Dat is het raamwerk van afspraken, de structuur, zou je kunnen zeggen, waarbinnen wij ons allen bewegen. Vaak merken we alleen veranderingen in de marge op, wanneer het raamwerk wordt bijgesteld door bijvoorbeeld nieuwe regeringen die regelgeving veranderen, of wanneer er nieuwe technologische ontwikkelingen gereguleerd moeten worden. Maar door het coronavirus, ligt het ganse raamwerk van maatschappelijke verhoudingen plotseling zelf bloot en ter discussie. Het is tijd voor collectieve introspectie.
Vitale banen
Wie, zoals ondergetekende, gedwongen werd zijn agenda schoon te vegen en ineens merkt dat de geplande activiteiten die het leven zin zouden geven de komende weken weggestreept konden worden, heeft een non-vitale baan, zo heeft de Rijksoverheid officieel medegedeeld. In 2013 wierp antropoloog David Graeber in een polemisch essay de provocatieve term ‘bullshit jobs’ op, waarmee hij op banen doelde die de beoefenaars zelf als onzinnig ervaren. Bij een kwantitatief onderzoek naar dit fenomeen in Nederland bleek dat 40 procent van de respondenten dit zelf ook zo ervaart. De verspreiding van het coronavirus maakt onverwacht duidelijk welke banen vitaal zijn voor het gezond functioneren van de samenleving, en daarmee wordt automatisch de vraag opgeworpen hoe vitaal veel andere banen dan eigenlijk zijn.
Natuurlijk, deze redenering is kort door de bocht omdat het onmogelijk is om in te schatten hoe belangrijk sommige banen op de lange termijn zijn. Ook voor de beoefenaars zelf kan de waarde van hun werk soms moeilijk in het grotere geheel te plaatsen zijn. De rol van een enkel pixeltje is immers moeilijk te herkennen binnen de dynamiek van een caleidoscoop. Wat echter wel opvalt is dat vrijwel alle banen die nu vitaal blijken te zijn, laagbetaald zijn én dat er in de afgelopen jaren ook nog eens op is bezuinigd, zoals in de (geestelijke) gezondheidszorg. Hoewel dat laatste een politiek interessant en gevoelig punt is, vind ik het eerste punt belangrijker. Pas nu het gehele raamwerk ter discussie staat door de huidige omstandigheden kunnen we vaststellen dat vitale banen vaak slecht betaald worden.
Laat ik als voorbeeld hét beroep noemen dat vaak wordt aangehaald als iets dat je niet wilt zijn: vakkenvuller. Op dit moment blijkt de vakkenvuller zonder twijfel een van de belangrijkste beroepen die er is. Verplegers en artsen zijn het belangrijkst om de effecten van het coronavirus te bestrijden, maar je ziet nu al wat er zou gebeuren als er geen vakkenvullers zouden zijn. Klanten leunen half in paniek over de vakkenvullers heen om snel het schaarse goed in handen te krijgen, zonder rekening te houden met het wederzijdse besmettingsgevaar. Als mensen geloven dat de schappen niet meer worden gevuld, zou er een chaos ontstaan waar het coronavirus bleek tegen afsteekt. En net zoals de vakkenvuller zijn er de kassières, vrachtwagenchauffeurs, logistiek- en magazijnmedewerkers: allemaal banen die cruciaal blijken te zijn, maar waar niet alleen maatschappelijk op wordt neergekeken, er wordt ook weinig voor betaald. De coronacrisis openbaart plotseling een enorme discrepantie in waardering en salaris, en biedt daarmee nieuwe mogelijkheden om in het A.C.-tijdperk de discussie over arbeidsrelaties opnieuw te voeren.
Verdamping van economische principes
Naast de discussie over vitale banen is er de verdamping van het economische systeem en de economische discipline zoals we die sinds enkele decennia kennen. Veel economische modellen kunnen inmiddels het raam uit. Ze blijken eerder utopische ficties met zelfversterkende kracht dan beschrijvende verklaringen. Sinds de financiële crisis van 2008 voeren verschillende Westerse landen een economisch beleid dat voor de crisis in standaardwerken werd afgeraden: het massaal bijdrukken van geld, ook wel quantitative easing genoemd. Zowel de EU als de VS hebben hun eigen munt meer dan een biljoen keer (12 nullen: een miljoen miljoenen) de economie ingebracht. Daar komt nu eenzelfde hoeveelheid bij, zo niet meer: op donderdag 19 maart kondigde de FED al 1 biljoen dollar aan noodmaatregelen aan, en de ECB 750 miljard euro.
In de antropologie van geld, is het al jaren een algemeen gegeven dat geld geen objectief bestaand gegeven is, maar dat het bestaat dankzij de sociale relaties tussen mensen, die gezamenlijk erin vertrouwen en geloven dat geld waarde heeft. Wat het coronavirus op dit moment blootlegt, en wat economen al signaleerden na de bankencrisis van 2008, is dat de financiële markten van de reële economie los zijn komen te staan en dat ze een destabiliserende factor zijn geworden. Het coronavirus laat zien dat niet het financiële systeem ‘vitaal’ is om de economie draaiende te houden, maar dat het gaat om het collectieve geloof in de waarde van geld: het geloof dat ik, met een munt, briefje, of pasje, een brood kan kopen bij de bakker, net zoals mijn buurman dat voor dezelfde prijs kan. Zelfs wanneer de financiële markt op dit moment contraproductieve paniek en in principe onnodige bestuurlijke problemen veroorzaakt, blijven mijn brood en de koopkracht stabiel omdat we gezamenlijk vertrouwen hebben in ons systeem van circulerende waarde.
Door opnieuw gigantische hoeveelheden geld de economie in te brengen wordt dit vertrouwen op de proef gesteld. Dat is al helemaal het geval als het geld dat eerder al was ingebracht – en vooralsnog door de financiële markten werd geabsorbeerd (en wat resulteerde in absurd hoge koersstanden) – óók zijn weg gaat vinden naar de reële economie. Meer geld betekent dat al het geld minder waard wordt (inflatie) en dat mijn brood uiteindelijk duurder wordt. De maatregelen van nu zijn ongekend in schaalgrootte en een eventuele hyperinflatie van de euro of de dollar is een plausibel gevolg van de geplande maatregelen. Zoals we al vaker in het verleden hebben gezien: als hyperinflatie eenmaal toeslaat, kan het vertrouwen, het geloof, in het gehele monetaire systeem binnen enkele weken, of zelfs dagen, geheel verdampen. De productie- en voedselketens die we op dit moment slechts een beetje zien stagneren (zoals in de uitpuilende havens in China), en waarvan we niet goed weten hoe ze precies in elkaar steken, zouden tot stilstand kunnen komen. Het is nu meer dan ooit van belang de potentiele consequenties van hyperinflatie van de dollar en euro te overwegen, en daarop te anticiperen. Niet per se voor de komende maanden, maar voor de komende jaren. En op wereldwijde schaal.
(Geo)politieke verschuivingen
Tot slot het hachelijkste punt: de (geo)politieke relaties die door het coronavirus niet alleen bloot komen te liggen, maar zichtbaar met een ongekende snelheid desintegreren. De relatie tussen staat en burger verandert. Uit naam van de algemene gezondheid worden technologieën ingezet om de bevolking te beheersen, die veel verder gaan dan George Orwell zich in zijn dystopische roman 1984 had kunnen voorstellen. Uit angst voor de oncontroleerbaarheid van de massa worden apps gebruikt in combinatie met andere veiligheidsmogelijkheden en databanken om de bevolking te beheersen. Zuid-Korea gebruikt een app die met camerabeelden en transactiegegevens de verspreiding van het virus in kaart brengt, in Israël gebruiken politie en veiligheidsdiensten telefoongegevens om risicogevallen te ontdekken en in Hong Kong krijgen personen in quarantaine een elektronische armband met een app die hun bewegingen minutieus in de gaten houdt. Vergaande surveillance maatregelen worden zelden weer verwijderd. Integendeel, deze vinden vaak toepassing in de beheersing van nieuwe veiligheidsrisico’s, en kunnen zo geleidelijk vast onderdeel van de ‘normale’ gang van zaken worden.
Ondertussen, op geopolitiek niveau, ontbindt het politieke wereldtoneel razendsnel in de klassieke verdeling van natiestaten. Autoritaire presidenten als Vladimir Poetin en Xi Jinping hebben het coronavirus aangegrepen om zichzelf voor het leven te benoemen. Effectief zijn zij dictator geworden. Dit heeft verregaande geopolitieke gevolgen, vooral nu Europa en de VS het wereldwijde toneel verlaten lijken te hebben als het gaat om de bestrijding van het coronavirus. Volgens The New York Times biedt China inmiddels hulp aan alle 54 Afrikaanse landen, Japan en Peru. De president van EU-kandidaat Servië, Aleksandar Vučić, heeft zelfs gezegd dat ‘Europese solidariteit niet bestaat […] Ik geloof in mijn broeder en vriend Xi Jinping, en ik geloof in Chinese hulp.’ Over de geopolitieke gevolgen van Chinese hulp in Italië, zei de Italiaanse econoom en politicus Michele Geraci: ‘Ik weet het niet, en het maakt me ook niet uit’. Ook Nederland heeft afgelopen woensdag een eerste vliegtuig uit China ontvangen met mondkapjes en handschoenen. Natuurlijk, alle hulp is welkom en de noodzaak van bijvoorbeeld mondkapjes is op het moment onmiskenbaar. Maar desalniettemin is het alarmerend dat deze dictatuur door middel van medische steun een gewichtige plek op het wereldtoneel aan het veroveren is. De geopolitiek verandert in rap tempo, en de gevolgen gaan ook voelbaar worden wanneer Nederland vanuit de coronacrisis wakker wordt in een nieuwe politieke realiteit. Het tijdperk dat we gaan betreden A.C., is onmiskenbaar post-liberaal.
Ook binnen de EU zien we ongekende taferelen, waarvan we niet goed weten hoe ze zich verder gaan ontwikkelen. Een zorgvuldig opgebouwd, vaak onzichtbaar raamwerk van internationale wet- en regelgeving, verdragen, overeenkomsten en economische afhankelijkheden wordt met voeten getreden. Op dit moment kunnen Nederlanders een boete krijgen wanneer ze in België gaan tanken. Dit lijkt een klein gegeven in de grotere crisis, maar het is in strijd met tal van overeenkomsten. Als zoiets banaals al ter discussie staat, dan is het de vraag wat er de komende weken gaat volgen. België, Frankrijk, Italië en Spanje hebben inmiddels de grenzen gesloten en Nederland spoort haar eigen burgers aan terug te keren. Caroline de Gruyter schrijft in NRC Handelsblad van zaterdag 21 maart dat het Corona virus, als gemeenschappelijk probleem, uiteindelijk zou kunnen leiden tot meer Europese samenwerking. Echter, vooralsnog trekken landen zich terug en worden er fysieke grenzen opgeworpen, aan onze Belgische zuidergrens met blokkades van staal en beton. De wereld, en ook de EU, verandert in rap tempo in een stelsel van kleine politieke regio’s. Het gevaar ligt op de loer dat gezamenlijke voedsel- en productieketens binnen afzienbare tijd beoordeeld gaan worden aan de hand van selectieve kosten- en batenanalyses – een koers die de VS al enige tijd volgt, en nu tot wasdom lijkt te komen op een wereldwijd niveau.
Wat nu?
De huidige destabilisering van de samenleving biedt zowel kansen als gevaren. Zoals de filosoof en constructivistische denker Bruno Latour al jaren betoogt, kunnen we de samenleving creatief vormgeven hoe wij dat willen, waarbij we bestaande, op de achtergrond liggende structuren opnieuw herstructureren. Hij noemt dat her-samenstellen of her-samenbrengen. We varen niet in het duister, want we hebben kennis, taal, technologie, netwerken, en zoals is gebleken een krachtige vitale sector en veerkrachtige politieke sturing. We hebben nu bestuurders nodig die op onbekende wateren durven te navigeren, en dapper genoeg zijn om hier verantwoordelijkheid voor te dragen. We hebben bureaucraten nodig die bereid zijn belangrijke, maar veelal onopvallende modererende rollen op zich te nemen. We hebben bestuurlijke en leidinggevende voortrekkers nodig die nieuwe paden durven te verkennen, dogma’s durven los te laten en uitdagingen zoals een falend financieel systeem en opkomende machtige autoritaire leiders het hoofd te durven bieden. Kortom, doordat het coronavirus het ganse raamwerk blootlegt en ter discussie stelt, is dit hét moment voor collectieve introspectie. Wij zitten in de unieke positie om ons de vraag stellen hoe wij, als mens(heid), de wereld A.C. opnieuw vorm willen gaan geven. We kunnen verkennen hoe we vitale beroepen gaan herpositioneren, hoe we het economisch stelsel (duurzaam) herstructureren, en misschien wel het belangrijkst, hoe we permanent vragen van moraliteit en ethiek blijven stellen en agenderen, in zowel het binnen- als buitenland.
Met dank aan Willem Jan Gasille, voor het redigeren, en Esmé Bosma, voor het commentariëren.
W.H. Jansen zegt
Moedige, samenhangende poging tot uitzoomen op het moment dat veel voorspellingen nog koffiedik-kijken zal blijken te zijn.
W.H. Jansen zegt
pardon, ‘zullen blijken te zijn’.
Jan Willem zegt
Verontrustend en tegelijk hoopgevend stuk. Exemplarisch voor de tijd waarin wij leven.
Richard van Houten zegt
Uitstekend.
Zal de nuance uiteindelijk sterker blijken dan de onderbuik?
Max zegt
Coronavirus wordt gebruikt door de elite om een tirannieke agenda op te leggen aan de maatschappij.Wie slaapt in een democratie, wordt wakker in een dictatuur.De Corona-virus-Pandemie False Flag is bedacht en in de wereld gezet om mensen bang, doodsbang te maken; met als einddoel de TOTALE CONTROLE over de mensheid!Angst is een middel dat gebruikt wordt als vervoermiddel voor politieke macht.We zien nu hoe, wereldwijd, de mensheid vanuit de angst ‘en masse’ haar vrijheden zelf opgeeft.In een paar weken tijd is de wereld totaal veranderd in een werelds fascistische dictatuur.De corona-doden cijfers worden gemanipuleerd: door hoe ze testen, door hoe ze de diagnose vaststellen en door hoe ze tellen. En met die aantallen kunnen ze dan de lockdown verlengen. Zo lang als ze willen. Totdat ze alles hebben gedaan wat ze wilden tijdens de lockdown periode.De meerderheid volgt opdrachten uit. En dat maakt fascisme mogelijk…