Vandaag over een maand zou Zweden vervroegde verkiezingen houden. Die zijn geannuleerd nadat zes politieke partijen alsnog een akkoord bereikten. Ze zijn tot elkaar veroordeeld vanwege hun cordon sanitaire rond de Zwedendemocraten. Dit stelselmatig buitensluiten van een partij komt in Westerse democratieën regelmatig voor. Even wat Europese voorbeelden op een rij.
De zes partijen weigeren stelselmatig elke politieke samenwerking met de Zwedendemocraten. Die situatie doet denken aan die van pariapartij Vlaams Belang bij onze zuiderburen. De uitsluiting van haar voorloper, Vlaams Blok, werd in 1989 zelfs formeel vastgelegd in een cordon sanitaire protocol [1]. Dat protocol stond vrijwel direct ter discussie en werd nu eens verworpen, dan weer hernieuwd.
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht draaide het bij dit cordon sanitaire protocol niet slechts om het voorkomen dat Vlaams Blok in de regering zou komen. Het was een plicht tot weigering van elke vorm van politieke samenwerking. Dus ook bijvoorbeeld steun aan wetsvoorstellen van Vlaams Blok. Die weigering gold op alle niveaus; niet alleen landelijk. Lokaal is er incidenteel van afgeweken.
Dat boycottende partijen proberen onder aangegane verplichtingen uit te komen ligt voor de hand. Immers, hoe groter de buitengesloten partij, des te ongemakkelijkere coalities nodig zijn om iets voor elkaar te krijgen. Het huidige, geforceerde Zweedse zespartijenakkoord lijkt op de zeer brede Antwerpse coalitie in 2000 om de destijds grootste partij, Vlaams Blok, buiten de deur te houden.
Er zijn meer voorbeelden van uitsluiting. In Wallonië beloofden gevestigde partijen elkaar in 1993 om af te zien van elke samenwerking met een bepaalde (inmiddels opgeheven) partij. In Frankrijk wordt al jaren geprobeerd om Front national buiten te sluiten. In Duitsland is zelfs het steunen van moties van Republikaner taboe – inclusief moties over, bijvoorbeeld, plaatsing van verkeerslichten.
In ons land klaagden PVV, LPF, Centrumdemocraten en communisten over uitsluiting. De PVV is, in ieder geval door de VVD, nooit stelselmatig buitengesloten. De LPF ook niet; vier maanden na oprichting voerde die partij al coalitiebesprekingen met CDA en VVD. De Centrumdemocraten daarentegen werden behandeld als paria’s, en ook Nederlandse communisten werden verstoten.
Communisten werden ook in andere West-Europese landen geboycot in de Koude Oorlog. Net als in huidige situaties waren daar goede redenen voor te bedenken. Maar net als in huidige situaties was weinig lijn te ontdekken in de reacties van gevestigde partijen. Zo werden de Britse en Duitse communistische partijen buitengesloten, maar hun kameraden in Finland en IJsland niet.
Zelf heb ik onderzoek gedaan naar determinanten van cordons sanitaires en, samen met Wouter van der Brug, naar effecten op buitengesloten partijen en hun aanhang. Belangrijk werk is verricht door onze taalgenoten Jaap van Donselaar, Benny Geys, Teun Pauwels, Stefan Rummens, Koen Abts, Tjitske Akkerman en Matthijs Rooduijn. Maar nog steeds is er weinig kennis op dit gebied.
Dit ondanks duizenden studies over de partijen in kwestie. Doorgaans gaan die studies namelijk voorbij aan reacties van de gevestigde partijen. Sterker, labels die ter legitimering van deze reacties op partijen worden geplakt (“radicale,” “populistische” of “protestpartijen”) worden vaak klakkeloos overgenomen. Daarnaast staat de normatieve inslag van veel studies nuchtere analyse in de weg.
Bepaalde partijen worden dus nu bestreden zonder al te veel kennis van ingezette middelen en hun effecten. Dit lijkt me een onwenselijke situatie. Daarom ben ik verder gegaan met onderzoek. Zowel experimenteel als niet-experimenteel, bij in totaal 44 (linkse en rechtse) partijen in 15 landen tussen 1944 en 2014. Over een jaar komt mijn boek uit. Dan hoop ik u meer te kunnen vertellen.
Houdt u intussen de Zweedse situatie in de gaten. Kan wel eens een leerzame ervaring worden.
Noot
1. Damen, Sofie. 2001. “Strategieën tegen extreem-rechts: Het cordon sanitaire onder de loep.” Tijdschrift voor Sociologie 22 (1):89-110.
Hannibal zegt
Het heeft iets komisch dat er zo weinig over de effecten van bestrijden bekend is. Dat suggereert dat we hier meer te maken hebben met een onderbuikproces dan met een rationeel – iets dat veelzeggend is over de redenen en hoe men er mee om gaat. Alsof ontkenning van een probleem, dat zó diep gaat dat mensen er een soort van sociale zelfmoord voor over hebben, veel kans op succes kan hebben.