De Tsjechische premier Petr Nečas had al zo’n rotweek – en nou moest hij ook nog aftreden als gevolg van een corruptieschandaal. Vorige week maandag maakten hij en zijn vrouw bekend in scheiding te liggen. Daarbij hadden grote delen van Tsjechië nog steeds last van de aanhoudende overstromingen, niet alleen in het westelijk gelegen Bohemen maar na hevige regenbuien nu ook in het oosten van het land, in Moravië. En toen werd ook nog, in de nacht van woensdag op donderdag, zijn naaste medewerker en topadviseur Jana Nagyová gearresteerd, samen met zeven anderen die nauw aan Nečas en zijn partij ODS (Občanská Demokratická Strana, Burgerdemocratische Partij) verbonden zijn.
Eén en ander vormt een fascinerende casus voor politicologen die onderzoek doen naar corruptie in Oost- en Midden-Europa. Nu Nečas is afgetreden, blijft de vraag of de regeringscoalitie van zijn ODS en twee andere partijen stand kan houden, en ook of Nečas zelf in staat van beschuldiging zal worden gesteld.
De politieactie was de meest omvangrijke in de recente geschiedenis van Tsjechië. Naast de arrestaties werd er door vierhonderd in bivakmutsen geklede agenten beslag gelegd op computers, documenten, vijf à zes miljoen Euro in contant geld en tientallen kilo’s goud. Behalve diverse woningen werden ook de ministeries van Defensie en Financiën en het kantoor van de premier doorzocht. Er zijn drie aanklachten en Jana Nagyová wordt in alle drie de zaken als verdachte genoemd. Ten eerste zijn er twee ‘Godfathers’ – ondernemers en lobbyisten die nauwe banden met ODS-ers waaronder Nagyová onderhouden – in staat van beschuldiging gesteld. Ten tweede wordt Nagyová ervan beschuldigd om drie leden van het Tsjechisch parlement (die ook gearresteerd zijn) riante posities in de publieke sector aan te hebben geboden, als ze af zouden treden en hun verzet tegen de belastingwet van de premier op zouden geven. Ten derde heeft Nagyová bevel gegeven aan de militaire inlichtingendienst om verschillende individuen waaronder de vrouw (binnenkort dus ex-vrouw) van de premier te laten volgen. De huidige directeur van de inlichtingendienst en zijn voorganger zijn ook gearresteerd. Het is vooralsnog onbekend waarom de vrouw van de premier achtervolgd moest worden, maar kennelijk wilde mevrouw Nečas lid worden van de Jehova’s getuigen. Media in Tsjechië beweren dat Nagyová er bij Nečas op aan zou hebben gedrongen, dat hij van zijn vrouw zou scheiden; er wordt ook beweerd dat Nagyová en Nečas een geheime relatie hadden.
De politieke relevantie van de roddelrubriek
Tot dusver de roddelrubriek. Hoe staat de regering ervoor?
Hoewel de premier is afgetreden, houden de speculaties over de toekomst van de regeringscoalitie aan. De coalitie heeft het vertrouwen van een minieme en onbestendige meerderheid. De coalitiepartijen rollen met elkaar en met zichzelf over straat, en de peilingen zijn belabberd. Ondanks de tegenstellingen lijken de coalitiepartijen evenwel bereid om samen verder te gaan met een nieuwe premier, iets dat in Tsjechië wel eerder is gebeurd. De oppositie eist nieuwe verkiezingen, maar eerst is de in januari verkozen president Miloš Zeman aan zet, en het is nog niet duidelijk wat hij gaat doen.
De ODS houdt vol dat de rechtszaken niets om het lijf hebben, en dat de politie een scheve schaats heeft gereden door op een buitenproportionele en voor de reputatie van Tsjechië schadelijke manier op te treden. Deze kritiekpunten op de politie en het Tsjechische OM gaan de leiding van de ODS niet redden, omdat het veeleer duidelijk maakt dat de premier en de zijnen de zaak niet onder controle hadden. Hoewel de arrestaties plaatsvonden in het hart van de Tsjechische democratie, lijkt het dat de leiders van het land geen idee hadden van wat er gaande was. Nečas zelf is pas op het laatste moment op de hoogte gesteld en op donderdag berichtten de Tsjechische media aanvankelijk dat hij was verdwenen. Zijn naaste medewerkers wisten niet waar hij was en Nečas stond de media pas uren na de arrestaties te woord. Naar eigen zeggen was hij de hele dag ‘aan het werk’ geweest.
Fascinerende casus
Voor politieke wetenschappers die aan McGill University in Montreal onderzoek doen naar corruptie op hoog niveau is dit een fascinerende casus. De actualiteiten in Tsjechië staan in scherp contrast met rechtszaken die elders in Oost-Europa plaatsvinden. Daar zijn het meestal ex-politici of leden van de oppositie die in de beklaagdenbankjes terecht komen – als er überhaupt al een corruptiezaak van de grond komt. Maar in dit geval heeft het Tsjechische OM een zaak opgezet die tot aan de premier reikt, zonder dat de premier er iets aan heeft kunnen doen. Dit kan in verband gebracht worden met de bevinding van Manuel Balán dat corruptieschandaal vaker hun oorsprong vinden in een conflict binnen regeringscoalities, dan in een conflict tussen de regering en de oppositie. De rechtszaken zijn wellicht niet zozeer het gevolg zijn van sterke, onafhankelijke instituties die op efficiënte wijze corruptie aanpakken, maar eerder het resultaat van een poging, ondernomen door Nečas’ tegenstanders binnen de coalitie of zelfs binnen ODS, om Nečas en de zijnen te dwarsbomen.
Daarnaast is de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht een belangrijke factor. Het staat buiten kijf dat corruptie in de postcommunistische wereld een van de belangrijkste politieke issues is, maar we weten veel minder over hoe corruptiezaken in elkaar steken en wat voor invloed de mate van onafhankelijkheid en integriteit van de rechterlijke macht hebben. We weten dat voormalige premiers van Oekraïne (Joelija Tymosjenko – zie dit paper van Maria Popova voor meer info), Roemenië (Adrian Năstase) en Kroatië (Ivo Sanader) op dit moment achter de tralies zitten na veroordeeld te zijn voor corruptie, en dat hun collega’s uit Macedonië (Vlado Buckovski) en Bulgarije (Stefan Sofijanski) pas in hoger beroep vrijgesproken zijn. Maar het blijft ingewikkeld om vast te stellen of deze veroordelingen politieke afrekeningen zijn, of toch oprechte pogingen om corruptie aan de kaak te stellen.
Tevens is er nader onderzoek nodig om te de omstandigheden te begrijpen waaronder de rechterlijke macht en openbare aanklagers in staat zijn en zich geroepen voelen om tegen politieke corruptie op hoog niveau te procederen. Op basis van Bulgaarse data is Maria Popova tot de tegendraadse conclusie gekomen dat een rechterlijke macht die aan weinig politieke invloeden blootstaat, juist minder prikkels heeft om dergelijke corruptiezaken te ondernemen.
De recente ontwikkelingen in Tsjechië vormen een interessante casus om deze bevindingen verder aan te toetsen en om nader onderzoek te doen. Vooralsnog is het maar afwachten of wat er de afgelopen week gebeurd is, voortkomt uit sterke, onafhankelijke instituties die niet ontvankelijk zijn voor politieke druk, danwel uit een poging om Petr Nečas en zijn regering te ondermijnen.
Vincent Post promoveert aan het departement Politieke Wetenschappen aan McGill University in Montréal, Canada. Hij doet onderzoek naar de politieke erfenis van de communistische geheime diensten in het postcommunistische deel van Europa. Dit is een geüpdate vertaling van een bijdrage die eerder deze week verscheen op het Amerikaanse blog “The Monkey Cage”.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.