Als je het hebt over “creatieve ambtenaren”, krijg je vaak een sceptische, verbaasde, kritische of lacherige reactie. Dergelijke reacties wijzen erop dat men ambtenaren in eerste instantie niet met creativiteit associeert, zo blijkt ook uit onderzoek naar stereotypering van ambtenaren. Ambtenaren worden eerder gezien als beheerst of misschien zelfs rigide en stoffig, in plaats van creatief.
De condities in de publieke sector lijken dan ook niet bevorderlijk voor creativiteit. Creativiteit gaat om verkennen, uitproberen en risico’s nemen. De publieke sector, daarentegen, wordt gekenmerkt door verminderde prikkels om te innoveren: verantwoordingsplicht, gebrek aan marktwerking, afwezigheid van durfkapitaal, risico-aversie, de aanwezigheid van relatief hoge mate van bureaucratie en sterke politieke bemoeienis. Zacht uitgedrukt lijkt de publieke sector daarmee atypisch in termen van creativiteit. Toch is creativiteit ook voor publieke sector van belang en lijken creatieve ambtenaren wel degelijk te bestaan. Maar deze zijn op een andere manier creatief dan over het algemeen gedacht.
Het belang van creatieve ambtenaren
Allereerst: waarom is creativiteit ook in de publieke sector van belang? Creativiteit in de publieke sector –gedefinieerd als “ambtenaren die door toepassing van diverse methoden op nieuwe en bruikbare ideeën voor innovaties komen”– is de oorsprong van elke innovatie en daarmee van invloed op de prestaties van publieke organisaties. Creativiteit is nodig om door middel van innovaties, zowel groot als klein, te komen tot waarborging, optimalisering en uitbreiding van de publieke dienstverlening. Een snellere aanvraag van je paspoort, passende opvang voor asielzoekers, gemakkelijke betaling van je boetes via een app of overheidsbrede verduurzamingen om eraan bij te dragen dat deze planeet over 20 jaar ons nog kan herbergen. Allemaal innovaties waarvoor creativiteit onder ambtenaren van belang is.
Vier kenmerken
Uit mijn onderzoek blijkt dat ambtenaren wel degelijk creatief zijn, maar dat deze creativiteit pragmatisch van aard is (in plaats van idealistisch) en dat dit eigenlijk juist wenselijk is gezien de taak van de publieke sector. De creativiteit van ambtenaren typeert zich door vier kenmerken.
1. Stapje voor stapje
Ten eerste is de creativiteit van ambtenaren overwegend incrementeel, in plaats van radicaal. In de dagelijkse praktijk genereren ambtenaren overwegend ideeën voor innovaties in de vorm van kleine aanpassingen van bestaande producten en diensten, zoals oplossingen voor problemen, verbeteringen of aanpassingen. Radicale ideeën voor innovaties die breken met de conventionele manier van werken, daarentegen, worden in sterk mindere mate door ambtenaren gegenereerd. Dit sluit aan op Lindblom’s ‘muddling through’; ambtenaren voeren met name vele, kleine, incrementele veranderingen door, in plaats van uitgebreide, geplande, grote sprongen. Desalniettemin betekent dit niet per definitie dat ambtenaren geen radicale ideeën kunnen genereren. Uit data die verzameld is door ambtenaren dagboeken in te laten vullen over diens creatieve ervaringen blijkt dat zij wel degelijk met radicale ideeën komen zoals de toepassing van blockchain, de anticipatie op vliegende auto’s en het aanwenden van neurale-netwerk technologieën.
Maar creativiteit in de publieke sector betreft met name het door middel van incrementele creativiteit de boel draaiende houden, in plaats van radicale stappen voorwaarts zetten. En dat is ergens misschien ook wel logisch en wenselijk, aangezien dit goed aansluit bij de waarborgende taak van de publieke sector die gefinancierd wordt vanuit publieke gelden en onderhevig is aan strikte verantwoordelijkheidseisen ten opzichte van de burger, politiek en wet. Ambtenaren die radicale en daarmee risicovolle ideeën najagen lopen de kans publieke gelden te verspillen, continuïteit en rechtszekerheid van publieke dienstverlening te verstoren en daarmee kritiek vanuit de maatschappij en politiek te voortduren.
2. Creativiteit als responsiviteit
Daarnaast is creativiteit die ambtenaren toepassen overwegend reactief, in plaats van proactief. Uit de dagboeken blijkt dat meer dan driekwart van de ideeën die ambtenaren genereren reactief zijn; ideeën als reactie op situaties die zich voordoen zoals problemen en kansen. Creativiteit in de publieke sector is in mindere mate proactief, om vooruitstrevend producten en processen te verbeteren of creëren. Eén zin uit een artikel van exploratief onderzoek naar creativiteit in de publieke sector dekt de lading wanneer gesteld wordt dat creativiteit in de publieke sector met name gaat om “nieuwe dingen uitproberen om specifieke problemen beter aan te pakken, in plaats van nieuwe ideeën te ontwikkelen die in een ruimere context kunnen worden toegepast”. Wederom wordt daarmee het beeld geschetst dat ambtenaren met name creativiteit toepassen om het deugdelijk functioneren van de publieke sector in stand te houden, in plaats van actief progressie te realiseren. En wederom kan daarbij gesteld worden dat dit goed aansluit bij de taak van de publieke sector en de wettelijke en politieke kaders waarin ambtenaren dienen te opereren.
3. Realisten, geen idealisten
Tevens waarderen ambtenaren creativiteit met name vanuit een realistisch perspectief, in plaats van een idealistisch perspectief. Uit een verkenning van factoren die creativiteit in de publieke sector stimuleren, blijkt dat ambtenaren uitzonderlijk vaak de merites van ideeën in termen van nut en haalbaarheid waarderen, in plaats van in idealistische termen als originaliteit en durf. Wanneer een idee als nuttig en haalbaar wordt gezien, neemt de kans op verdere uitwerking en uiteindelijke implementatie van het idee toe. Ambtenaren lijken het op safe te spelen en diens creatieve ideeën voor innovaties nuchter, bruikbaar en reëel te houden. Zij lijken in mindere mate proefballonnetjes op te laten of risico’s te nemen, maar te gaan voor continuïteit, zekerheid en stabiliteit. Ik val in de herhaling, maar ook dit past bij de taak van de publieke sector.
4. ‘Whatever works’
Tot slot zijn ambtenaren praktisch in de wijze waarop zij met nieuwe en bruikbare ideeën komen. Ambtenaren vergaren door toepassing van verscheidene methoden kennis en genereren op basis daarvan ideeën. Zij imiteren, leren en lenen van andere actoren, zoals andere overheden, burgers en private organisaties. In zekere zin zijn ambtenaren daarmee niet alleen opzichzelfstaand creatief, maar tevens creatief in de wijze waarop zij ideeën genereren. Ambtenaren zijn enerzijds (overwegend) autonoom creatief, waarbij zij zonder input van externen ideeën genereren, zoals met brainstormen, het gebruik maken van discretionaire ruimte of experimenteren. Anderzijds doen zij ook regelmatig beroep op input in de vorm van externe kennis om op basis daarvan tot nieuwe en bruikbare ideeën voor innovaties te komen, zoals bij netwerken, transfer en publiek-private samenwerkingen. Deze input van externen brengt voordelen met zich mee, bijvoorbeeld in termen van legitimiteit en aansluiting op de maatschappelijke behoeften. En ja; ook dit is logisch en wenselijk.
Degelijke creativiteit
Zijn ambtenaren creatief? Ja. Wel degelijk.
Het is te kort door de bocht om ambtenaren als niet-creatief te bestempelen. Zij komen met veel nieuwe en bruikbare ideeën voor innovaties. Alleen de wijze waarop ambtenaren creatief zijn verklaard het stereotype, gezien het wezenlijk verschilt van het beeld van creatieve individuen als vrijzinnige, eigenzinnige of uitzinnige individuen. Ambtenaren passen op pragmatische wijze creativiteit toe; incrementeel, reactief, realistisch en praktisch. Maar juist door middel van deze degelijke creativiteit zorgen ambtenaren continuïteit, zekerheid en stabiliteit van publieke dienstverlening en daarmee van onze samenleving.
Verwachtingen temperen
Zou het wenselijk zijn dat ambtenaren meer idealistisch, proactief en radicaal worden in diens creativiteit? Dat lijkt niet goed te passen bij de opdracht van publieke organisaties. We zouden dan verwachten dat ambtenaren ‘out-of-the-box’ denken in termen van creativiteit, maar ‘inside-the-box’ blijven in het kader van wettelijke, morele en budgettaire kaders. Dat is een complexe uitdaging voor ambtenaren waarbij zij tevens het risico lopen om buiten de lijntjes te kleuren met de negatieve gevolgen van dien.
Een pragmatische benadering van creativiteit in de publieke sector lijkt dus logisch en wenselijk gezien de taak van de publieke sector. De degelijke creativiteit van ambtenaren is hetgeen dat de publieke sector en daarmee onze samenleving draaiende houdt. Het belang van deze vorm van creativiteit is daarmee groot en ambtenaren verdienen erkenning en waardering dat zij met deugdelijke doch effectieve ideeën blijven komen voor het waarborgen van de continuïteit, zekerheid en stabiliteit van publieke dienstverlening.
Foto: Image is original work by Jacob Bøtter and licensed under CC BY 2.0
Ronald Heijman zegt
Een bemoedigende analyse van de creativiteit van ambtenaren.
Inderdaad, het ambtenarenapparaat dient de publieke sector te dienen door efficiënt en bevolkingsgericht haar taken uit te voeren.
Maar haar macht is te groot geworden door gebrek aan leiding en leiderschap en dus het risico dat zij in zich zelf gericht is/raakt.
Mijn creatieve voorstel is dat de kiezers 1 x per 4 jaar alle topambtenaren van alle ministeries kiezen, na:
1. een sterkte/zwakte analyse per ministerie, door een onafhankelijk instituut
2. een week lang presentaties in de media van te kiezen topambtenaren van hun plannen gericht op deze sterkte zwakte analyse.
3. de betreffende minister krijgt de bevoegdheid en de plicht om topambtenaren te ontstaan indien deze niet goed functioneren op basis van zijn eigen plan en doelstellingen
4. topambtenaren een 2 x zo hoog salaris te bieden voor het in huis halen van de beste mensen.
5. de beste andere ambtenaren ook een 2 keer zo hoog salaris te bieden, onder een strikte performance afsprakenplan en een streng ontslagregiem.