Meer dan een jaar is Europa bezig geweest met het zoeken naar een antwoord op de Inflation Reduction Act (IRA). In het najaar van 2022 lanceerde de Amerikaanse overheid dit ogenschijnlijk onbegrensde subsidiepakket voor investeringen in groene industrie en hernieuwbare energie. De paniek in Europa was groot. Europese groene hightech industrieën zouden zwaar in het nadeel zijn, en in het slechtste geval hun productie naar de Verenigde Staten verplaatsen. Hoe reageerde Europa op deze bedreiging?
Even terug in de tijd: de aankondiging van IRA
De Europese Raad van December 2022 was het uitgelezen moment om te komen met een Europees antwoord. De stemming was goed. De nationale energieministers waren er zojuist in geslaagd om het eens te worden over een pakket maatregelen om de energieprijzen enigszins onder controle te krijgen. Drie dagen later bereikten de lidstaten met het Europees Parlement een akkoord over de belangrijkste bouwstenen van het fit-for-55 pakket (het wetgevingspakket van de Europese Green Deal). Daarmee waren de belangrijkste targets voor de energietransitie in steen gebeiteld. Voor even leek Europa niet in crisis, en wel op koers.
Deze betrekkelijke rust werd ruw verstoord door de IRA. De leiders realiseerden zich dat energieprijzen hoog zouden blijven en dat Europa structureel in het nadeel was ten opzichte van de VS en China, in het bewerkstelligen van de groene en digitale transities. In Commissie-taal heette dat: ‘de vraag soms wat voorliep op het aanbod’. In lekentermen: het ontbrak Europa aan de grondstoffen, productiecapaciteit en financiële middelen om al die warmtepompen en batterijopslag te realiseren.
De IRA legde een dieper probleem bloot: wortels versus stokken
Europa had gekozen voor een systeem van ‘stokken’: beprijzen, uitfaseren, verbieden en bovenal het juridisch afdwingbaar maken van doelstellingen, waarvan het de vraag was of ze praktisch haalbaar en uitvoerbaar zouden zijn. De Verenigde Staten kozen voor ‘wortels’: een systeem van stimuleren en ondersteunen van inspanningen, in plaats van afrekenen op doelen. Europa moest wel mee in deze trend.
Zo werd een Franse ‘dirigistische’ industrieagenda voor even gemeengoed. De Europese leiders riepen op om alles in het werk te stellen om Europese groene hightech industrieën te beschermen en stimuleren. De Duitse Kanselier, Scholz, lag in Brussel onder vuur vanwege het Duitse steunpakket van 200 miljard voor burgers en bedrijven, en bood daarom weinig weerstand. Zelfs de liberale premier Rutte gaf aan dat er grenzen waren aan openheid en globalisering.
Op zoek naar antwoorden op IRA
In de eerste maanden van 2023 ging de Europese machinerie in overdrive, op zoek naar antwoorden op de IRA. De Europese Commissie kwam op 1 februari met een omvangrijk groen industrieplan. De President van de Europese Raad, Charles Michel, spande de kroon. Michel vroeg om meer ruimte voor staatssteun, het mobiliseren van bestaande EU fondsen, en bovenal een omvangrijk Europees soevereiniteitsfonds, als opvolger van het Covid Herstel (NGEU) fonds.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen had eigenhandig een voorschot genomen op dit soevereiniteitsfonds in haar State of the Union toespraak van September 2022. Het idee werd op ambtelijk niveau direct van tafel geveegd. De karakterisering ‘Marx op Steroïden’ kwam van de Nederlandse ambassadeur, Robert de Groot. Maar achter de schermen waren Duitse vertegenwoordigers minstens zo kritisch. Europa had geen behoefte aan nieuw, geld. Er was nog meer dan voldoende geld over in het eerste noodfonds.
Terwijl President Michel zijn wonden likte, koos Commissie voorzitter Von der Leyen eieren voor haar geld. Het voorstel voor een soevereiniteitsfonds werd afgezwakt tot een Strategic Platform voor Technologieën (STEP), grotendeels een herijking van bestaande fondsen. Dit platform werd bovendien onderdeel van een bredere herziening van de Europese meerjarenbegroting (MFK), een herziening waar geen enkele lidstaat op zat te wachten. Na een half jaar steggelen, werden de leiders het eens over een ding: geen nieuw geld, behalve voor Oekraïne. Van het afgeschaalde STEP pakket overleefde uiteindelijk slechts 1,5 miljard extra voor een Europees defensiefonds.
Impactanalyse IRA (of toch niet?)
Ondertussen had de Commissie een impactanalyse gedaan van de IRA, met als voornaamste conclusie dat het eigenlijk te vroeg was voor een impactanalyse. De kabinetschef van Von der Leyen, Björn Seibert, had de ambassadeurs ondertussen aangeraden om niet te hard van leer te trekken tegen de VS. Groene investeringen waren immers goed, en Chinees protectionisme vormde een groter probleem. Bovendien, zo hadden Amerikaanse vertegenwoordigers Seibert verteld, Europa kon toch gewoon hetzelfde doen? Sterker nog, Europese ambtenaren kwamen tot de conclusie dat met het NGEU fonds, met zijn 37% groene en 20% digitale investeringen, Europa in feite al haar eigen IRA had met een omvang van meer dan 300 miljard euro.
Conclusie: Meer van het zelfde en het risico op een juridische fuik
En dus eindigde de zoektocht in meer van hetzelfde. Europa creëert een nieuw bureaucratisch instrument (een online portal), gaat de dialoog aan met de industrie, en probeert ondertussen de regeldruk vanuit Brussel te verlichten. De Europese Raad probeert op een informele Europese top in april nog wat piketpaaltjes te slaan voor de Europese clean-tech industrie. Maar alle grotere initiatieven worden over de Europese verkiezingen heen getild.
Hiermee gaat de kans voorbij om een echte les te trekken uit de IRA. Een les die met het oog op het huidige verzet tegen de groene agenda, goed van pas was gekomen. De IRA bood namelijk een positief antwoord op het onbestendige gevoel bij burgers en bedrijven niet vanwege de energietransitie als zodanig, maar vanwege de wijze waarop Europa deze transitie tracht te realiseren: namelijk via een ‘yes we can’ benadering in plaats van een juridische fuik.
Ronald Heijman zegt
Deze analyse geeft goed het volgende aan:
. De EU is weer eens te laat met schakelen op majeure beleidsterreinen
. De EU is reactief en niet proactief
. Met de moeizame samenwerking in de VS tussen democraten en republikeinen, weten zij op economisch terrein, wel op tijd majeure ingrepen te doen, wat in de EU kennelijk veel moeizamer gaat.
. Wij zijn te verdeeld en niet goed gestructureerd voor snelle, noodzakelijke ingrepen.
. Wij laten kortzichtige groepsbelangen prevaleren boven het algemeen belang en de vooruitgang.
Het doel van de EU zou moeten zijn om haar grote potentielen voor tevredenheid, voorspoed, leefwijze, handelswijze, verantwoordelijkheid en cultuur als toegevoegde waarde, concurrentiekracht en voorkeurspositie te benutten. Met zaken zoals vrijheid, staatsrechtelijkheid, democratie, bescherming van belangen en rechten van burgers, intituties, bedrijven en kapitaal, en investeringen in innovatie van maatschappij en bedrijven, wetenschap en technologie. Met weerbaarheidsprogramma’s en bestrijding van vijanden, criminelen, corruptie, ondermijning discriminatie en ziektes.
Kortom schild en kathalisator van de vooruitgang.
Dat alles kunnen wij niet aan het bedrijfsleven overlaten, een oude kortzichtige gedachte van vorige generaties, uit persoonlijk eigen belang van machthebbers.
Het algemeen belang moet dominant worden ter bescherming van de macro-, meso- en microbelangen. Macht door kracht die alleen gezamenlijk kan worden ontwikkeld. Voor ons Europa binnen de EU.
De ervaren nadelen dienen te worden weggenomen of geaccepteerd, de grote voordelen veel beter worden benut en gecommuniceerd.
Een krachtig beleid door sterke politici is daarbij nodig, die grote projecten en investeringen ontwikkelen om bovenstaande doelstellingen te realiseren. Geen vetorechten en ondermijning toestaan.. Zeker in een economisch- maatschappelijk- en geopolitiek risicovolle tijd. Landen die structureel de vooruitgang blokkeren verwijderen uit ons bestel.
Maak de slaapwandelende reus eindelijk eens wakker.