Amerikaanse peilers maken zich ernstig zorgen over nieuwe regels voor zogenaamde robocalls (telefoongesprekken die automatisch door computers worden gevoerd). Met deze regelgeving van communicatiewaakhond FCC wordt het schier onmogelijk om robopolls uit te voeren. Telefoonbezitters kunnen robocalls namelijk voortaan gaan blokkeren, waardoor de vraag rijst of een representatieve telefonische peiling nog wel haalbaar is in de VS.
Online peilen?
Er zijn allerlei manieren om een peiling te doen. De vier belangrijkste manieren zijn de schriftelijke peiling, de mondelinge (face-to-face) peiling, de telefonische peiling en de online peiling. In Nederland maken vrijwel alle marktonderzoekbureaus gebruik van online peilingen. Peil.nl van Maurice de Hond, de Politieke Barometer van Ipsos, De Stemming van GfK Intomart en de peilingen van TNS NIPO zijn bijvoorbeeld allen gebaseerd op online panels. Dat kan, omdat in Nederland de internet-dekking hoog is. Volgens cijfers van het CBS heeft zo’n 96% van de Nederlandse huishoudens toegang tot internet.
In Groot-Brittannië is de situatie anders. Terugkijkend naar de peilingen voor de parlementsverkiezingen van 7 mei 2015 deden vijf grote peilers ‘het’ online (Populus, Survation, YouGov, Panelbase en Opinium), terwijl vier andere peilers (ComRes, ICM, Ipsos MORI en Lord Ashcroft) telefonisch enquêteerden. Volgens cijfers van Eurostat ligt de internetdekking in Groot-Brittannië iets lager: 1 op de 10 huishoudens heeft geen internet. Dat maakt het wat minder voor de hand liggend om een online peiling te doen.
Ook in de Verenigde Staten is het internetgebruik niet zo hoog als in Nederland. Volgens cijfers van het Census Bureau maakt in 2013 nog maar 74% van de Amerikaanse huishoudens gebruik van het internet. Vooral ouderen, mensen met lage inkomens en sommige etnische groepen zijn ondervertegenwoordigd. Dat maak het niet eenvoudig om een representatieve online peiling te doen.
Robocalls
Daarom zijn er nog veel telefonische peilingen in de VS, waaronder heel wat robopolls. Een computer belt automatisch willekeurig gegenereerde nummers en neemt ook automatisch het interview af. De respondenten geven antwoord door het inspreken van een tekst of het drukken op een toets. Het voordeel van een robopoll is natuurllijk dat je de kosten van de peiling binnen de perken kunt houden. Er zijn immers geen interviewers nodig.
Veel Amerikanen ergeren zich aan deze robopolls en de erop lijkende telefonische verkoopactiviteiten met robocalls. Sterker nog, klachten over robocalls en robotexts zijn met afstand de meest voorkomende klachten bij de FCC. Daarnaast is het accepteren van een gesprek op een mobiele telefoon niet gratis in de VS. Je krijgt dus een hinderlijk telefoongesprek en je moet er bovendien nog voor betalen. In 2013 verbood de FCC daarom het gebruik van robocalls voor mobiele telefoons.
So what?
Maakt het wat uit dat je geen mobiele nummers meer kunt bellen in je peiling? Ja, dat maakt zeker wat uit. Nate Silver illustreerde dit aan de hand van peilingen tijdens de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012. Silver vergelijkt twee groepen peilingen met elkaar: peilingen zonder mobiele nummers en peilingen met mobiele nummers.
Bron: FiveThirtyEight
De bovenstaande tabel laat duidelijke verschillen zien. Met mobiele telefoons erbij is de marge van Obama met Romney groter (4,1% in plaats van 1,5%), krijgt Obama meer kiesmannen (320 in plaats van 285) en wordt de winstkans van Obama groter geschat (ruim 82% in plaats van ruim 61%). De verklaring is dat het bij de groep van bezitters van een mobiele telefoon vooral ging om mensen met lage inkomens, financiële problemen, slechtere gezondheid, geen ziektekostenverzekering en meer alcoholproblemen. Dit zijn typisch bevolkingsgroepen waarin Obama veel aanhang had.
Het lijkt dus niet verstandig om bezitters van mobiele telefoons buiten een peiling te laten. Daar komt nog een andere belangrijke reden bij. De groep van bezitters van een mobiele telefoon wordt steeds groter. Howard Fienberg van Marketing Research Association meldt dat je 58,8% van de Amerikaanse bevolking alleen nog maar via de mobiele telefoon kunt bereiken. Door het negeren van de mobiele telefoons raak je dus wel een heel groot deel van de bevolking kwijt.
Zak en as
Op 27 mei 2015 werd bekend dat de FCC nu ook robocalls voor vaste telefoons moeilijk wil maken. De telefoonmaatschappijen moeten hun klanten een simpele mogelijkheid beiden om robocalls te blokkeren. Daarmee wordt het zo ongeveer onmogelijk om nog fatsoenlijke robopolls uit te voeren.
Uiteraard kunnen nog steeds telefonische peilingen worden gedaan, maar dan niet meer automatisch. Peilers zullen interviewers moeten inschakelen, waarmee een peiling meteen aanzienlijk duurder wordt. Als je dan ook nog bedenkt dat de respons in telefonische opiniepeilingen steeds lager wordt (volgens Douglas Rivers ligt de respons niet hoger dan zo’n 20%), dan kun je je afvragen of het einde van de telefonische peiling zo langzamerhand niet in zicht komt. De Amerikaanse peilers zitten in ieder geval in zak en as. Ik ben benieuwd hoe dat gaat aflopen…
Ik houd niet van robocalls. Ik ben me er niet van bewust ooit een volledige robocall te hebben ontvangen. Wel heb ik sowieso een hekel aan call center-computers die een potentiële klant of respondent bellen, waarna de call-centermedewerker het gesprek kan beginnen. Deze systemen werken namelijk met een vertraging die kan oplopen tot enkele seconden. Ik word gebeld, noem mijn naam en ik krijg niet direct een reactie. Ik zit dus korte tijd tegen het luchtledige te praten. ‘Hallo? Hallo!’ Ik kan me niet voorstellen dat niet meer Nederlanders zich hieraan ergeren. Als de hier omschreven ontwikkeling leidt tot een stap terug in de tijd – mensen bellen gewoon mensen – zou ik daar bepaald niet rouwig om zijn, ook al word ik soms ‘ongevraagd’ gebeld. Ook in een geautomatiseerd Bel me Niet-register zie ik niets. Naar mijn ervaring werkt het niet en ik wil gewoon tegen een medewerker kunnen zeggen dat ik niet door stroom- en gasboeren lastig gevallen wil worden.