Recentelijk maakte minister Van Engelshoven bekend dat van de 70 miljoen euro die er extra geïnvesteerd wordt in wetenschappelijk onderzoek er slechts 10 miljoen euro naar de sociale- en geesteswetenschappen gaat. 60 miljoen euro gaat naar bèta en techniek. OCW stelt dat er “forse uitdagingen liggen bij de sector bèta en techniek”. Prominente bèta’s vinden het niet meer dan logisch dat meer dan 85% van het vrijgekomen geld naar hun eigen onderzoeksgebied gaat: het is nodig om de kwaliteit terug te brengen naar een internationaal aanvaardbaar niveau, stelt bijvoorbeeld Robbert Dijkgraaf.
De vanzelfsprekendheid waarmee er disproportioneel veel geld naar de bèta’s gaat is nauwelijks meer opvallend te noemen. In deze blog laat ik zien hoe er op verschillende niveaus – van NWO tot de universiteiten – meer geld naar de exacte en technische wetenschap gaat ten koste van de sociale en geesteswetenschappen.
De grootte van de gebieden
Hoeveel meer geld gaat er dan naar bèta-onderzoek? Vanwege de beschikbaarheid van data en de indeling van de NWO-domeinen focus ik me alleen op bètawetenschap (NWO-domein ENW) en de sociale- en geesteswetenschappen (NWO-domein SGW).
Hoeveel wetenschappers werken er momenteel in bèta en alfa/gamma? Figuur 1 laat zien dat dit afhangt van wie we meetellen. Als we alleen kijken naar de vaste staf (exclusief postdocs), zien we dat er op Nederlandse universiteiten ongeveer 2,000 fte werkzame vaste staf is in de bèta, ten opzichte van ongeveer 5,700 fte bij de alfa en gamma opleidingen.[1] Er zijn dus bijna 3 keer zoveel wetenschappers werkzaam bij alfa/gamma opleidingen dan bij bèta-opleidingen. Wanneer er rekening gehouden wordt met het relatief hoge aantal postdocs bij bèta neemt het verschil iets af, maar nog steeds zijn er dan in Nederland 2 keer zoveel alfa’s en gamma’s dan bèta’s.
Tweede en derde geldstroom: NWO en ERC
Hoeveel externe financiering is er dan te verdelen onder deze twee groepen wetenschappers? Figuur 2 laat dit zien voor NWO. Het budget van de Open Competitie en het Talentprogramma (Veni, Vidi, Vici) voor exacte wetenschappers is ongeveer 1,4 keer zo groot als die voor sociale- en geesteswetenschappers (Figuur 2, bovenste paneel). Per jaar wordt er ongeveer 110 miljoen euro verdeeld binnen het domein ENW, en ongeveer 80 miljoen binnen het domein SGW. Er is dus in Nederland meer geld voor bèta, dat verdeeld wordt onder aanzienlijk minder wetenschappers.
Als we de NWO-fondsen uitdrukken per 100 fte (alle staf, inclusief postdocs), zien we dan ook een gigantisch verschil: 3.26 miljoen per 100 fte exacte wetenschappers en 1.16 miljoen per 100 fte sociale en geesteswetenschappers. Bijna 3 keer zoveel. Het is dus ook niet verbazend dat de slagingspercentages voor de Talentbeurzen en in de Open Competitie veel hoger zijn voor het domein ENW dan het domein SGW. Als het gaat om de meest prestigieuze prijs in de Nederlandse wetenschap, de Spinoza-prijs, zien we eenzelfde patroon: 39 Spinoza’s naar de bèta, 24 naar alfa/gamma. NWO heeft als beleid dat elk van de drie gebieden (alfa/gamma, bèta, life) tenminste 1 van de 4 jaarlijkse Spinoza-premies krijgt. De resterende vierde Spinoza-premie gaat bijna zonder uitzondering naar een bèta.
In de huidige berekeningen heb ik niet meegenomen dat NWO ook nog zo’n 100 miljoen besteedt aan het topsectorenbeleid. De overgrote meerderheid van die 100 miljoen komt terecht bij bèta’s en technische wetenschappers: slechts één van de negen topsectoren (“Creative Industries”) is enigszins gerelateerd aan de sociale- en geesteswetenschappen.
Een tweede belangrijkste inkomstenbron voor onderzoekers zijn ERC-beurzen (Starting, Consolidator, Advanced). Het begint repetitief te worden, maar de bevinding is hetzelfde. De ERC heeft sinds het ontstaan van het programma bijna twee keer zoveel beurzen uitgereikt aan bèta’s dan aan alfa’s en gamma’s (Figuur 3). Interessant is dat ondanks de kleinere hoeveelheid aan beurzen, de Nederlandse wetenschappers in alfa en gamma evenveel ERC grants gewonnen hebben als de bèta’s (213).
Universiteiten
Naast onderzoeksbeurzen wordt de scheve verdeling ten faveure van de bèta’s voor een groot gedeelte veroorzaakt door de manier waarop de overheid en universiteiten geld verdelen. Alfa/gamma opleidingen vallen onder een ‘laag’ bekostigingstarief (rijksbijdrage x 1) en bèta-opleidingen onder een ‘hoog’ tarief (rijksbijdrage x 1,5). Bèta-opleidingen zijn duurder: meer materiaalkosten, labruimte, enzovoorts. Universiteiten krijgen dus meer geld voor afgestudeerden in de bèta, en dat is terug te zien in de manier waarop universiteiten het geld tussen de faculteiten verdelen.
Ik zal dit illustreren aan de hand van het allocatiemodel van mijn eigen universiteit, de UvA. Ik kijk hier enkel naar de onderzoeksbijdrage (de bètafaculteit krijgt ook veel meer geld voor onderwijs). De 538 fte onderzoekers aan de bètafaculteit (FNWI) van de UvA mogen per jaar meer dan 60 miljoen euro verdelen. De 650 fte onderzoekers aan de alfa-faculteit (FMG) moeten het doen met 32 miljoen, en de 437 fte geesteswetenschappers (FGW) met 28 miljoen. Gedeeltelijk ontstaan de verschillen doordat de UvA de grotere hoeveelheid NWO-beurzen van de bèta’s moet matchen. Tegelijkertijd krijgen de exacte wetenschappers 14 miljoen euro via het “capaciteitsbudget”: extra geld voor laboratoriumruimte en materialen. De FMG heeft geen capaciteitsbudget en de FGW krijgt 3,5 miljoen.
De legitimiteit van de verdeling
Dat bèta-onderzoekers veel meer financiering krijgen is helder. Maar is dat eigenlijk niet gewoon terecht? Een eerste argument vóór de huidige verdeling is dat bèta-onderzoek duurder is: er zijn laboratoria nodig met vaak dure apparatuur. Dit argument klopt vermoedelijk wel, maar tegelijkertijd is het niet zo duidelijk dat de kosten voor alfa en gamma veel lager zijn. Sociale wetenschappers zouden blij zijn met goed gefinancierde longitudinale survey, maarja, daar is geen geld voor. Psychologen en economen gebruiken ook laboratoria. En hoe hoog zijn de materiaalkosten van wiskunde en theoretische natuurkunde eigenlijk? Bovendien verklaart dit argument niet waarom bèta-onderzoekers van NWO en de ERC meer beurzen krijgen. Als de materiaalkosten hoger zouden zijn is de logische oplossing grotere beurzen voor bèta ten opzichte van alfa/gamma, maar niet per sé meer.
Een tweede argument is dat alfa/gamma onderzoek onbelangrijk en onwetenschappelijk is. Wiskundige en Spinoza-winnaar Hendrik Lenstra verwoordde het misschien wel het meest treffend in een aflevering van de Hokjesman: “Gamma’s tellen eigenlijk niet mee. Respect voor een collega-geleerde wordt bepaald door: kan hij iets wat ik de moeite van het kunnen waard vind? Dat heb ik bij gamma’s zeer zelden.” We moeten iets hebben aan wetenschap, en elke euro die geïnvesteerd wordt in bèta levert de maatschappij veel meer op: innovatie en technologische vooruitgang.
Tegen dit argument is veel in te brengen. We kunnen nog zulke geweldige vaccins bedenken, als we niet begrijpen waarom ouders hun kinderen steeds minder vaak laten vaccineren hebben we daar niks aan. We kunnen nog zulke slimme duurzame technologische oplossingen bedenken om klimaatverandering tegen te gaan, als mensen klimaatbelastende keuzes maken lost dat niks op. Grote maatschappelijke problemen kunnen we alleen oplossen met kennis uit de alfa en gamma wetenschappen, maar blijkbaar lukt het die groep niet goed om dat over het voetlicht te brengen. De maatschappelijke waardering voor alfa en gamma disciplines lijkt lager dan ooit.
De suprematie van de bèta’s
De lage maatschappelijke waardering voor alfa/gamma onderzoek gaat gepaard gaat met een lage financiële waardering. Letterlijk op alle niveaus in de academische wereld krijgen bèta-onderzoekers disproportioneel veel geld: van NWO, de ERC, van de overheid en van de universiteit. Op elk niveau is er een scheve verdeling en op elk niveau worden dezelfde argumenten gebruikt: hoge materiaalkosten, belangrijke problemen worden opgelost. Bovenop de grote pot met geld voor bèta komt nu dus ook nog 60 miljoen euro: een extra investering in bèta is immers meer dan nodig. Het moge duidelijk zijn: de bèta’s maken de dienst uit in de academische wereld.
Het is opvallend hoe weinig onderbouwing de huidige verdeelsleutels hebben. Alles wordt onderzocht, behalve of de huidige verdeling van onderzoeksgeld wel efficiënt is. Een legitimatie van de verdeling van de geldstromen is er eigenlijk niet. Waarom heeft ENW zo’n groot budget? Wie bepaalt eigenlijk dat het capaciteitsbudget voor de FNWI aan de UvA 14 miljoen is?
In tijden van teruglopende overheidsfinanciering voor academisch onderzoek worden deze kwesties steeds urgenter. De gehele academische wereld moet het doen met minder geld, maar toch vooral de alfa en gamma wetenschappers. Dit leidt logischerwijs tot tegenstand: decanen van alfa-faculteiten schreven een brandbrief en het college van bestuur van de UvA roept minister van Engelshoven op om meer geld te geven aan de sociale en geesteswetenschap. Het is goed dat dit nu geagendeerd wordt. Wij, alfa en gamma onderzoekers, moeten blijven benadrukken waarom een investering in de sociale en geesteswetenschappen zinvol is. Tegelijkertijd moet er een open discussie worden gevoerd over waarom de huidige verdeelsleutel de juiste is. Dat een disproportionele investering in bèta zinvol is, is een vraag, geen vaststaand feit.
[1] In Figuur 1 ontbreken wetenschappers die werken bij KNAW- en NWO-instituten (AMOLF, NIOZ, NCSR, Meertens Instituut), maar dit geldt zowel voor alfa/gamma als bèta.
J zegt
Als het gaat om het nut, dan denk ik dat de Bèta-wetenschappen betere kaarten hebben. Daar schaar ik dan ook geneeskunde onder. Ik kan zo uit het hoofd niks bedenken in mijn dagelijks leven dat nu leuker/beter is geworden door de geesteswetenschappen.
Ik denk dat gedragswetenschap een mooiebijdrage zou kunnen leveren, maar ik weet simpelweg niet of en waar ze dat nu dan doen. Naast schandalen komen er enkel van die twijfelachtige nieuwsberichtjes op ANP-niveau langs.
Chris zegt
Nou het leven wordt misschien niet ‘beter’ maar wel leefbaar door o. A. Gamma. Zonder wetten en talen en ingrijpende maatregelen van overheden die snappen wat er gebeurd zou het leven voor iedereen heel lastig kunnen worden. Het zijn vredesverdragen en wetten die er voor zorgen dat ontwikkeling uberhaupt mogelijk is, zonder dat zouden we terug gaan naar de middeleeuwen. Ook de ontwikkeling van de psychologie en de democratische vrijheid die wij hebben zijn een resultaat van gammaontwikkeling door de eeuwen heen. We zijn dit soort belangrijke behoefte als standaard gaan beschouwen en daarom als onbelangrijk, maar zonder gamma en alfa zouden we niet echt verder gekomen zijn.
Jona Lendering zegt
“Wij, alfa en gamma onderzoekers, moeten blijven benadrukken waarom een investering in de sociale en geesteswetenschappen zinvol is.”
Nee, dat moeten we niet benadrukken. Dat doen we vaak genoeg en het moet inmiddels duidelijk zijn dat slechts weinigen daar veel waarde aan hechten. Wat we moeten doen is onszelf tonen, onszelf uitleggen.
De sociale en geesteswetenschappen bieden inzicht in wie wij als sociale wezens zijn en denken. Dat is een prima programma. Alleen: wetenschappers verwerven weliswaar die inzichten maar ze dragen die nauwelijks over aan de samenleving (goede blogs als Stuk Rood Vlees en Neerlandistiek e.d. en boeken als “De vergeten wetenschappen” van Rens Bod niet te na gesproken). Anders gezegd: onze activiteiten zijn van breed-gedragen humaniora verschraald tot geesteswetenschappelijk onderzoek. Daardoor worden ze bij het grote publiek steeds onbekender en steeds onbeminder.
Met tien miljoen valt een verdraaid aardig internetplatform te bouwen om uit te leggen wat we nu eigenlijk doen, waar het wetenschappelijke aspect in schuilt, waarom een academische opleiding zinvol is en dat onderzoek belangrijke inzichten oplevert. Zolang zo’n platform er niet is, zullen we in het verdomhoekje blijven zitten – en eerlijk gezegd: niet helemaal ten onrechte.
Thijs Bol zegt
Ik denk dat we er niet heel erg verschillend over denken. Volgens mij is het belangrijk om op platforms zoals StukRoodVlees of Over de Muur etc. te communiceren wat we doen en uitleggen wat we doen. Tegelijkertijd vind ik dat niet een legitimering voor de scheefgroei in budgetten. Wat mij betreft zijn dat twee afzonderlijke discussies – het één hoeft niet noodzakelijkerwijs een voorwaarde te zijn voor het ander.
Arie Graafland zegt
Mee eens. Hou op met vragen en uitleggen hoe belangrijk je bent. Publiceer! Wetenschap is inmiddels ook een markt. Een internetplatform is interessant, kan goedkoper overigens, maar alfa gamma maakt boeken en publiceert artikelen. Ik heb jarenlang aan de TU Delft Bouwkunde gewerkt, eindeloos tegen de beta stroom inzwemmen, een beta maakt geen boek, alleen artikelen. Het enige wat werkt is harde peer to peer kritiek, en publiceren. Kritiek in alfa gamma kan veel beter, ook naar je PhD,s toe.
Simon Koop zegt
Ik denk dat het misschien voor alfa/gamma wetenschappers ook intrinsiek moeilijker is om politici en belijdsvoerders te overtuigen van het nut van hun onderzoek omdat die vaak toch het idee (schijnen te) hebben dat ze zelf wel weten wat de beste oplossingen voor maatschappelijke problemen en de onderliggende redenen voor maatschappelijke trends zijn. Waar menig politicus zó wel een idee heeft hoe er met de problematiek omtrent vaccinatie omgegaan moet worden zijn er niet veel die zelf de vaccins ook willen ontwikkelen.
MD zegt
Haha! Misschien is dat “uit het hoofd” het probleem hier, niet de geesteswetenschappen zelf. Idee: lees eens De Vergeten Wetenschappen van Rens Bod (ook genoemd door Jona Lendering) om wat meer in dat hoofd te krijgen , bijvoorbeeld hoe taalwetenschap ten grondslag ligt aan programmeertalen, hoe bronnenkritiek binnen de theologie bijdroeg aan de verlichting, hoe filologie cruciale inzichten leverde voor de huidige genetica, enzovoort.
MBS zegt
Gegeven dat uit de eerste grafiek hierboven blijkt dat er ruim 2x meer onderzoekers in de sociale en geesteswetenschappen werkzaam zijn dan in de betatechnische wetenschappen, moet je je als land misschien wel afvragen of dát wel juiste verhoudingen zijn. Uit allerlei internationale vergelijkingen blijkt NL namelijk wel erg alleen te staan met zo’n groot marktaandeel sociaalwetenschappers (geesteswetenschappen zijn net als de betatechniek dan juist weer relatief klein in omvang – zie Rathenau/CWTS/CBS/VSNU).
De investering van 60/10 M€ voor versterking van de eerste geldstroom (=aantal onderzoekers) in de betatechniek/geesteswetenschappen is in dat licht dan ook niet meer dan een logische keuze. Neveneffect zal ook zijn dat de hoeveelheid middelen in de tweede geldstroom (=NWO middelen) per onderzoeker meer met elkaar in balans raakt. Wat wil je nog meer? 😉
Anna zegt
Zie ook deze korte tedtalk, Duncan Watts, over hoe sociale wetenschap veel moeilijker (=complexer) is dan beta-wetenschap (“rocket science”).
https://youtu.be/D9XF0QOzWM0
Ionica Smeets zegt
“We kunnen nog zulke geweldige vaccins bedenken, als we niet begrijpen waarom ouders hun kinderen steeds minder vaak laten vaccineren hebben we daar niks aan.”
Maar het is nu eenmaal veel duurder om een vaccin te ontwikkelen dan om te onderzoeken hoe je over vaccins communiceert. (Zegt iemand die onderzoek doet naar communicatie.)
Overigens zei Hendrik Lenstra als ik het me goed herinner in de Hokjesman juist dat hij alfa-wetenschappers wél waardeert en zijn wiskundigen als hij nu juist groot voorstander van fundamenteel onderzoek dat niet direct tot innovatie en technologische vooruitgang leidt.
Thijs Bol zegt
Klopt van Lenstra, hij heeft veel met alfa’s, maar niks met gamma’s. Het gaat me niet om lenstra hoor (zijn opmerking over valorisatie druist ook tegen alles in, ik vind het ook wel mooi dat hij zo eerlijk is), maar de hiërarchie in de wetenschap is volgens mij duidelijk.
Ik zeg nergens dat beta of geneeskunde niet duurder zijn (geneeskunde krijgt x3 van de rijksbijdrage). Alleen is de vraag wat de beste verdeling van schaarse middelen is. En die discussie wordt nu zelden gevoerd, in mijn ogen. Er is een hiërarchie, en die wordt op elk niveau gereproduceerd.
Inger Stokkink zegt
Bert Klandermans, toenmalig divan soc. wet. aan de VU, schreef daar zes jaar geleden in zijn afscheidsrede al over – toen al interessante verschillen! https://www.bibliotheek.nl/catalogus/titel.322639352.html/het-sturen-van-wetenschap/