De gemiddelde burger spuugt op politieke partijen, maar er is één partij waar men wel iets vaker op lijkt te spugen: de PvdA. Ook (prominente) PvdA’ers spuwen naar hartelust hun gal over de partij. Gisteren publiceerden wij een gebalanceerde, kritische beschouwing over de PvdA van Merijn Oudenampsen. In zijn kritiek en in die van anderen komen vaak drie thema’s terug: (1) het vermeende ideologische verschil tussen de PvdA-top en haar achterban, (2) de afbraak van de klassieke sociaal-democratie en (3) het plegen van kiezersbedrog. Ik evalueer deze drie kritieken aan de hand van data over de partij, haar leden en haar kiezers (lees hier, hier en hier enkele eerdere stukroodvlees beschouwingen over de PvdA).
Is de PvdA partijtop rechtser dan de achterban?
Het is een bekende klacht dat de top of de vertegenwoordigers van de PvdA een andere positie innemen dan de achterban (de leden of kiezers van de PvdA). Zij zouden rechtser zijn of sociaal-liberaal in plaats van sociaal-democratisch. Is dit waar? Josje den Ridder heeft in haar proefschrift ‘Schakels of obstakels? Nederlandse politieke partijen en de eensgezindheid, verdeeldheid en representativiteit van partijleden’ (lees hier haar blog over het proefschrift) o.a. de posities van kamerleden, kiezers en leden van verschillende partijen vergeleken over tijd. Ik haal hier twee voorbeelden naar voren. Figuur 1 laat de gemiddelde positie van kiezers, leden en kamerleden zien op de vraag of inkomensverschillen kleiner of groter moeten worden. De verschillen tussen kamerleden, leden en kiezers van de PvdA zijn op dit issue bijzonder klein en worden zelfs kleiner over tijd. Den Ridder spreekt dan ook over een “zeer hoge mate” van congruentie op dit issue.
Figuur 1. Gemiddelde positie op inkomensverschillen van kiezers, leden en kamerleden van de PvdA (1986-2008)
Bron: Josje den Ridder (2014). Schakels of obstakels?
Figuur 2 – ook uit het proefschrift van Josje den Ridder – laat de positie van kamerleden, leden en kiezers van de PvdA op de links-rechts dimensie zien. Hier zien we meer verschillen dan in figuur 1. Den Ridder beschrijft dat kamerleden, leden en kiezers minder links worden over tijd. De leden zijn het meest links van de drie groepen en de kiezers het minst. De Kamerleden plaatsen zich tussen de leden en de kiezers. Dat is precies wat je zou verwachten op basis van formele modellen van partijcompetitie. De PvdA vertegenwoordigers zijn dus rechtser dan de leden, hoewel ze nog steeds centrum-links zijn.
Figuur 2. Gemiddelde links-rechts positie van kiezers, leden en kamerleden van de PvdA (1986-2008)
Bron: Josje den Ridder (2014). Schakels of obstakels?
Verraadt de PvdA haar “roots”?
Figuur 3 laat de links-rechts positie van de PvdA in de periode 1946-2010 zien. Deze positie is gebaseerd op een inhoudsanalyse van verkiezingsprogramma’s uitgevoerd door het Manifesto Project. Er is veel discussie over de methode van dit project, maar het is de dataset met de langste tijdreeksen. Hiermee kunnen we dus de PvdA over tijd vergelijken. Posities lopen van -100 (extreem links) tot 100 (extreem rechts) maar ik toon alleen de interval -50 tot 50. De figuur laat zien dat de PvdA in de jaren ’50, ’60 en ’80 centrum-links is en in de jaren ’70 sterk radicaliseert. Vanaf 1994 – m.u.v. 1998 – trekt de partij sterk naar het midden. Kortom, de PvdA heeft centrum-links verruild voor het centrum. Ze verraadt hiermee wellicht haar ‘roots’, maar datzelfde zou dan gelden voor de jaren ’70. Toen plakte men wellicht teveel ideologische veren op de partij.
Figuur 3. Links-rechts positie PvdA 1946-2010 (Manifesto Project Data)
Maar staat het verschuiven van de positie gelijk aan verraad? Verraadt de SP haar gedachtengoed nu zij niet langer Mao Zedong adoreert? Vindt u dat SGP’ers de hel verdienen nu zij vrouwen toelaten hen te vertegenwoordigen? Met andere woorden moeten partijen policy pure zijn of moeten zij zich juist aanpassen aan hun kiezers of leden? Figuren 1 en 2 laten zien dat de PvdA het wat het tweede betreft niet zo slecht doet. Ook uit mijn eigen onderzoek blijkt dat partijen zoals de PvdA zich aanpassen aan de verschuivende positie van hun kiezer (hier en hier). Dat mag je verraad van principes noemen, maar uiteindelijk heb ik liever – en ja dat is een individuele voorkeur! – partijen die zich aanpassen aan de tijd in plaats van partijen die nog in de verzuiling leven.
Pleegt de PvdA kiezersbedrog?
Coalitieformatie is een geformaliseerde en noodzakelijke vorm van kiezersbedrog. Zonder een absolute meerderheid kan geen enkele partij haar programma uitvoeren en we weten allemaal hoe vaak een partij in Nederland een absolute meerderheid heeft behaald. Op basis daarvan kan je je afvragen of er echt sprake is van kiezersbedrog. Welke rationele kiezer gaat er vanuit dat een partij haar programma volledig uitvoert?
De vraag is wel waarom de PvdA veel vaker deze beschuldiging krijgt toegeworpen dan andere partijen. Faalt de PvdA-top in onderhandelingen over coalitie-akkoorden en geven zij teveel toe? Of is de PvdA-top nog rechtser dan zij zich zelf plaatst (in bv. figuur 2) en onderhandelen zij op basis van die rechtsere positie? En belangrijk, zijn zij daar uniek in in vergelijking met andere partijen? Dit zijn vragen die ik niet kan beantwoorden.
Verdient de PvdA onze gal?
Politieke partijen worden tegelijkertijd verweten dat zij niet responsief zijn naar de kiezer, maar ook dat ze teveel veranderen en dat ze teveel gericht zijn op mediamomentjes. Ook de PvdA ontsnapt hier niet aan. Aan de ene kant is het de onresponsieve regentenpartij, aan de andere kant is de partijtop teveel naar het midden getrokken (achter de kiezer aan). Deze paradox verwijst ook naar twee geheel verschillende normatieve ideeën over hoe partijen zouden moeten functioneren: moeten zij policy pure blijven of moeten zij zich aanpassen aan hun kiezers? Of is de middenweg beter waarbij de partijtop het midden moet kiezen tussen gecommitteerde, meer extreme activisten en de uit electorale motieven interessante groep kiezers in het midden? Op die manier behouden partijen iets van hun identiteit en blijven zij onderling verschillend, terwijl zij ook kunnen meedoen om de knikkers (d.w.z. de macht). Dat dit intern voortdurend strijd oplevert tussen verschillende kampen is een logisch gevolg, maar wat mij betreft niet noodzakelijk slecht. Verdient de PvdA onze gal? Wat mij betreft hebben ze hun portie – voorlopig- wel gehad en dat terwijl ik 0,0 sympathie voor de PvdA koester.
Ab de Vos zegt
Bedankt voor de uitgebreide en verhelderende reactie.
Ik bedoelde niet de noodzaak compromissen te sluiten bij een kabinetsformatie, maar de discrepantie tussen de derde weg en sociaal democratische beginselen die verdoezeld wordt in verkiezingsretoriek.
Het zou inderdaad kunnen dat daarmee vooral de leden worden gedupeerd. Ik ken de leeftijdsopbouw van de leden niet, maar het zou me niet verbazen als het voornamelijk babyboomers waren. Mensen van wie de politieke houding in de jaren zestig en zeventig gevormd is. Voor wie de discrepantie dus het grootst is.
Dat de PvdA de verrechtsing in Nederland als geheel weerspiegelt geloof ik graag. Misschien is het van een politieke partij teveel gevraagd zich kritisch van de tijdsgeest te onderscheiden op basis van beginselen. Diverse partijen doen hun best, maar juichen doe ik niet.
Het lijkt me dat meegaan met de tijd wellicht noodzakelijk is, maar niet altijd goed. Als bijvoorbeeld door marktdenken de macht van het lobbywezen aan het oog onttrokken wordt en het partijestablishment een eigen belang heeft in het hogere banencircuit. Zoals ook het gevaar van een politiek vacuüm als door depolitisering de werking van democratische rituelen verdwijnt; überhaupt het probleem om in economische geestloze termen gemeenschap te denken, te voelen en te doen. Enz.
U moet toch wel toegeven dat de “ideologische strijd” tussen de PvdA en de VVD voorafgaand aan dit kabinet lachwekkend was.
Gebruikt u de termen “adoreren” en “hel” in politiek theologische zin? Was Mao geen groot gelovige in de vooruitgang van de geschiedenis die de hel op aarde creëerde?
Gijs Schumacher zegt
Wat opvalt is dat kiezers vaak niet de verschuivingen van partijen op korte termijn waarnemen. Dit komt ook doordat er valse retoriek/tegenstellingen worden opgeworpen door de partij zelf en ook door anderen. Het is inderdaad af en toe een beetje kinderachtig.
Jaap Oosterwijk zegt
Als ik het proefschrift van Den Ridder goed lees, is haar definitie van kiezer de “kiezer van de partij”:
Gijs Schumacher zegt
Kiezersgedrag past zich niet op korte termijn aan aan verschuivende partijstandpunten (zie hier). En de verschillende datapunten zijn ook niet op hetzelfde moment verzameld (zie jaren in figuren). Nee, ik haal niet de stelling van Merijn onderuit. Sterker nog figuur 2 onderschrijft de stelling van Merijn. Figuur 1 doet dat minder. Mijn normatieve punt hier is: ja de pvda is veranderd, maar is dat erg, de kiezer is ook naar rechts opgeschoven (of je nu naar pvda-kiezers, pvda-identifyers, of sp’ers kijkt).