Immigratie is al bijna twintig jaar (sinds de opkomst van Pim Fortuyn) één van de meestbesproken thema’s in de Nederlandse politiek. Vorige maand schreef het Algemeen Dagblad bijvoorbeeld nog een hoofdredactioneel commentaar waarin de politiek wordt opgeroepen meer na te denken over de gevolgen van immigratie. Eén van de in het stuk genoemde redenen: immigratie zou onze verzorgingsstaat steeds verder onder druk zetten. Dit geluid hoor je in heel Europa, en het komt uit alle ideologische richtingen. Een paar jaar geleden zei de toenmalige Zweedse sociaaldemocratische minister van Buitenlandse zaken bijvoorbeeld dat de verzorgingsstaat op het punt stond onder de druk van immigranten te bezwijken.
Niet alleen journalisten en politici leggen regelmatig een link tussen immigratie en de verzorgingsstaat. Onderzoek laat zien dat ook kiezers geneigd zijn om hun ideeën over immigratie te koppelen aan hun opvattingen over sociaaleconomische herverdeling. Uit een recente studie uit de Verenigde Staten blijkt bijvoorbeeld dat Amerikanen die negatief zijn over immigratie ook geneigd zijn om negatief over herverdeling te zijn. Zij zouden immigranten veelal zien als profiteurs en onterechte grootgebruikers van de verzorgingsstaat, en daarom willen dat de overheid terughoudend is. Er wordt daarom ook wel gesproken van de “immigrationalisering” van opvattingen over herverdeling.
Opvallend genoeg laat Europees onderzoek een ander beeld zien. In sommige landen leiden anti-immigratie-attitudes niet tot een roep om minder herverdeling, maar juist tot een voorkeur voor een sterkere verzorgingsstaat. Een mogelijke verklaring: mensen die bezorgd zijn over immigratie vrezen dat de komst van nieuwkomers hun eigen sociaaleconomische positie in gevaar brengt. Om die reden roepen zij om een sterke verzorgingsstaat die hen tegen dit soort gevaren moet beschermen.
Sociaaleconomische omstandigheden
Beide redenaties klinken plausibel. De “immigrationalisering” van verzorgingsstaatvraagstukken kan ertoe leiden dat mensen met anti-immigratie-opvattingen zich vooral op de outgroup (de immigranten) richten en negatiever worden over herverdeling. Er is dan sprake van een anti-solidariteitseffect. Maar het is ook mogelijk dat deze mensen juist meer bezorgd raken over hun eigen positie en hun ingroup, en daarom hopen op méér in plaats van minder herverdeling door de overheid. In dat geval is er sprake van een compensatie-effect. In een recente studie laten we zien dat welke van deze twee effecten de overhand krijgt afhankelijk is van de sociaaleconomische omstandigheden in een land.
Voor we met ons onderzoek begonnen, verwachtten we dat het anti-solidariteitseffect de overhand zou hebben als er veel immigranten in een land zijn. Onze redenatie: onder dergelijke omstandigheden zullen mensen met anti-immigratie-opvattingen eerder bang zijn dat immigranten meer krijgen dan ze verdienen, en dus negatiever worden over herverdeling. Bij een laag percentage immigranten vermoedden we het omgekeerde: een focus op de eigen positie en die van de ingroup en daarom een compensatie-effect. We verwachtten een soortgelijk patroon als een land veel geld uitgeeft aan sociale voorzieningen. Als er (relatief) veel wordt uitgegeven aan herverdeling, zo vermoedden we, zullen burgers met negatieve opvattingen over immigratie de verzorgingsstaat in sterkere mate zien als iets dat beschermd moet worden tegen buitenstaanders. Dus: bij royale welvaartsstaten verwachtten we een anti-solidariteitseffect, en bij minder royale verzorgingsstaten een compensatie-effect. Ten slotte vermoedden we dat er ook sprake zou zijn van een anti-solidariteitseffect als immigranten in sterkere mate afhankelijk zijn van overheidsvoorzieningen dan “natives” dat zijn. In dergelijke gevallen, zo vermoedden we, zullen zorgen over de outgroup de overhand krijgen, en waardoor er sprake zal zijn van een anti-solidariteitseffect. Als immigranten minder gebruik maken van de verzorgingsstaat dan “natives”, verwachtten we dat het compensatie-effect de overhand zal hebben.
Hieronder laten we de belangrijkste resultaten zien. De gegevens zijn afkomstig van veel verschillende bronnen. De figuur laat de effecten zien van anti-immigratie-opvattingen (gemeten op een schaal van 0 [heel positief over immigratie] tot 10 [heel negatief over immigratie]) op steun voor economische herverdeling (1 = voorstander van herverdeling door de staat; 0 = neutraal of tegenstander van herverdeling door de staat). Een positief effect verwijst dus naar het compensatiemechanisme en een negatief effect naar het anti-solidariteitsmechanisme. Het aantal immigranten in een land meten we door te kijken naar het percentage inwoners dat in het buitenland is geboren (dit is geen perfecte meting, maar allerlei alternatieven leiden tot dezelfde resultaten), en de mate van herverdeling met het percentage van het bbp dat aan sociale voorzieningen wordt uitgegeven. De mate waarin immigranten afhankelijk zijn van sociale voorzieningen is enigszins gecompliceerd. Het komt er op neer dat we bekijken hoe waarschijnlijk het is dat mensen die in het buitenland geboren zijn voor hun inkomen afhankelijk zijn van overheidsvoorzieningen (ten opzichte van “natives”). Voor een gedetailleerde beschrijving van alle gebruikte bronnen en metingen zie hier.
Figuur: Marginale effecten van anti-immigratie-opvattingen op steun voor herverdeling, afhankelijk van (a) het percentage mensen dat geboren is in een ander land, (b) het percentage van het bbp dat aan sociale voorzieningen wordt uitgegeven, en (c) de mate waarin immigranten afhankelijk zijn van overheidsvoorzieningen
De schuine doorgetrokken streep laat het effect van anti-immigratie-opvattingen op steun voor herverdeling zien. De stippellijnen eromheen weerspiegelen de betrouwbaarheidsintervallen. Als alle drie de lijnen zich boven de horizontale gestippelde nullijn bevinden is er sprake van een statistisch significant positief (compensatie-)effect, en als ze alle drie eronder liggen van een statistisch significant negatief (anti-solidariteits)effect. De figuur laat heel mooi zien dat er een compensatie-effect is als er weinig immigratie is, als er weinig herverdeling is, en als immigranten weinig afhankelijk zijn van overheidsvoorzieningen. We zien een anti-solidariteitseffect als er veel immigranten zijn, er veel herverdeling is, en immigranten juist sterk afhankelijk zijn van de verzorgingsstaat.
Deze bevindingen laten zien dat het niet zo vreemd is dat juist in Zweden een sociaaldemocratische minister zich bezorgd uitliet over de druk van immigranten op de verzorgingsstaat. In Zweden zijn er relatief veel immigranten en wordt er behoorlijk wat geld uitgegeven aan sociale voorzieningen. Met andere woorden: Zweden is een ideale broedplaats voor negatieve “immigrationalisering” van herverdelingspolitiek. En het hetzelfde geldt – in iets minder sterke mate – voor Nederland.
Afbeelding: bron.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.