“I was trying to kill somebody” (CNN, oktober 2015). “Mexicans are rapists. And some, I assume, are good people” (Business Insider UK, juli 2015). “A lot of people who go into prison straight, come out gay” (Politico, september 2015). Dat de huidige Amerikaanse presidentsverkiezingen niet moeten onderdoen wat controverse en hoongelach betreft, bewijzen de republikeinse kandidaten Donald Trump en Ben Carson in de Amerikaanse voorverkiezingen (Telegraph UK
, december 2015). Naast het onverwachte succes van de omstreden Donald Trump, was ook de populariteit van de tweede zwarte to be president Carson lange tijd een verrassing in de Amerikaanse voorverkiezingen. Met hun beperkte hoeveelheid relevante ervaring, geven beide heren de strijd om de troon in het Witte Huis een apolitieke dimensie. arson’s kandidaatstelling na een carrière als befaamd neurochirurg, deed dan ook vragen rijzen over zijn bekwaamheid in het politieke veld.
Can a doctor be president? Die vraag stelde Carson zich vermoedelijk ook zelf, toen hij besloot niet te profileren op basis van zijn (beperkte) politieke kennis, maar eerder op de zelfpromotie als gezonden aartsengel van de vervlogen “American Dream”. Dat hij daarbij vooral zijn eigen wonderen ophemelt, lijkt weinigen te storen. Polls toonden aan dat 62% van de republikeinse stemmers Ben Carson genegen zijn als presidentskandidaat, en plaatsten de neurochirurg steevast bovenaan de rankings (CBS News, oktober 2015). De zeven boeken die de arts schreef en het inspirerende verhaal dat hij daarin vertelde liggen vermoedelijk aan de bron van deze cijfers. In zijn verfilmde boek ‘Gifted Hands’ bijvoorbeeld, beschrijft Carson eerst hoe hij een delinquente jeugd leidde en een rebels, bijna crimineel kind was. Hij getuigt onder meer over hoe hij een vriend probeerde neer te steken en hoe hij zijn moeder met een hamer bedreigde. Vervolgens licht Carson toe hij ondanks die afkomst er toch in geslaagd is een beter leven te creëren door hard te studeren en door vurig te geloven in God. Carson werd in 1987 beroemd na de eerste scheiding van een siamese tweeling aan het hoofd, en bouwde verder een notabele carrière uit in de pediatrische neurochirurgie waarbij hij innovatieve technieken in het veld introduceerde (Bustle, augustus 2015).
De waarheid achter het medische wonder
Zonder twijfel een inspirerend verhaal, ware het niet dat er vragen gesteld dienen te worden bij zijn relaas. Amerikaanse media bekritiseren meteen de onmogelijk te overkomen hindernissen in het arme éénoudergezin waarin hij opgroeide. Geen enkele van zijn vrienden herinnert zich Carson als een jongen met woede- of agressieproblemen (CNN, oktober 2015). Ook de beurzen die de arts zouden zijn aangeboden om te studeren aan West Point en Michigan University, kunnen niet getraceerd worden in de administratie van de instellingen (Politico, juni 2015; Fox News, november 2015). Daarnaast omschreef Carson in zijn boek ook enkele concrete verhalen en herinneringen die op geen enkele manier gestaafd kunnen worden. Zo zou hij gedineerd hebben met generaal William Westmoreland, leider van de Amerikaanse troepen in de Vietnamoorlog, in Detroit op Memorial Day, terwijl verscheidene documenten aantonen dat Westmoreland die dag in Washington D.C. vertoefde (Politico, juni 2015). Ook vertelt de arts dat hij door zijn professor psychologie aan Yale als ‘eerlijkste student van de klas’ werd beoordeeld, en beschrijft hij hoe hij aansluitend $10 kreeg en met een foto in het universiteitsblad, de Yale Daily News, verscheen. Het blad contesteert echter deze bewering, omdat hier opnieuw geen bewijzen van te vinden zijn (The Atlantic, november 2015). In een andere passage omschrijft Carson hoe hij met een wapen bedreigd werd door een dief. De politierapporten beschrijven echter hoe verschillende mensen de crimineel achtervolgden op straat, terwijl er van Carson’s getuigenis geen sprake is. The Wall Street Journal stelt vrijwel onmiddellijk dat Carson overdrijftom zijn campagne een duwtje in de rug te geven.
Naast de onbewezen verklaringen in zijn boeken, houdt Carson er ook een reeks controversiële overtuigingen op na. Zo verklaarde hij onder meer dat vrouwen die hun kind laten aborteren vergelijkbaar zijn met vroegere slaveneigenaren. Daarnaast verwerpt hij de wetenschappelijke bevinding dat de mens de klimaatverandering veroorzaakt en vindt hij het klimatologische debat irrelevant. Bovendien is hij tegen het homohuwelijk, beweert hij dat de Pyramides van Giza enkel fungeerden als grote graanschuren, en gelooft hij niet in de menselijke evolutie (Knack, november 2015). Dat de arts zich van schurk naar hersenchirurg opgewerkt heeft, vonden de kiezers wel gemakkelijk te aanvaarden. Waarom? Zijn serie betwiste uitspraken, standpunten en leugens tillen het debat verder dan louter het in vraag stellen van een dokter als Amerikaans president. De hamvraag die geargumenteerd dient te worden is: kan een onethisch leider president worden?
Kan een onethisch leider president worden?
Er is heel wat onderzoek dat deze vraag probeert te beantwoorden. De academische literatuur omschrijft leiderschap als het beïnvloeden van groepen om zo een doel te bereiken. Auteurs argumenteren dat er een classificatie van leiderschap bestaat. Zo onderscheidt de Nederlandse Paul ’t Hart politiek (met betrekking op politieke partijen), bureaucratisch (het administratieve aspect) en burgerlijk leiderschap (gefocust op derde partijen naast de overheid, bijvoorbeeld actiegroepen). Andere auteurs contrasteren transactioneel en transformationeel leiderschap (Bass & Steidlmeier, 1999). Transactionele vormen van leidinggeven hebben betrekking op het motiveren van volgers door middel van beloningen, straffen, disciplinaire acties, beloftes maken,… . Transformationeel leiderschap aan de andere kant wordt gedefinieerd als charismatisch leiderschap, waarbij de leider onder meer geïdealiseerde invloed, inspirationele motivatie en intellectuele stimulatie vertoont. Bij deze vorm van leiddinggeven willen volgers zich identificeren met de leider en diens verwezenlijkingen. Carson vertoont duidelijk kenmerken van transformationeel leiderschap. Zijn populariteit kan waarschijnlijk grotendeels verklaard worden door zijn affiliatie met deze vorm van leidinggeven. De wetenschappelijke literatuur toont immers aan dat transformationeel leiderschap effectiever en innovatiever is, en dat dergelijke leiders voor meer tevredenheid zorgen bij het publiek. Het impressie management dat hiermee gepaard gaat is vermoedelijk ook de belangrijkste verklaring voor Carson’s eerdere populariteit. Door het publiek te imponeren met zijn verhalen, heeft hij voor zichzelf een nieuwe identiteit gecreëerd die betrouwbaarheid, geloofwaardigheid, kracht, en morele vaardigheden propagandeert. De wetenschappelijke literatuur omschrijft niet toevallig deze eigenschappen als de belangrijkste voor een goed bevonden leider.
Bij het transformationele leiderschap hoort echter ook een belangrijke ethische dimensie. Daarom wordt deze vorm van leidinggeven nog eens opgesplitst in authentiek en pseudo-transformationeel leiderschap, de categorie waartoe ook Ben Carson behoort. Dergelijke leiders zijn narcistisch, Machiavellistisch, gebruiken impressie management om mensen te imponeren en manipuleren, portretteren zichzelf als verlichte geesten en gezonden morele managers, ze doen aan zelf-glorificatie en vertellen grove leugens. Carson zal door deze leiderschapsstijl en de eigenschappen die ermee gepaard gaan uiteindelijk door de mand vallen in de verkiezingen.
Dat de effectiviteit van Carson’s pseudo-transformationele leiderschap maar van korte duur was, blijkt bovendien uit het wetenschappelijke belang gehecht aan het vertrouwen. De geloofwaardigheid van leiders gaat ten onder wanneer een bepaalde ethische grens overschreden wordt. De leugens en controverses die Carson naar voren bracht, hebben barsten gecreëerd in het vertrouwen van het electoraat.
Naast vertrouwen is ook het belang van reputatie niet te onderschatten. Plato vroeg reeds: “Wat zou je liever zijn? Een onethische persoon met een goede reputatie, of een ethische persoon met een reputatie van onrechtvaardigheid?” Wetenschappelijke literatuur stelt dat je enkel een ethische leider kan zijn als je zowel een morele persoon als een morele manager bent (Trevino, 2000). Een morele manager fungeert onder meer als rolmodel en communiceert over waarden en ethiek, zaken die zeer eigen zijn aan Ben Carson. Een morele persoon aan de andere kant heeft eigenschappen als eerlijkheid, integriteit, betrouwbaarheid en persoonlijke moraliteit. Carson heeft die eigenschappen de rug toegekeerd toen hij leugens verkondigde over zijn jeugd en levensloop, waaronder zijn reputatie grondig leed. Wanneer puntje bij paaltje komt, maken die elementen het electorale verschil.
De verhalen van Ben Carson spreken uiteraard tot de verbeelding van de doorsnee Amerikaan, en de Amerikaanse Droom. De arts lijkt wel de verbeeltenis van vervlogen dromen en symboliseert zo een verlangd toekomstbeeld. De controverse omtrent zijn standpunten en persoonlijkheid, en zijn doorbreken van vertrouwen en een ethische reputatie, doorprikten echter zijn zeepbel.
Bronnen
- Bass B.M. & P. Steidlmeier (1999). Ethics, character, and authentic transformational leadership behavior. Leadership Quarterly, 10, 181-217.
- Bellé, N. (2014). Leading to make a difference: A field experiment on the performance effects of transformational leadership, perceived social impact, and public service motivation. Journal of Public Administration Research and Theory, 24(1): 109-136.
- Brown, M.E., and L.K. Treviño (2006a). Ethical leadership: A review and future directions. Leadership Quarterly, 17 (6): 595-616.
- Brown, M.E. (2007). Misconceptions of Ethical Leadership: How to Avoid Potential Pitfalls. Organizational Dynamics, 36(2): 140-155.
- Bryman, A. (1996). Leadership in organizations. In Clegg, S., Hardy, C. & Nord, W. Handbook of Organization Studies. Sage Publications.
- Dobel, J. P. (1998). Political prudence and the ethics of leadership. Public Administration Review, 58(1), 74-81.
- Hermann, M. (1980). Explaining Foreign Policy Behavior Using the Personal Characteristics of Political Leaders. International Studies Quarterly, 24(1), 7-46.
- Lord, C. (2003). The Modern Prince: What Leaders Need to Know. New Haven: Yale University Press.
- Price, T. (2003). The ethics of authentic transformational leadership. The Leadership Quarterly, 14(1): 67-81.
- ‘t Hart, P. & Uhr, J. (2008). Public Leadership perspectives and practices. ANU E Press.
- ‘t Hart, P. (2014). Understanding Public Leadership. Palgrave MacMillian.
- Trevino, L, Hartman, L., Brown, M.E. Moral person and moral manager. How executives develop a reputation for ethical leadership. California Management Review, 42(4): 128-142.
- Uhr, J. (2005). Terms of Trust: Arguments Over Ethics in Australian Government. Sydney: University of New South Wales Press.
Afbeelding: Ben Carson 20151220-DSC05989, door Marc Nozell via Flickr (license). Geen aanpassingen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.