Aanstaande donderdag zijn de verkiezingen voor het Europees Parlement (EP). Deze verkiezingen worden vaak tweede-orde verkiezingen genoemd, omdat kiezers hun stemgedrag niet alleen baseren op hun opvattingen over de Europese politiek, maar vooral op hoe ze denken over de stand van zaken in Nederland. In een peiling van IPSOS-I&O zeggen kiezers dat landelijke overwegingen bij hun keuze op 6 juni een grote rol spelen. Om de uitkomst van de Europese verkiezingen in Nederland te begrijpen, moeten we dus iets weten over de publieke stemming over de Europese Unie (EU) en over Nederland. Met welke stemming gaan we de verkiezingen in en in hoeverre is de stemming vergelijkbaar met die van de vorige verkiezingen in mei 2019?
Stemming over de EU vergelijkbaar met 2019, wel andere prioriteiten
Sinds de EP-verkiezingen 2019 is er nogal wat gebeurd in Europa en de wereld. De uitbraak van de COVID-19 pandemie legde het maatschappelijke leven en de economie in 2020 geruime tijd stil. In februari 2022 begon Rusland een oorlog tegen Oekraïne – wat (na de grote vluchtelingenstromen van 2015 en 2016) voor een nieuwe stroom asielzoekers zorgde. Hebben deze ontwikkelingen geleid tot een ander perspectief van burgers op het nut en de noodzaak van de EU?
Niet echt. Onderzoek van het SCP en de Eurobarometer laat zien dat de opvattingen van burgers over de EU aan de vooravond van de verkiezingen van 2024 niet wezenlijk anders zijn als voor de verkiezingen van 2019 (zie figuur 1). Net als in 2019 vindt een ruime meerderheid van de Nederlanders het EU-lidmaatschap een goede zaak en is de steun voor een Nexit gering. IPSOS I&O noemde de houding van Nederlanders over de EU in april een “verstandshuwelijk”, een verbintenis zonder liefde. Die conclusie kennen we uit eerder onderzoek van de Rotterdamse sociologe Van den Hoogen en SCP-onderzoek van de afgelopen vijftien jaar naar de EU-opinie. Veel Nederlanders hebben een pragmatische blik op de EU. Nederland is te klein en te afhankelijk van de interne markt om de EU de rug toe te keren. Tegelijkertijd voelen mensen zich weinig verbonden met de EU, zijn ze kritisch op hoe de EU functioneert, over de hoge kosten en het verlies van nationale soevereiniteit. Dat is althans de opvatting van de grootste groep Nederlanders, er zijn ook mensen die er anders over denken en meer idealistische opvattingen over de EU hebben, er fel tegen zijn of er geen uitgesproken mening over hebben. De verbondenheid met de EU is in het voorjaar van 2024 iets hoger dan in 2019, net als het aandeel dat een positief beeld heeft van de EU (zie figuur 1), maar de grondhouding over de EU is in 2024 niet heel anders dan in 2019.
Niet alle opvattingen over de EU bleven echter hetzelfde: de steun voor uitbreiding van de EU is sinds de oorlog in Oekraïne toegenomen. In het voorjaar van 2024 steunt 50% verdere uitbreiding met lidstaten die aan de toelatingseisen voldoen, in 2019 was dat 31%.
Figuur 1. EU-opvattingen van Nederlanders in het voorjaar van 2019 en 2024 (in procenten)
Bron: Eurobarometer 91, 91.1, 101, en 101.1
Ook is er een verschuiving in de thema’s die mensen als de belangrijkste kwestie zien. Terwijl dit rijtje van prioriteiten in 2019 werd aangevoerd door het bestrijden van klimaatverandering, is dit thema in 2024 weggezakt en staat veiligheid en defensiebeleid bij Nederlanders bovenaan als Europese prioriteiten. Dit is een flink verschil met 2019: toen stond dit thema niet eens in de top vijf van onderwerpen die mensen het belangrijkst vonden. Constante is de urgentie van migratie.
De stemming over Nederland is in 2024 heel anders dan in 2019
Terwijl er in de publieke opinie over de EU weinig grote verschuivingen zijn, is de stemming over Nederland en de Nederlandse politiek in 2024 anders dan in 2019. In 2019 was die stemming langjarig bezien best positief. Het aandeel Nederlanders dat vertrouwen had in de regering lag relatief hoog, net als het aandeel dat optimistisch was over richting van het land (zie figuur 2). De belangrijkste zorgpunten waren de manier van samenleven, immigratie, de economie en de gezondheidszorg.
In 2024 is de stemming eerder somber. Een ruime meerderheid vindt dat Nederland zich in de verkeerde richting ontwikkelt, slecht een kleine groep is hierover positief. De belangrijkste zorgen gaan over de politiek zelf, het tekort aan woningen, immigratie en inkomen. Het vertrouwen in de politiek ligt sinds 2021 laag. Rond de Tweede Kamerverkiezingen van november 2023 steeg het vertrouwen, maar in de gegevens van de Eurobarometer lag het in april 2024 weer lager: 39% van de Nederlanders heeft vertrouwen in de regering. Die daling is vermoedelijk toe te schrijven aan de lange en onzekere formatie. Of het vertrouwen na de presentatie van het hoofdlijnenakkoord op 16 mei en de presentatie van een premierskandidaat op 28 mei zal stijgen, is nog een vraag.
Figuur 2. Stemming in Nederland in het voorjaar van 2019 en 2024 (in procenten)
Bron: Eurobarometer 91 en 101
De politieke context in Nederland is in 2024 een heel andere dan in 2019. In 2019 was kabinet Rutte III van VVD, D66, CDA en ChristenUnie halverwege zijn termijn. In 2024 vallen de EP-verkiezingen midden in de (afrondende fase) van de vorming van een kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Die twee laatste partijen doen nu voor het eerst mee aan de EP-verkiezingen. En naast de komst van nieuwe partijen, gingen de bestaande partijen GroenLinks en PvdA innig samenwerken. Zij doen deze EP-verkiezingen mee met een gezamenlijke lijst.
Nog meer een ‘so what?’-verkiezing dan 5 jaar geleden?
Naast de sombere stemming in Nederland, lijken de Europese verkiezingen in 2024 nog minder te leven dan vijf jaar geleden. In 2019 was PvdA-er Timmermans spitzenkandidat[i] voor de Europese sociaaldemocratische fractie. Die positie zorgde in Nederland voor media-aandacht voor de EP-verkiezingen en de PvdA. Onderzoek van IPSOS I&O laat zien dat de bekendheid van de huidige Europese lijsstrekkers (in mei zijn GL-PvdA’er Eickhout en VVD’er Azmani met respectievelijk 11% en 10% de twee bekendste) nog geen schijntje is van de bekendheid van Timmermans in 2019 (69% van de kiezers kenden hem). Kiezers hebben weinig interesse in de Europese verkiezingen en ook de media besteedden er weinig aandacht aan. Hoewel Nederlanders heel verschillend denken over hoe de EU zich moet ontwikkelen en waar ze zich op zouden moeten richten, komt een discussie over de EU nauwelijks van de grond.
Andere context, andere uitslag?
Al met al vinden de verkiezingen van het Europees Parlement in 2024 plaats in een heel andere context dan in 2019. Weliswaar zijn de opvattingen over de EU in 2024 niet veel anders dan vijf jaar eerder, er zijn grote verschuivingen in de thema’s die mensen van belang vinden, in de stemming over Nederland en in de politieke context. Donderdag zullen we zien in hoeverre die veranderingen in de context leiden tot veranderingen in stemgedrag.
[i] De ‘spitzenkadidaat’ is de lijsttrekker van een van de families in het Europees Parlement. Volgens de regels zou de spitzenkandidaat van grootste Europese familie ook voorzitter worden van de Europese Commissie. In de praktijk is dit tot nu toe niet het geval geweest. Manfred Weber, de spitzenkandidaat van de Europese Volkspartij (de christendemocraten), alhoewel de lijsttrekker van de grootste partij bij de verkiezingen in 2019, werd uiteindelijk gepasseerd als Commissie voorzitter door een kandidaat die werd voorgedragen door de nationale regeringsleiders zelf: Ursula von der Leyen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.