Volgens de laatste Peilingwijzer van Tom Louwerse staat de PVV op 29 tot 33 zetels in de peilingen. De partij van Geert Wilders is daarmee virtueel de grootste partij van het land, en laat de concurrentie bovendien ver achter zich. De tweede partij, de VVD, staat met 20-24 zetels op maar liefst 10 zetels minder. Waar komen deze PVV-kiezers vandaan? Wat is de vijver waaruit Wilders al deze steun bij elkaar vist?
Uit veel onderzoek blijkt dat het Nederlandse electoraat kan worden ingedeeld aan de hand van twee ideologische dimensies. De eerste is de klassieke sociaaleconomische links/rechts-dimensie, en de tweede is een sociaal-culturele dimensie waarop onderwerpen als immigratie/integratie en Europese eenwording centraal staan. Op de eerste dimensie staan voorstanders van een grote staat tegenover mensen die juist vinden dat de overheid zich zo weinig mogelijk met burgers moet bemoeien (links versus rechts), en op de tweede dimensie staan kosmopolitische voorstanders van immigratie en Europese integratie tegenover nationalistische tegenstanders van ‘multiculturalisme’ en verdere Europese eenwording (liberalen versus autoritaristen). Je zou kunnen zeggen dat er hierdoor 4 typen kiezers bestaan: links-autoritaristen, rechts-autoritaristen, links-liberalen en rechts-liberalen.
Bron: Lefkofridi et al. 2013
In veel West-Europese landen kampen de links-autoritaristische kiezers echter met een probleem: er is een gebrek aan partijen met soortgelijke attitudes (zie bijvoorbeeld dit artikel van Wouter van der Brug en Joost van Spanje, paywall). Deze kiezers zullen daarom moeten kiezen tussen óf een linkse partij, óf een autoritaristische.
Uit onderzoek van Zoe Lefkofridi, Markus Wagner en Johanna Willmann blijkt dat deze keuze afhankelijk is van welk onderwerp kiezers het belangrijkst vinden (zie hier, paywall). Kiezers die economische onderwerpen het belangrijkst vinden gaan uiteindelijk voor een linkse partij, terwijl degenen die onderwerpen met betrekking tot migratie het belangrijkst vinden op een autoritaristische partij stemmen. Aangezien het grootste gedeelte van deze kiezers economische onderwerpen het belangrijkst vindt, stemt het merendeel links.
Maar waarom staat de PVV nu dan zo hoog in de peilingen? Aangezien we midden in een economische crisis zitten zou je toch eerder verwachten dat nóg meer links-autoritaristen de economie belangrijk vinden, en dus op linkse partijen stemmen? De reden dat de PVV toch zo hoog in de peilingen staat heeft er mogelijk mee te maken dat de partij zich de laatste tijd steeds meer als een links-autoritaristische partij is gaan profileren. De koppeling van een anti-bezuinigingsboodschap aan harde anti-immigratieretoriek en sterk Eurosceptische geluiden valt in vruchtbare aarde bij links-autoritaristische kiezers.
De PVV vist dus in een behoorlijke electorale vijver (volgens Lefkofridi, Wagner en Willmann is ongeveer een derde van het Nederlandse electoraat links-autoritaristisch). Met het nieuwe profiel van de PVV lijkt het er niet meer zoveel toe te doen of de vissen in deze vijver economie of immigratie het belangrijkst vinden.
dirkmjk zegt
Interessant. Overigens is het artikel van Lefkofridi e.a. inmiddels (?) beschikbaar als open access