Dit is een bewerkt deel van mijn oratie, die ik 3 juni jongstleden uitsprak. Deze is hier terug te zien.
Als het gaat over de rol van media in ons huidig politiek bestel, zijn doemdenkers nog steeds in de meerderheid. In de wetenschap is er een hele reeks aan termen die een deterministisch beeld schetsen van ontwikkelingen die in de politieke communicatie plaatsvinden. Ik spreek in dit kader wel eens van de ‘isering’ literatuur: personalisering, Amerikanisering, commercialisering, mediatisering, entertainisering, en tabloidisering om er maar een paar te noemen. Allen veronderstellen ze impliciet of expliciet een doorgaande ontwikkeling in een bepaalde richting.
In veel gevallen ontbreekt het empirische onderzoek naar, maar niet het normatieve oordeel over deze ontwikkelingen. Als er dan empirisch onderzoek aan te pas komt, blijkt er regelmatig weinig over van dit type ronkende beweringen: de personalisering van mediaberichtgeving blijkt empirisch niet vast te stellen – als we bijvoorbeeld kijken naar de hoeveelheid aandacht voor politici ten opzichte van politieke partijen in traditionele media dan vinden we in de afgelopen 20 jaar geen duidelijke toename. Er zijn echter ook uitzonderingen: zo blijkt de aandacht voor opiniepeilingen, toch een favoriet onderwerp van StukRoodVlees, de afgelopen jaren wel sterk te zijn toegenomen.
Opiniepeilingen in het nieuws
De aandacht voor de politieke wedstrijd is duidelijk toegenomen – alhoewel in de meest recente jaren de stijgende lijn niet zo sterk meer is. De onderstaande figuur illustreert dat: een simpele telling van het jaarlijks aantal artikelen in diverse Nederlandse kranten waarin over opiniepeilingen (zoekterm: opiniepeiling AND opiniepeilingen) wordt gerapporteerd laat een duidelijke opgaande lijn zien. Dit geldt voor alle kranten die ik bekeken heb. De absolute pieken zijn – weinig verrassend – in de jaren waarin Tweede Kamerverkiezingen plaatsvonden, met als absoluut hoogtepunt de meest recente verkiezingen in 2012.
Ambivalente relatie
De relatie van journalisten met opiniepeilingen blijft in ieder geval een moeizame en ambivalente. Aan de éne kant wordt er gretig van gebruik gemaakt, aan de andere kant staan journalisten ook op de voorste rij om opiniepeilers te kapittelen als de uitslag toch anders blijkt te zijn dan verwacht. Zeer recent zagen we dat gebeuren bij de parlementsverkiezingen in het Verenigd Koninkrijk. Waar de verschillende opiniepeilers een nek-aan-nek race tussen Labour en Conservatives voorspelden, veroverden de laatsten de absolute meerderheid in het Britse Lagerhuis.
De peilers moesten diep door het stof. Nu is er wel het één en ander ter verdediging van de publieksonderzoekers aan te dragen. Specifiek voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat de opdeling van het land in vele districten met een first-past-the-post principe peilen uitzonderlijk lastig maakt en kleine verschuivingen grote electorale gevolgen kunnen hebben. Deze nuancering weerhoudt bijvoorbeeld Volkskrant-columnist Bert Wagendorp er niet van niet van flink uit te halen. In zijn column enige dagen na de verkiezingen heeft hij het over ‘politieke piskijkers’ en ‘charlatans’ (zie deze blog voor een uitgebreidere bespreking).
Horse race framing
De rapportage van opiniepeilingen valt onder wat politicologen en communicatiwetenschappers horse race framing noemen. Dit is meer dan het simpel rapporteren over peilingen, maar deze peilingen vormen vaak ook de basis uitgebreidere analyses en interpretaties over de welke partijen succesvol zijn en welke partijen niet. Al die berichtgeving blijft niet zonder gevolgen: partijen die als succesvol worden afgeschilderd zullen in het algemeen genomen daarvan profiteren, omdat mensen zich graag verbinden aan die partijen. Dit wordt het bandwagon effect genoemd.
Er is op zich helemaal niets mis met berichtgeving over peilingen en inderdaad: hoe partijen het doen in de peilingen kan een relevante overweging zijn om stemvoorkeuren te bepalen – als een kiezer bijvoorbeeld wil dat een bepaalde partij de grootste wordt. Maar dan moet er wel terughoudend en correct over die peilingen worden gerapporteerd. Dit gebeurt niet altijd, maar het lijkt erop dat ook journalisten dit meer en meer inzien.
Jelke Bethlehem zegt
Het zou mooi zijn als journalisten ook wat meer over de kwaliteit van opiniepeilingen zouden rapporteren. Ze zouden wat meer moeten zijn dan alleen maar een doorgeefluik van voorspellingen. Dat vereist dat ze zich wat meer verdiepen in het methodologische wel en wee van peilingen. Wat het lastig maakt is dat peilers doorgaans niet erg scheutig zijn met het geven van informatie over de opzet en uitvoering van hun peilingen. Ze zijn weinig transparant.