Partijen als DENK (vanaf 2017) en BIJ1 (2021) maken nu ruim vijf jaar deel uit van de Tweede Kamer en laten daar de stem horen van ondervertegenwoordigde groepen. DENK heeft haar wortels (deels) in het goed georganiseerde conservatieve deel van de Turks-Nederlandse gemeenschappen en BIJ1 komt (deels) voort uit de succesvolle antiracisme bewegingen van de afgelopen jaren. Beide partijen zijn opgericht en worden geleid door politici met een migratieachtergrond en de Plaatjes van hun electoraatjes van een maand geleden laten zien (net als onderzoek bij voorafgaande verkiezingen) dat hun stemmers ook voor het overgrote deel uit kiezers bestaan met een migratieachtergrond. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen heeft DENK haar drie zetels behouden en BIJ1 haar zetel na een leiderschapswissel en allerlei interne problemen verloren.
Waar staan we na ruim vijf jaar? Welke toekomst is er weggelegd voor dit type partijen? Wat kunnen ze betekenen voor hun respectievelijke achterbannen? En wat zegt hun aanwezigheid of afwezigheid over het functioneren van onze representatieve democratie?
Voedingsbodem
Laten we beginnen bij het belang dat deze partijen voor hun achterban hebben. We kunnen het ontstaan van DENK en BIJ1 in de eerste plaats zien als een reactie op ervaren structurele uitsluiting en discriminatie. Een belangrijke voorspeller voor het stemmen op deze partij is het hebben van een bepaalde migratieachtergrond en ervaren discriminatie. Ten aanzien van actieve leden van deze partijen blijken persoonlijke pijnlijke ervaringen met uitsluiting in de jeugd de aanleiding geweest te zijn tot politieke bewustwording en activiteiten.
De andere belangrijke verklaringsfactor voor de opkomst en het voortbestaan van partijen als DENK en BIJ1 heeft te maken met wat politicologen descriptieve en inhoudelijke vertegenwoordiging noemen. Politici en de achterban willen niet meer gedefinieerd en vertegenwoordigd worden door politici en partijen die hen en hun wereld niet van binnenuit kennen. Het gevoel dat er door de mainstream niet naar hen geluisterd wordt, en dat men niet begrepen wordt, is wijdverbreid onder veel Nederlanders met een migratieachtergrond. Dat was zo in 2017 en dat is nog steeds het geval. Men ervaart dat onderwerpen die de achterbannen van DENK en BIJ1 belangrijk vinden, door andere partijen regelmatig gebagatelliseerd en ter zijde worden geschoven. Het ontbreken van ruimte in de Nederlandse politiek voor bi-culturele politici/kiezers en hun opvattingen die recht doen aan de verhalen, behoeften en belangen van bepaalde religieuze en etnische minderheden zijn (en blijven) voorlopig de voedingsbodem waarop partijen als DENK en BIJ1 gestoeld zijn.
Bijdragen
Een belangrijke bijdrage van DENK en BIJ1 voor hun achterban is het agenderen van onderwerpen (ervaren discriminatie, religieuze onderwerpen zoals; religieus onderwijs/slachten, de situatie in Gaza, ontwikkelingen in Turkije, etc.) die in de mainstream Nederlandse politiek minder of nauwelijks aandacht krijgen. Het is daarbij opvallend dat politici die eerder actief waren in traditionele partijen (zoals PvdA, D66 of GroenLinks) aangeven dat makkelijker en effectiever is om de stem van hun achterban te laten horen van buiten partijen dan van binnenuit. Het blijkt makkelijker te zijn om de positie van traditionele partijen op voor de achterban belangrijke onderwerpen te beïnvloeden van buitenaf dan stap voor stap van binnen uit de partij. Partijen blijven uiteindelijk gevoeliger voor eventueel electoraal verlies dan interne discussies van actieve leden.
Een andere belangrijke bijdrage van partijen als DENK en BIJ1 is dat ze op sommige momenten in staat zijn gebleken relatief grote groepen kiezers naar de stembus te trekken die door andere partijen niet bereikt worden. Uit eerder onderzoek bleek dat dit voor DENK bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen in 2018 vooral gold voor de tweede generatie Turkse en Marokkaanse Nederlanders. De partij is in de afgelopen jaren (dat geldt ook voor BIJ1) in staat is gebleken om een relatief jong electoraat aan te trekken dat voorheen politiek inactief was. Daarnaast bleek DENK in 2018 in de hoofdstad meer vrouwelijke niet-stemmers naar de stembus te trekken dan mannelijke niet-stemmers. In een situatie van groeiende participatieve ongelijkheid waarbij niet-stemmen sterk gerelateerd is migratieachtergrond en lage opkomsten steeds meer geconcentreerd zijn in kansarme buurten en gemeenten is dit een belangrijke (en niet te onderschatte) functie van partijen als DENK en BIJ1. Aan de andere kant moeten we geen wonderen van deze partijen verwachten op dit gebied. Het positieve effect van DENK en BIJ1 op de opkomst was in 2022 alweer grotendeels verdwenen. Bovendien bleek dat de aanwezigheid van beide partijen in de Amsterdamse gemeenteraad vooralsnog ook niet voor een hogere ervaren politieke vertegenwoordiging onder Amsterdammers met een migratieachtergrond zorgden.
Toekomst?
Vanuit democratisch oogpunt spelen DENK en BIJ1 dus een belangrijke rol. Het geeft ondervertegenwoordigde groepen de kans ongefilterd hun stem te laten horen. Het kan bovendien een belangrijk middel zijn om de groeiende ongelijkheid in opkomst te bestrijden, iets dat met name in lokale democratieën een reële dreiging vormt (waar de gemeenteraad steeds minder een afspiegeling vormt van de hele stad en het gemeentebestuur nog veel minder).
Er zijn voldoende redenen om aan te nemen dat er in andere landen, zoals Duitsland, België, Frankrijk en Oostenrijk, een soortgelijk electoraat bestaat (met name in de grote steden). In heel Europa zijn de traditionele partijen steeds meer naar rechts opgeschoven als het gaat om immigratie, integratie en de islam, en hebben daarmee een groot deel van hun electoraat met een migratieachtergrond van zich vervreemd. Het Nederlandse kiesstelsel is beter in staat, in vergelijking met de meeste andere Europese kiesstelsels, om de onvrede van minderheden politiek te vertalen. In die zin is het ook te verwachten dat DENK (maar ook een partij als BIJ1) voorlopig aanwezig blijven in de Nederlandse politiek. De voedingsbodem voor deze partijen is immers niet veranderd in de afgelopen vijf jaar. Zolang traditionele partijen (te) weinig ruimte bieden aan het specifieke geluid van de respectievelijke achterbannen van deze partijen zijn er weinig voor hen weinig echte electorale alternatieven. Het verdwijnen van deze partijen uit het parlement (en gemeenteraden) zal er naar verwachting toe leiden dat een groot deel van hun kiezers definitief afhaken. Dat zal de participatieve ongelijkheid verder doen versterken, met alle risico’s van dien.
Ronald Heijman zegt
Bij afwezigheid in Nederland van echte volkspartijen, hebben kleine doelgroeppartijen ruimte gekregen en geven een belangrijke signaalfunctie. We zien dat zij andere- en specifieke accenten leggen in de politieke debatten. Dat heeft zin omdat zij, meer dan mainstreem partijen, democratische inzichten verschaffen waar andere partijen niet aan toekomen.
Ook zien we een hoge inhoudelijke- en debatkwaliteit, waaraan veel politici een voorbeeld kunnen nemen.
Ook zagen wij dat bepaalde politici van
“gevestigde” partijen nogal een meesmuilend reageerden op bijdragen van deze politici, die vaak effectief als luis in de pels fungeren, juist in hun pels.
De klacht dat er zoveel kleine partijen zijn die versnippering veroorzaken is daarom ongegrond en huichelachtig. Juist het negeren van een goede politieke vertegenwoordiging voor deze specifieke doelgroepen, die ook daadwerkelijk achtergesteld worden door de gevestigde partijen, hebben deze doelgroeppartijen, als reactie daarop doen ontstaan: Denk, Bij1, 50+, en eerder ook PvdD. Zo voorspel ik potentieel voor een jongeren partij, zeker bij verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd naar 16 jaar. Ook BBB is een doelgroeppartij van agrariers “in nood”, en FvD vertegenwoordigt politieke hooligans, destructieve extreem conservatieven, die willen zich ook vertegenwoordigd zien. De PVV vertegenwoordigt een groot electoraat van ontevredenen.
Maar daar zouden rechtstatelijke grenzen moeten funtioneren als verdediginglinie van de democratie. PVV, SGP, FvD, hebben partijstandpunten en interne regels die zich tegen de grondwet en democratie zelf richten. Verbieden of als dat niet kan, op zijn minst negeren, zou ik zeggen. Echter, ook de inmiddels grote groep PVV stemmers hebben als ontevredenen, elders geen onderdak gekregen. Grote strategsche fout van de “gevestigde” partijen die niet aan hun zorgplicht voldoen. En daarom nu daardoor overvleugeld worden.
Maar zowel Denk als Bij1 hebben een duidelijke functie in het sensibiliseren van democratische waarden, juist als tegenwicht op die partijen die discrimineren en uitsluiten, ja zelfs de rechtstaat ondermijnen.
Jammer- en gevaarlijk genoeg zijn er volksmassa’s die juist dit ondersteunen.