De laatste weken was er veel aandacht voor DENK, de politieke formatie van de twee afgescheiden, Turks-Nederlandse PvdA-Kamerleden Kuzu en Öztürk. Met het aantrekken van tv-presentatrice Sylvana Simons en voorzitter van het Samenwerkingsverband Marokkaanse Nederlanders Farid Azarkan heeft de partij zich op het eerste gezicht verbreed voorbij het Turks-Nederlandse smaldeel.
Turk-islamitisch of breder?
De twee Kamerleden scheidden zich in november 2014 af van de PvdA. De reden was een conflict met PvdA vice-premier Asscher over onderzoek naar Turks-islamitische organisaties in Nederland. In februari presenteerde de twee Kamerleden hun nieuwe politieke partij DENK, Turks voor ‘gelijkwaardigheid’. De achtergrond van de splitsing en naamgeving duidde erop dat de partij in eerste instantie een Turks-islamitische achterban wilde mobiliseren.
De partij uitte echter een andere ambitie: ze willen opkomen voor de gelijke behandeling van alle Nederlanders met een immigratieachtergrond: Surinamers, Turken, Antillianen en Marokkanen, moslims, christenen en seculieren.
De vraag rijst in hoeverre DENK een specifiek Turks-islamitisch profiel heeft of laat de partij in haar activiteiten een bredere interesse zien?
Parlementair handwerk
Dit bekijken we aan de hand van het parlementaire werk van DENK: de moties, kamervragen en amendementen die de twee Kamerleden hebben ingediend sinds hun breuk met de PvdA in 2014. De twee hebben 57 vragen gesteld (waarvan twee mondeling), 96 moties (mede)ondertekend en 13 amendementen geschreven. We kijken daarbij naar specifieke verwijzingen naar Surinaamse, Turkse, Antilliaanse en Marokkaanse Nederlanders en andere groepen, zoals Nederlanders met een Indische achtergrond, vluchtelingen, moslims (inclusief moties die zich uitspreken tegen islamofobie), immigranten in het algemeen en mensen met een etnische achtergrond in het algemeen (met name moties tegen racisme en discriminatie). Bij de overige documenten onderscheiden we moties of vragen die het buitenland betreffen en moties of vragen die zich niet richten op een etnische of religieuze deelgroep; deze richten zich op een diffuus ‘nationaal’ belang. We tellen iedere vraag, motie of amendement individueel mee.
De fundamentele vraag is of DENK haar aandacht grotendeels besteedt aan Turkse of islamitische onderwerpen of een bredere blik heeft en of dit over tijd is veranderd.
Deelgroepen
40% van de documenten richten zich niet op een etnische of religieuze deelgroep. Bij vragen ligt dit substantieel lager (20%) dan bij moties of amendementen (46%). Moties en amendementen kunnen alleen worden ingediend over een onderwerp dat geagendeerd is. Daarvoor zijn meer dan de twee Kamerleden van DENK nodig. Bij vragen en moties waar DENK mede-ondertekenaar is gaat 67% over diffuse belangen; bij vragen en moties die DENK zelf heeft ingediend is dit slechts 36%.
18% van de documenten richten zich op Moslims en 11% van de documenten gaat over het buitenland waarbij Palestina en Syrië bijzondere interesse krijgen. Onder vragen is de aandacht voor islamitische belangen (31%) en het buitenland (24%) groter dan voor diffuse belangen. 10% verzet zich tegen racisme en discriminatie zonder één specifieke etnische groep te noemen. Daarop volgen vluchtelingen en Turkse Nederlanders met ieder 7%. Marokkaanse Nederlanders krijgen aandacht in 4% van de documenten, evenveel richten zich op immigranten in het algemeen. 2% van de documenten richten zich op Surinaamse Nederlanders en evenveel op Antilliaanse Nederlanders. 1% ten slotte richt zich op de Nederlands-Indische groep. Als we alleen naar Kamervragen kijken liggen de percentages voor deze deelgroepen ongeveer twee keer zo hoog, behalve voor vluchtelingen.
Het beeld dat hier naar voren komt is dat de partij zich niet exclusief richt op de belangen van Turkse Nederlanders, maar tegelijkertijd is de meerderheid van de moties, amendementen en vragen niet gericht op een ‘diffuus’ ‘Nederlands’ belang. Van alle deelgroepen richt de partij zich het sterkst op moslims, zeker wat vragen betreft. Ook niet etnisch gedefinieerde deelbelangen (migranten, vluchtelingen, etnische minderheden in het algemeen) vormen een veel grotere groep. Daarmee lijkt de partij te voldoen aan haar imago als partij van Nederlanders met een migrantenachtergrond. Opvallend daarbij is dat de partij het niet vaak opneemt voor andere etnische deelgroepen, zoals Marokkaanse, Surinaamse, Indische en Antilliaanse Nederlanders.
Vervolgens kunnen we ons afvragen of er sprake is van een bijzondere ontwikkeling over tijd. De figuur geeft daar inzicht over. De moties, amendementen en vragen van DENK zijn hier ingedeeld in periodes van drie maanden vanaf het moment dat Kuzu en Öztürk zich hebben afgescheiden. In de eerste paar maanden richt de partij zich in het bijzonder op islamitische belangen, maar vanaf de tweede periode van drie maanden – dat is vlak nadat DENK is opgericht – staan diffuse belangen al meteen boven de 50%. Dit daalt iets maar vanaf dit moment scoren diffuse belangen min of meer het hoogst. Turks-Nederlandse belangen die in de tweede periode nog meer dan 10% van de documenten omvatte scoren daarna steeds lager.
Al met al komt het volgende beeld naar voren: DENK is een partij die zich richt op Nederlanders met een migratieachtergrond. Ze richt zich in haar parlementaire activiteit niet op één specifieke etnische groep. Wel richt een groot deel van het parlementaire werk zich specifiek op één religie, namelijk de islam. De partij komt vaak op voor de gelijke behandeling van moslims. Daarnaast heeft de bestrijding van discriminatie en racisme in het algemeen een hogere prioriteit. De verbreding van de partij met Simons en Azarkan past dus bij het bredere profiel dat de kamerfractie zich de afgelopen tijd heeft aangemeten.
Foto: Lex Draijer. Afkomstig van wikipedia. CC BY 2.0
LJMB zegt
Ik vraag me af of je de activiteiten van de fractie Groep Kuzu/Öztürk (GrKÖ) één-op-één kunt vergelijken met de doelgroep van de partij Denk. Mede door de ontstaansgeschiedenis van GrKÖ en Denk, kan ik me zo voorstellen dat er veel waarde wordt gehecht aan het vrije mandaat van individuele Kamerleden en dat het stemgedrag van GrKÖ of van leden van een toekomstige Denk-fractie niet per se overeenkomstig met de Denk-partij hoeft te zijn.
PLB zegt
Zou ook leuk zijn als jullie dit doen voor andere politieke partijen.