Welke partij verleidt de 1 miljoen zzp’ers? Sinds de stormachtige groei van het aantal zzp’ers de afgelopen jaren, wordt er dikwijls geopperd dat de zzp-stem goed zou zijn voor minstens 15 Kamerzetels. Ook afgelopen maand weer wees Aleid Truijens in de Volkskrant op het electorale gewicht van zzp’ers bij de aankomende verkiezingen. Een stuk van gelijke strekking verscheen op Zipconomy.nl. In het huidige politieke landschap waarin middelgrote partijen de norm lijken te worden, zouden zzp’ers makkelijk het verschil kunnen maken.
Wat stemt de zzp’er?
De vraag wat zzp’ers stemmen is niet alleen politiek, maar ook politicologisch relevant. Het huidige zzp-schap past namelijk niet goed bij het beeld dat politicologen en sociologen van ondernemers hebben. In veel kiezersonderzoeken wordt het stemgedrag van zelfstandig ondernemers verklaard met behulp van klassieke theorieën over sociale klassen. In de literatuur over sociale klassen en stemgedrag worden zelfstandigen scherp afgezet tegen ‘werknemersklassen’ in het algemeen, en de arbeidersklasse in het bijzonder. Zelfstandigen, die zelf de vruchten plukken én de risico’s dragen van hun eigen arbeid, zouden daarbij fundamenteel andere economische belangen hebben dan werknemers in loondienst. Waar werknemersklassen, en met name arbeiders, baat zouden hebben bij herverdeling, druist dit in tegen de belangen van zelfstandigen.
Ondernemers worden vooral gezien als een min of meer homogene groep van (potentiële) werkgevers, bestaande uit middenstanders, winkeliers en boeren. Herverdeling, en met name erfbelasting zou nadelig zijn voor deze groep omdat zij hun bedrijven veeal doorgeven aan hun kinderen. In haar archetypische vorm wordt zelfstandigheid dan ook gekenmerkt door een hoge mate van intergenerationele stabiliteit. Naast een voorkeur voor vrije markt liberalisme, zou zelfstandigheid daarom vooral leiden tot conservatieve sociale en politieke oriëntatie gericht op het behouden van de status-quo. Dit stereotype beeld is eigenlijk niet wezenlijk veranderd sinds de jaren ‘50 of ‘60. Tot vandaag de dag geldt de VVD als dé ondernemerspartij, en het CDA als partij voor plattelandsondernemers.
Sinds de opkomst van het moderne zzp-schap, strookt dit stereotype beeld steeds minder met de werkelijkheid. Niet langer wordt het zelfstandigheid gedomineerd door boeren en kleine middenstanders die vooral goederen produceren en verkopen, maar zijn ondernemers steeds vaker professionals die diensten aanbieden, zowel aan de bovenkant als aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De scheidslijn tussen werknemers en zelfstandigen is vervaagd, en zelfstandigheid wordt niet langer gekenmerkt door homogeniteit, stabiliteit en autonomie, maar steeds meer door diversiteit, flexibiliteit en – voor bepaalde groepen – afhankelijkheid.
Stereotypen
Het is daarom nog maar zeer de vraag of zzp’ers zich als één blok zullen laten verleiden op 15 maart. Op basis van mijn eigen onderzoek – in Acta Politica en in Socio-Economic Review – lijkt dit erg onwaarschijnlijk. De resultaten laten zien dat de politieke voorkeuren van zzp’ers in sommige opzichten even divers zijn als hun sociaal-economische posities. Het zzp-schap lijkt het karakteristieke beeld van de ‘VVD-ondernemer’ voorbij.
Natuurlijk schuilt er wel een kern van waarheid in stereotypen. De VVD was bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen de populairste partij onder zzp’ers (zie Tabel 1). Toch moet de partij van Mark Rutte tegenwoordig stevige concurrentie dulden van D66.
Tabel 1. Politieke voorkeuren van zzp’ers in Nederland
Vorige verkiezingen (2012) | Stemintentie
(2014) |
|||
N | % | N | % | |
VVD | 244 | (28.7) | 135 | (15.9) |
D66 | 116 | (13.6) | 162 | (19.0) |
PvdA | 79 | (9.3) | 26 | (3.1) |
GroenLinks | 50 | (5.8) | 48 | (5.7) |
SP | 43 | (5.0) | 39 | (4.6) |
CDA | 33 | (3.9) | 27 | (3.2) |
PVV | 31 | (3.6) | 48 | (5.7) |
Andere patij | 40 | (4.7) | 54 | (6.3) |
Niet stemmen | 88 | (10.3) | 73 | (8.6) |
Weet niet | 127 | (14.9) | 238 | (27.9) |
Total | 851 | (100.0) | 851 | (100.0) |
Bron: Giedo Jansen, Acta Politica (2016); gegevens: Zzp Panel, 2014-2 (N=815)
Maar het is vooral interessant om te zien wie er op welke partij stemt. Het stemgedrag van zelfstandigen hangt vooral af van het ‘type’ zzp’er, gemeten aan de hand van welk beroep deze uitoefent (zie Figuur 1). Met name de meest traditionele zelfstandigen (denk aan winkeliers en andere middenstanders) zijn nog altijd klassiek rechts georiënteerd, richting de VVD.
Figuur 1. Zzp’ers en hun geneigdheid* om op een politieke partij te stemmen, naar beroepsgroep
* Gemiddelden op een schaal van 0 (“zou nooit op deze partij stemmen”) tot 10 (“stemt zeker op deze partij”)
Bron: Giedo Jansen, Acta Politica (2016); gegevens: Zzp Panel, 2014-2 (N=815). De verschillen tussen beroepsgroepen blijven bestaan wanneer er rekening wordt gehouden met andere kenmerken van het zzp-schap, zie Jansen 2016
Niet-economische motieven
Nieuwe zelfstandigen, en met name hooggeschoolde professionals, neigen niet alleen naar de VVD, maar vooral ook naar D66. Ook de bedrijfstak waarin zzp’ers werkzaam zijn speelt hierbij een rol: zelfstandige professionals in sociale, creatieve en culturele beroepen (denk aan journalisten, docenten en artiesten) neigen niet alleen naar vaker D66, maar ook naar GroenLinks of de PvdA. Specifieke zzp-motieven spelen hier vermoedelijk niet de doorslaggevende rol. Eerder onderzoek laat immers vergelijkbare stemvoorkeuren zien voor soortgelijke professionals in loondienst, deels gedreven door niet-economische motieven. De partijen aan de flanken, zoals de SP en PVV zijn over het algemeen weinig populair onder zzp’ers, al is de bereidheid erop te stemmen iets groter onder zzp’ers die aangeven liever in loondienst te willen werken.
Kortom, dé zzp’er bestaat niet, en dé zzp-stem evenmin. Het zzp-debat in Nederland heeft zich dikwijls toegespitst op deze heterogeniteit. Belangen en voorkeuren lopen soms ver uiteen, en eenduidig zzp-beleid laat zich daarom moeilijk formuleren. Vreemd genoeg is dit debat grotendeels voorbij gegaan aan het onderzoek naar stemvoorkeuren. Toch zijn ook de electorale verschillen aanzienlijk. Het mobiliseren van zzp’ers als één electorale groep is daarom een vruchteloze campagnestrategie. Vanzelfsprekend verleidt geen enkele partij alle 1 miljoen zzp’ers.
Verantwoording
Deze bijdrage is gebaseerd op het artikel “Farewell to the Rightist Self-employed?” in Acta Politica (Jansen, 2016). Het onderzoek is gefinancierd door een VENI beurs van NWO (nummer: 451-13-027). De data zijn afkomstig van het ZZP Panel 2014 (tweede meting). Het ZZP Panel is een jaarlijks panelonderzoek onder 3000 zzp’ers in Nederland geïnitieerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en uitgevoerd door onderzoeksbureau Panteia. De dataverzameling verloopt via een gestratificeerde steekproef naar 10 economische sectoren, en het steekproefkader is indirect afgeleid van het Basisregister Bedrijven. Het panel wordt afgenomen aan de hand van twee metingen per jaar; een telefonische enquête en een vervolgmeting via internet. Voor dit onderzoek is enkel gebruik gemaakt van de tweede meting van eind 2014. Voor deze meting is met behulp van financiële steun van NWO een reeks vragen toegevoegd over politieke voorkeuren en belangenvertegenwoordiging. Hiervoor zijn 2498 respondenten benaderd die begin 2014 hadden deelgenomen aan de eerste meting. Met 851 respondenten bedraagt de respons 34 procent. Op grond van ontbrekende gegevens zijn de analyses uitgevoerd op basis van 815 respondenten.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.