Met de Tweede Kamerverkiezingen in aantocht, kijk ik naar de electorale ontwikkelingen van elke partij die momenteel in de Tweede Kamer vertegenwoordigd is. Deze keer aandacht voor DENK.
Met drie Tweede Kamerzetels was DENK de grootste nieuwkomer bij de verkiezingen in 2017. Bovendien was de partij één van de weinige voorbeelden van een ‘succesvolle’ afsplitsing: Kuzu en Öztürk verlieten de PvdA-fractie in 2014 en wisten, in tegenstelling tot veel afsplitsers, bij de navolgende verkiezingen op eigen kracht zetels te winnen.
DENK wist met name kiezers met een Turkse of Marokkaanse achtergrond aan zich te binden: bijna de helft van de kiezers met een Turkse en bijna 4 op de 10 kiezers met een Marokkaanse achtergrond stemde volgens onderzoek van Floris Vermeulen en collega’s op DENK. Ook op wijkniveau vonden de onderzoekers een sterke relatie tussen etnische achtergrond en stemgedrag op DENK. De DENK-kiezers toonden zich op sommige onderwerpen progressief (Europese eenwording, integratie, discriminatie) en op andere conservatief (LGBT-rechten, ‘law & order’).
De grote steun van DENK onder kiezers met een migratieachtergrond zorgt bij opinieonderzoekers wel voor wat hoofdbrekens. Dat zijn namelijk groepen die zij minder gemakkelijk bereiken met hun onderzoekspanels. Maar in 2017 lieten de meeste peilers een behoorlijk goede inschatting van de steun voor DENK zien.
Na de toetreding tot de Tweede Kamer bleef DENK in de peilingen zo rond de 2% staan. De lichte stijging naar 3% kwam vooral door de (fors) toegenomen steun in de peilingen van Peil.nl/Maurice de Hond, die toen nog in de Peilingwijzer was opgenomen; bij andere peilers was dat patroon niet te zien (na de verkiezingen van 2019 stelde Peil.nl zijn methode in dit opzicht bij).
Gedurende 2019 zakte DENK steeds verder weg naar een niveau net boven de 1% steun. Na het vertrek van Kuzu als fractievoorzitter en de steeds openlijker ruzie tussen de drie DENK-Kamerleden zakte de partij steeds verder weg, zelfs tot het niveau waarop het maar zeer de vraag was of de partij nog een zetel zou behalen. Overigens was dat patroon in sommige peilingen sterker dan in andere: bij Kantar stond DENK eind april 2020 op 0%, terwijl deze kort daarna bij Ipsos nog op 1,7% stond.
In de laatste maanden, na de verzoening van de kopstukken, is er enig herstel te zien en staat de partij weer tussen de pakweg 1% en 1,5%, wat zich vertaalt in 1 tot 3 zetels. Dat is nog iets lager dan bij de vorige Kamerverkiezingen, maar een soortgelijke score halen als in 2017 behoort dus tot de mogelijkheden.
Er is bij de volgende verkiezingen sterkere concurrentie om de stem van mensen met een migratieachtergrond dan in 2017. Destijds deed Bij1, toen nog Artikel1 geheten, weliswaar mee aan de verkiezingen, maar was die partij nog maar net opgericht nadat Sylvana Simons DENK verliet. Na het behalen van één zetel bij de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen van 2018 – DENK haalde daar overigens 3 zetels – lijkt Bij1 een betere uitgangspositie te hebben dan in 2017, al is dat nog niet terug te zien in landelijke peilingen. Bovendien is de vraag in hoeverre Bij1 en DENK dezelfde of juist verschillende kiezers zullen aantrekken. In Amsterdam trok Bij1 vooral kiezers met een Surinaamse achtergrond, terwijl DENK het goed deed bij kiezers met een Turkse en Marokkaanse herkomst. Een andere concurrent is de PvdA, die traditioneel populair was bij kiezers met een migratieachtergrond, maar ook deze groep bij de grote leegloop in 2017 verloor. Ten slotte is de opkomst voor DENK van belang: die is onder haar (potentiële) aanhang traditioneel relatief laag, dus zal DENK haar kiezers er wederom van moeten overtuigen om ook daadwerkelijk naar de stembus te gaan.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.