Media staan vol met berichten en discussies over de vraag hoe racistisch Nederland is. Na de ophef rond Zwarte Piet, Jack Spijkerman, Daphne Bunskoek, en Gordon en Chantal, gaat nu veel aandacht naar een stagiair wiens sollicitatie bij een computerbedrijf per mail is afgewezen, omdat hij “ten eerste een donker gekleurde (neger)” is. De afgewezen stagiair overweegt een advocaat in de arm te nemen. Het bedrijf spreekt van een interne bedrijfsgrap die per ongeluk verkeerd verstuurd is.
Hoe is vast te stellen of er inderdaad sprake is van discriminatie op de arbeidsmarkt, in de sollicitatieprocedure? Dat was de vraag waar het SCP zich enkele jaren geleden voor zag gesteld. Hun oplossing: een experiment met bestaande vacatures bij bestaande bedrijven. Het resulteerde in het rapport ‘Liever Mark dan Mohammed?‘.
Identieke sollicitaties
De vier onderzoekers stuurden op elke vacature twee fictieve brieven met cv. Die brieven waren (behalve in lay-out) volledig identiek, behalve dat de één was ondertekend met een
Nederlandse naam en/of geboorteplaats, en de ander met een niet-westerse (Antilliaanse, Marokkaanse, Surinaamse of Turkse) naam en/of geboorteplaats. Er was dus geen verschil tussen de twee fictieve kandidaten in de informatie waarover de werkgever beschikte, behalve in de achtergrond.
“Hier is sprake van discriminatie”
Het onderzoek laat zien dat niet-westerse migranten alleen al door die achtergrond minder kans hebben op de baan dan hun autochtone tegenhangers. Sollicitanten met een Nederlandse achtergrond werden op basis van de brief in 44% van de gevallen uitgenodigd voor een gesprek, sollicitanten met een niet-westerse achtergrond op basis van dezelfde brief in 37% van de gevallen. De onderzoekers concluderen dan ook “dat hier sprake is van discriminatie”.
Die discriminatie vindt vooral plaats aan de onderkant van de arbeidsmarkt, en met name in de horeca en in de detailhandel, ongeacht de hoeveelheid werkervaring.
Soortgelijke experimenten vinden wel vaker plaats, met hetzelfde resultaat.
Een alerte P&O-functionaris
Het onderzoeksrapport is trouwens ook aan te raden vanwege de mooie discussies over onderzoeksethiek. Opvallend is ook dat in slechts 3 van de 1409 tests de werkgever argwanend reageerde of zelfs ontdekte deel te nemen aan een experiment. Zo wist een
P&O-medewerkster van een gemeente zelfs de IP-adressen van de twee verstuurde sollicitaties te herleiden tot het SCP.
Armen Hakhverdian zegt
Hier een soortgelijk experiment over de academische arbeidsmarkt en discriminatie op basis van geslacht: http://www.fight-entropy.com/2012/11/sexism-in-science-persists-it-is.html. Vrouwelijke sollicitanten werden lager geacht in termen van competence, hireability en mentoring. Daarnaast kregen vrouwelijke sollicitanten een aanzienlijk lager salaris aangeboden dan mannelijke sollicitanten.
sashimi12 zegt
Het is nog steeds ‘a men’s world’ en sterker nog, ‘a white men’s world’ en daar zal niet snel verandering in komen.
Als je aan de naam van een homosexuele man of vrouw hun geaardheid kon herleiden zou het nog duidelijker zijn hoe erg discriminatie van minderheden is.
Kristof Jacobs zegt
Interessant. Zijn er ook onderzoeken waar de ‘allochtone’ kandidaten ook beter gekwalificeerd zijn dan de autochtone? Lijkt me interessant te weten hoeveel beter een allochtone kandidaat moet zijn om de discriminatie-achterstand ’te compenseren’.
konsthasse zegt
Leuke blog post! Check mijn blog ook
Drs. Ir. Ph.D Rabin Gangadin zegt
Hollanders hebben een lage dunk voor de kwaliteiten van allochtonen
Hollanders gillen en brullen op het ene front dat ook allochtonen moeten (kunnen)werken en op het andere front koestert men één en al minachting en wantrouwen jegens hun kwaliteiten.
“Intussen is de stoelzitting van de Nederlandse werknemer verworden tot een dummy van zijn/ haar achterwerk”
Anno 2017 vragen vele allochtonen zich nog steeds af hoe en op welke wijze je in Nederland op een trefzekere en niet mis te verstane wijze voor een baan bemiddeld kunt worden. Al het giswerk dat hieraan te pas komt begint langzaamaan de vormen aan te nemen van een soort sterrenwichelarij. De zogeheten arbeidsdeskundigen en magistraten hebben het air van de reclameman en de psychiater om zoveel mogelijk geld verdienen met een winderig vuistregeltje en met de invalshoek van een scheet.
Vroeger werd er van allochtone kandidaten haast geroutineerd gezegd dat ze de Nederlandse taal niet machtig zouden zijn, niet over de juiste diploma’s zouden beschikken of anders te laag zouden zijn opgeleid, op sollicitatiegesprekken niet een eclatante figuur zouden slaan als hun Nederlandse collega’s etc, waardoor het voor de werkgever voldoende reden werd liever geen risico te nemen met allochtonen, vooral wanneer er enig denk – en schrijfwerk aan te pas moest komen.
Bovenaan op de ranglijst
Ik durf te wedden dat de gemiddelde Nederlandse werknemer, wiens stoelzitting inmiddels verworden is tot een dummy van zijn/ haar achterwerk, zich door bovenstaand predicaat dat hem/ haar is toegedicht, enkel gevleid zal voelen maar zich er diep in zijn/ haar hart beslist niet in zal vinden. Deze bevoorrechting voltrekt zich zelfs over de oceaan, op de voormalige Antillen en Aruba. Steeds komen Hollanders er als eerste aan bod of worden ze bovenaan op de ranglijst geslingerd. Het feit dat velen onder hen vanwege het mooie weer aldaar liever niet willen werken, hindert gewoon niet en wordt men kunstmatig in het arbeidszadel gehouden.
In 2000 bracht het SCP een onderzoeksrapport uit volgens welke het leeuwendeel van de werkgevers spijt zou hebben van de keus die men ooit op haar werknemers liet vallen. Het weekblad HP/De Tijd had een hele rapportage gewijd aan Nederlandse werknemers die onder baas z’n tijd rustig een eigen administratieve rompslomp zouden opknappen, langere pauzes zouden nemen, naar vrienden, kennissen etc. zouden bellen en zich in het gunstigste geval stipt zouden houden aan een 09.00 uur 07.00 uur mentaliteit. De verslagen, rapporten etc. die ze schrijven zouden zowel qua opbouw als qua taalkundige verzorging eerder neigen naar het ezelachtige dan naar enige voorname cognitieve ontwikkeling van betrokkene.
Foefjes
Reeds in 1986 maakte de Utrechtse hoogleraar in de criminologie, Frank Bovenkerk, vanuit zijn toenmalige hoedanigheid als universitaire docent in de sociologie, er gewag van dat Nederlandse werkgevers zich tegenover allochtone kandidaten uitsluitend zouden bedienen van leugens en foefjes om hen te kunnen afwijzen. Zijn bevindingen die voortvloeien uit een onderzoek dat hij in opdracht van de EU deed, is vervat in een boek, getiteld: EEN EERLIJKE KANS. Bovenkerk schrijft in dit essay dat zelfs in het als Nazistisch gebrandmerkt Duitsland werkgevers veel beter genegen zijn met allochtone kandidaten dan hun Nederlandse collega’s.
Het (gewezen) Tweede Kamerlid Hirschi Ali die hoofdzakelijk furore heeft gemaakt met haar zweetangst jegens de Islam, dacht zich ook een keer te kunnen begeven op het veld van de arbeidsmarkt en gaf een reeks interviews af aan SPITS en METRO. Volgens haar zouden allochtonen hun baan niet langer behouden omdat ze het niet te nauw zouden nemen met de Nederlandse bedrijfscultuur, in welk geval ze zich niet keurig netjes zouden houden aan de aanvangstijd van het werk, de duur van de pauze, de instructies van de baas etc.
Gedragscorrectie
Als we deze opsomming volgen, kunnen we ons één ding afvragen: wat is hier precies waar. Zou een gedragscorrectie c.q. mentaliteitsverzuiveringsmethode bevorderlijk werken in het belang van allochtone werkzoekenden om ooit aan een baan te komen of zou het een idee zijn allochtone werkzoekenden, Nederlandse werkers te laten assisteren/vergezellen, teneinde op termijn bepaalde noodzakelijke vaardigheden in het Nederlandse arbeidsproces op te doen.
Is dit euvel bij iedere beroepsgroep onder de allochtonen constateerbaar? Indien niet, hoe moet het met de categorie ‘allochtoon OK’ waar verder niets bij op en aan te merken is, behalve het feit dat men bijvoorbeeld te hoog kan zijn opgeleid, nooit werk heeft kunnen verrichten op kader/ staf- niveau waardoor men niet aan de bak kan komen of dat hun werkervaring. Hoewel op een behoorlijk niveau, inmiddels tengevolge van een ongewilde langdurige werkloosheid, verouderd is c.q. niet meer actueel.
Selfsupporting
Ik denk zelf dat de Nederlandse werkgever niet meer geborneerd is maar nog steeds gevoelig is voor wat zijn werknemers als eis stellen. Hoewel de werknemers zelf blij mogen zijn erin te mogen, leggen zij hun allochtone collega’s strobreed in de weg. Ze houden gevraagd en ongevraagd ruggespraak met hun chef t.a.v. het vermeende disfunctioneren van de allochtone collega, met als gevolg dat deze bij een functioneringsbeoordeling als eerste eruit vliegt.
Allochtonen die aan selfsupporting denken i.p.v. zich te storten op de arbeidsarena zijn pas realistisch bezig, tenzij men als hobby ontdekt heeft om bijvoorbeeld met hun talloze sollicitatieafwijzingen, bloemlezingen samen te stellen.
De auteur studeerde in 1986 af als arbeidssocioloog, promoveerde in 1998 op een proefschrift op het gebied van de sociale economie waarvoor hij zijn onderzoek op Laguna ( Filippijnen deed) en slaagde in 2001 voor zijn ingenieursexamen landbouwwetenschappen( rurale ontwikkelingen ) aan de toenmalige landbouwuniversiteit te Wageningen. Zijn tweede proefschrift op het gebied van de vrijheid van meningsuiting aan de universiteit te Twente, werd door UvA hoogleraar in de Caraibische letteren, Michiel van Kempen in samenwerking met Paroolredacteur Patrick van Meershoek geboycot middels toepassing van verlammende leugens over de auteur.
Natalie zegt
Interessante kijk op de Nederlandse samenleving die verondersteld wordt, zo tolerant te zijn. Ik las ooit een artikel over algoritmes die kunnen worden ingezet om discriminerende inhoud in vacatures te voorkomen. Mooi idee hoor. Maar kun je met algoritmes ook niet ervoor zorgen dat een hele groep mensen wordt buitengesloten? Voer voor nadenken.