Ondanks de coronahectiek lijken de politieke campagnes op gang te komen. De strijd om het partijleiderschap is binnen verschillende Nederlandse partijen losgebarsten en we zullen de aankomende maanden te weten komen met welk ‘verhaal’ – vaak verpakt in een korte slogan – partijen de Tweede Kamerverkiezingen ingaan. De ene partij verandert haar boodschap regelmatig drastisch, de ander houdt al jaren vast aan het bekende verhaal.
Opvallend is de consistentie in de boodschap van de PVV. Slogans van de partij zijn al jaren variaties op het thema ‘Nederland is van ons’. Het partijprogramma uit 2012 heette ‘Hún Brussel, óns Nederland’ en de afgelopen jaren prijkte ‘Nederland weer van ONS’ op de campagneposters. Andere rechts-populistische partijen in Europa gebruiken soortgelijke retoriek. De slogan van de Alternative für Deutschland was ‘Unser Land, unsere Regeln‘ en de UK Independence Party (UKIP) voerde campagne voor de Brexit met de slogan ‘Take back control of our country’.
Rechts-populistische partijen benadrukken dus graag dat het land ‘van ons’ is, dat ‘wij’ de eigenaren zijn van dit land. Maar wat betekent het eigenlijk als je ergens eigenaar van bent? Filosofen stellen dat eigendom komt met het exclusieve recht om te bepalen. Als eigenaar van bijvoorbeeld je huis mag jij bepalen hoe het wordt ingericht, wat er wordt gegeten en wie er welkom is en wie niet. Rechts-populistische politici proberen regelmatig duidelijk te maken dat ‘wij’ het voor het zeggen hebben in ‘ons’ land, door het expliciet te bestempelen als ‘ons’ huis (‘Nederland is het huis van de Nederlanders’).
Het is niet onbegrijpelijk dat rechts-populisten hun anti-immigratie- en anti-EU-standpunten kracht bijzetten door een gevoel van eigendom te benadrukken: het veronderstelt dat eigenaren van het land nou eenmaal kunnen bepalen wat er met hun land gebeurt en wie er welkom is. Deze argumentatie is gebaseerd op een intuïtief begrip van eigendom en doet de uitsluiting van anderen voorkomen als een vanzelfsprekend recht dat niet discriminerend of onjuist is.
Eigendomsgevoelens onder burgers
Maar heeft het electoraat wel het gevoel eigenaar te zijn van het land? En belangrijker, draagt zo’n gevoel bij aan het verklaren van de populariteit van rechts-populistische thema’s zoals anti-immigratie- en anti-EU-houdingen? Of het verklaren van belangrijke politieke gebeurtenissen zoals de Brexit?
Deze vragen beantwoord ik samen met Borja Martinovic, Maykel Verkuyten en Constantine Sedikides in zojuist gepubliceerd onderzoek. We legden 572 Nederlanders en 495 Britten zonder migratieachtergrond een vragenlijst voor. De Britse steekproef was representatief voor de Britse bevolking op basis van geslacht, leeftijd, opleiding en gebied (Engeland, Schotland en Wales). In de Nederlandse steekproef waren hoger opgeleiden, ouderen en mannen oververtegenwoordigd, wat betekent dat we voorzichtig moeten zijn met conclusies over gemiddelden.
Om een gevoel van collectief eigendom van het land te meten, maakten we gebruik van de volgende vraag:
‘Denk aan uw huis, auto, werkruimte of iets anders dat u bezit of medebezit met iemand anders, en de gevoelens die er bij u opkomen als u denkt ‘DIT IS VAN MIJ/ONS!’. De volgende vragen gaan over het gevoel mede-eigenaar te zijn van het land Nederland/Groot Brittannië. Geef aan in hoeverre u het oneens of eens bent met de volgende uitspraken.’
Hierop volgden vier uitspraken in de trant van ‘ik vind dat dit land van ons Nederlanders/Britten is’. Vlak voor deze vragen werd uitgelegd dat met ‘Nederlanders/Britten’ de groep mensen zonder migratieachtergrond werd bedoeld.
Figuur: Percentage respondenten dat vindt ‘dat dit land van ons Nederlanders/Britten is‘
Veel deelnemers blijken het gevoel te hebben dat het land toebehoort aan ‘hun’ groep. Zoals bovenstaande figuur laat zien is 66% van zowel de Nederlanders (ondanks dat deze steekproef niet representatief was) als Britten het ‘een beetje eens’, ‘eens’ of ‘helemaal eens’ met de bovengenoemde stelling. Daarbij vinden Nederlanders en Britten die zo’n eigenaarsgevoel over het land hebben ook vaak dat hun groep het alleenrecht heeft te bepalen wat er in hun land gebeurt en wie er welkom is. De intuïtieve relatie tussen eigendom en het recht te bepalen is volgens veel mensen dus ook van toepassing op hun land.
Eigendomsgevoelens en kiesgedrag
Het belangrijkste doel van ons onderzoek was echter om te testen of deze gevoelens politieke houdingen en politiek gedrag kunnen helpen verklaren. We zien dat Nederlanders en Britten die het gevoel hebben collectief eigenaar te zijn van hun land (en daardoor het gevoel hebben het voor het zeggen te hebben in hun land) negatiever zijn ten aanzien van immigranten en Europese integratie. Daarbij laten de resultaten zien dat Britten deze houdingen ook hebben omgezet in een stem voor het verlaten van de EU.
Natuurlijk is eigendomsgevoel niet de enige verklaring voor deze complexe verschijnselen. We zien dat andere gerelateerde factoren ook een rol spelen, zoals nationale identificatie, gehechtheid aan het land en algemene steun voor soevereiniteit. Het gevoel eigenaar te zijn van het land hangt met dit soort concepten samen, maar blijkt ook een afzonderlijke verklaring te zijn voor belangrijke politieke houdingen en politiek gedrag.
Dat een groot deel van het electoraat het eens is met rechts-populisten als zij stellen dat het land ‘van ons’ is, hoeft niet te betekenen dat iedereen dit ook vertaalt in exclusieve houdingen en gedrag. Daarom onderzochten we ook welke mensen dit wel en niet doen. We verwachtten dat politiek rechts georiënteerde mensen hun eigendomsgevoelens eerder zouden vertalen in anti-immigratiehoudingen, anti-EU-houdingen en een pro-Brexit stem. Mensen die zichzelf als rechts bestempelen blijken uit bestaand onderzoek over het algemeen namelijk minder moeite te hebben met ongelijkheid en hechten meer waarde aan de status quo. We zien inderdaad dat rechtse Nederlanders hun eigendomsgevoel eerder vertalen in negatievere houdingen ten aanzien van immigranten dan linkse Nederlanders.
Onder Britten vinden we een onverwachte relatie: linkse Britten zijn juist eerder geneigd om hun eigendomsgevoel te vertalen in negatievere houdingen ten aanzien van de EU, en vervolgens in een stem voor Brexit, dan rechtse Britten. Dit kan beteken dat veel rechtse Britten bij voorbaat negatief zijn over de EU en dat hun houding niet nog negatiever wordt door eigendomsgevoelens. Linkse Britten zijn over het algemeen juist positiever over de EU, maar áls ze een gevoel van eigendom van het land ervaren, dan maakt dit ze negatiever. Met hun eigendomsretoriek lijkt de Britse UKIP dus voornamelijk twijfelende linkse stemmers te hebben overgehaald om voor de Brexit te stemmen, wat de doorslag kan hebben gegeven in het winnen van een nipte meerderheid.
Ons onderzoek laat zien dat rechts-populistische partijen een strategisch slimme weg in zijn geslagen met het benadrukken van eigendomsgevoel. Onder zowel het Nederlandse als Britse electoraat speelt dit gevoel een rol in het verklaren van de populariteit van rechts-populistische thema’s. Het zou mij dan ook niet verbazen als ‘Nederland weer van ONS’ (of een variatie op dat thema) in 2021 gewoon weer op de aanplakborden te vinden is.
Dit onderzoek is onderdeel van het OWNERS onderzoeksproject. Kijk op de website voor meer informatie.
Afbeelding door Kendall Hoopes via Pexels.
Frans Galjee zegt
‘Dit land is van ONS’
Op zich is dat juist Nederland is ons land.
Daarmee drukken we uit dat we hechten aan onze cultuur en geschiedenis en ook de wijze waarop we gewend waren met elkaar om te gaan.
Ook nieuwkomers waren welkom omdat deze zich wilden aanpassen aan onze gewoonten en wij door ervaringen met andere culturen daar onze cultuur mee konden verrijken. Dit is in verleden vele decennia goed gegaan ondanks wat hobbels maar nu dreigen we als Nederlanders, die mensen die stellen dit is ons land, de controle kwijt te raken. De EU en immigratie met de Islam in het kielzog maken dat nieuwkomers vijandig staan tegenover onze waarden.
Dan dreigt dit land met de tolerante houding te moeten breken want de Nederlanders houden van hun land en willen dat niet opofferen om wat voor reden ook.
Om reden van behoud gaan de hakken in het zand en worden de grenzen keihard aangegeven. Dat dit rechts-populistisch is maakt niemand wat uit.
Kortom de huidige ontwikkelingen zijn bedreigend voor onze identiteit en daarom wordt het tijd voor NEXIT. Dan kunnen we zelf de problemen weer gaan aanpakken en krijgen we weer de regie om dit mooie land met de waarden door te kunnen geven aan volgende generaties.
R. Heijman zegt
De stelling dat Nederland van ons is, is onjuist. Wie zijn ons? Geboren Nederlanders met een Nederlands paspoort? Dan zou een paspoort een soort eigendomsbewijs zijn. Juridisch klopt dat niet.
Waar is vastgelegd dat Nederland van de Nederlanders is? Nederlanders hebben rechten en plichten. Mensenrechten zijn dominanter dan Nederlands recht. EU recht gaat boven Nederlands recht.
EU ingezetenen hebben recht om in Nederland te wonen, werken en te leven. Maar zij zijn geen eigenaar van Nederland?
Iemand van buiten Nederland heeft na toelating ook deze rechten. Ook zij zijn geen eigenaar van Nederland? Van wie is Nederland nu eigenijk?
Alleen van die mensen van wie wij vinden dat ze op ons lijken, of die hetzelfde gedrag vertonen, onze taal spreken, eruitzien zoals de Nederlander, zich kleden zoals wij, onze religies volgen?
Dat hele eigendomsdenken klopt van geen kant en is een kortzichtige framing, om ons valse eigendomsgevoel te koesteren en de ander uit te sluiten. Om een soort onjuist samenhorigheidsgevoel te creeren. Zoals voor een voetbalclub, onze stad of provincie. Tegen de ander. Zodat het wij en zij ontstaat. Zodat zij er niet bijhoren. Zodat wij tegen zij stelling kunnen nemen, ze kunnen uitsluiten, ze iets aan kunnen doen.
Dan zijn we aanbeland bij het fascisme.
Frans Galjee zegt
‘Nederland is van ons’ gaat over normale emoties als gevoelens en niet over juridische aspecten.
Ook een bijna filosofische vraag van ‘wie zijn ons’ gaat voorbij aan het doel van dit artikel lijkt mij. Verder loopt elke discussie vast als algemeen geldende begrippen ineens onder een vergrootglas worden gelegd. Dat is in ingewikkelde discussies een bekend fenomeen.
En als weer het woord fascisme valt als gevolg van een door jou geschetst vervolg in ontwikkeling van het ons gevoel oftewel het wij zij denken dan zou ik mij meer druk gaan maken over het hedendaagse fascisme van die BLM en Antifa beweging
R. Heijman zegt
Indetdaad: het gevaarlijke kernprobleem is dat het gevoelsmatige, intuitieve eigendomsgevoel gaat overheersen boven het juridische eigendomsgevoel. Zo worden de rechten van de anderen ontkend.
Dit is wat populisten willen aanwakkeren, waarmee criminelen zich rechtvaardigen, en waarop fascisten hun schendingen baseren.
Frans Galjee zegt
“Zo worden de rechten van de anderen ontkend.”
Welke anderen bedoel je precies en welke rechten worden dan ontkend. Het is wat vaag. De bekende algemene rechten zijn m.i. voldoende vastgelegd. En als dat zo is hoe kan je deze rechten dan ontkennen? Of heb jij het over andere rechten?
“Dit is wat populisten willen aanwakkeren, waarmee criminelen zich rechtvaardigen, en waarop fascisten hun schendingen baseren.”
Waarmee je dus suggereert dat populisten criminelen en fascisten zijn.
Ik vind dat grote onzin en gevaarlijk eng omdat populisten volgens de definitie opkomen voor het volk en zich verzetten tegen een elite. Een elite die dan blijkbaar zich vijandig opstelt naar het volk.
Vraag nu voel jij je bedreigd door de populisten omdat je deel uitmaakt van een elite en zo ja is dat de elite van de linkse deug-mens?
Verder hoe kijk jij naar de BLM en antifa beweging en hun acties?
Na beantwoording van deze twee laatste vragen weet ik genoeg.
Mvg,
Paul Treanor zegt
Een eigendomsverhouding is standaard onderdeel van de nationalistische ideologie, en het verbaast mij dat de auteurs dat niet behandelen, afgezien van één summiere verwijzing (Gans 2001) naar recht op soevereiniteit. Verder gaan ze ook niet in op de vraag, wie precies de ‘eigenaars’ zijn.
Ik heb ooit uitgezocht wie de officiële eigenaar van Nederland is, en volgens Buitenlandse Zaken is er geen claim daarop: Nederland ontleent zijn soevereiniteit louter aan een standaard-definitie van ‘een staat’. Er staat ook geen bezitsclaim in de Grondwet, en ook niet in het VK overigens, want ze hebben daar geen grondwet. Het was beter geweest, om deze historische en constitutionele achtergronden bij het onderzoek te betrekken.
jan jansen zegt
1) Frans Galjee: ‘Dit land is van ONS’ Op zich is dat juist Nederland is ons land.
2) R: Heijman Wie zijn ons?
3) Frans Galjee: “een bijna filosofische vraag van ‘wie zijn ons’ gaat voorbij aan het doel van dit artikel lijkt mij.”
4) R: Heijman “het gevaarlijke kernprobleem is dat het gevoelsmatige, intuitieve eigendomsgevoel gaat overheersen boven het juridische eigendomsgevoel. Zo worden de rechten van de anderen ontkend”
5) Frans Galjee: “Welke anderen bedoel je precies”
……?
Da capo al fine… ? nee; déze anderen:
Nederland heeft een rechtssysteem waarin voor iedere staatsburger ongeacht politieke overtuiging, geloof, geaardheid etc dezelfde rechten en plichten bestaan. Dit is echt héél erg Nederlands.
Rechts populistische partijen willen dat ‘ongeacht’ er uit hebben en proberen een deelverzameling van de Nederlandse staatsburgers af te zonderen door op ‘de ander’ gespecificeerde wetgeving die vrijheid van hun cultuur of religie onderdrukt in te voeren. Denk bijvoorbeeld aan de kopvoddentax die in het parlement is voorgesteld, of het willen verbieden van islamitische scholen, minaretten etc.
De specifiek op één religie gerichte vrijheidsbeperkende wetten die zij willen bestaan in Nederland helemaal niet en dus is het in die zin ook ‘niet Nederlands’ om dit te willen. Maar het is de (subcultuur van) afkeer van ‘de ander’ die de drijvende kracht is om de Nederlandse wet zodanig te veranderen dat de wet hun discriminerende afkeer legitimeert; hetzelfde principe als in de jaren ’30 in Duitsland waar ook vrijheidsbeperkende wetgeving op specifieke deelcultuur ‘de ander’ gemunt was.
Frans Galjee zegt
Na je gekleurde ‘samenvatting’ over de discussie die ik had met RH vervolg je met:
“Nederland heeft een rechtssysteem waarin voor iedere staatsburger ongeacht politieke overtuiging, geloof, geaardheid etc dezelfde rechten en plichten bestaan.”
Ja juist en prachtig maar dat houdt ook in het gevaar dat in die competitie van vrijheden de vrijheid van een de onvrijheid van de ander kan betekenen. Neem de Islam als religie en ideologie. Religie en ideologie onlosmakelijk met elkaar verbonden doen beroep op een rechtssysteem dat zij in feite willen veranderen. Veranderen ten koste van veel belangen van anderen.
Dat links zich opwerpt de Islam hierbij te steunen is niet zo vreemd omdat vanuit het linkse geloof en de linkse ideologie er parallellen zijn in beider streven naar een soort van heilstaat.
“Dit is echt héél erg Nederlands.” Eens en dat wil ik héél graag zo houden!
Je verwijzing naar de tweede wereldoorlog kan net zo goed worden doorgetrokken naar de huidige situatie waar links als Niet Slim Bezig een vijand van de westerse samenleving bezig is te ondersteunen.
Dus in het kort ook ik ben een Nederlandse staatsburger die zich bedreigd voelt door huidige invulling van verdeling aan rechten en plichten. Bedreiging door ideologieën uit religie en politiek in hun streven een toekomst te bouwen waar niemand zich gelukkig in zal voelen.
Gerrit Jan van Roekel zegt
Nederland is niet van ons, maar wel van de Nederlanders. Er is geen stukje onroerend goed in Nederland dat geen eigendom is van een Nederlander, behalve de grond waarop de Ambassades zijn gebouwd. Dat ligt allemaal vast in notariële akten en op het kadaster. Door het betalen van belasting kunnen al die stukjes grond worden onderhouden en voor de Nederlanders kan een verzorgingsstaat in stand worden gehouden. Onder `ons Nederlanders´ versta ik alle Nederlanders. En kom ik toch heel dicht in de buurt van `Nederland is van ons`!
Tejo zegt
Nederland is ons land, dat klopt. Maar Nederland is niet “van ons”. We leven niet in de middeleeuwen en ook niet in Noord-Korea. We leven in een rechtsstaat en omdat in deze globale wereld alles met elkaar verweven is, zijn “onze” rechten en plichten vastgelegd in met elkaar verweven nationale en internationale regelgeving. Je kunt in dat juridische geheel niet selectief shoppen zonder dat het hele kaartenhuis instort. Er zijn helaas maar weinig mensen die dat begrijpen. Niet gehinderd door relevante kennis roept men maar wat. Mensen geloven graag in sprookjes. Populisten spelen daar handig op in door bewust(!) losse flodders te verkopen als probleemoplossende wondermiddelen. Succes verzekerd! Dat ze spelen met vuur zal ze verder een worst wezen. Manipulerende narcistische ijdeltuiten denken namelijk alleen aan zichzelf. Hun onnozele kiezers komen daar nog wel achter. Zijn ze voor de zoveelste keer bedonderd…..
Tejo zegt
Wat het onderzoek zelf betreft nog het volgende: (extreem)rechts populisme en nationalisme gaan altijd hand in hand. Ze kunnen niet zonder elkaar. Het aanwakkeren van nationalistische gevoelens is altijd “wij tegen zij”, waarbij “wij” beter zijn dan “zij”. Voor “wij” kun je ook “ons” invullen. Aldus wordt het vrij eenvoudig om groepen tegen elkaar uit te spelen en zondebokken aan te wijzen, niet zelden tevens een opmaat voor ongebreideld fascisme. Dat leert ons althans de geschiedenis. Zolang de rechtsstaat aan deze onverkwikkelijke zaken voldoende tegenwicht biedt en kan bieden, blijft de toestand beheersbaar. Zodra dit niet meer het geval is – en de rechtsstaat dus feitelijk niet meer bestaat -, zal in no time een situatie van chaos, dood en verderf ontstaan.
(Extreem)rechts populisme en nationalisme gaan – als hierboven gemeld – altijd hand in hand. Vandaar dat er door (extreem)rechtse populisten steeds geappelleerd wordt aan theoretische “ons” gevoelens. En vandaar ook dat een partij als de PVV een one trick pony is. Theoretische “ons” gevoelens?! Ja, want wie zijn “ons”? zoals iemand in een eerdere comment al terecht opmerkte. Wat moeten wij bv denken van de volgende gevallen: Iemand met een Nederlands paspoort die (al jaren) in het buitenland woont? Een EU-burger die (al jaren) in NL woont? Een genaturaliseerde Syriër? Een Chinees die (al 15 jaar) een verblijfsvergunning heeft? Enz, enz. En hoe zit het met de kinderen van deze mensen? In het onderzoek is het begrip “ons” niet of nauwelijks geoperationaliseerd, zeker niet in de door mij bedoelde zin. Persoonlijk vind ik dat een grote misser.