TNS Nipo voorspelde deze week een historisch lage opkomst bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. Weliswaar wordt de voorspelling gedaan met slagen om de arm, maar toch: in de steekproef van TNS Nipo zegt slechts 42% van de kiezers zeker te gaan stemmen.
Wat valt er tegen te doen?
Vanzelfsprekend proberen politicologen al decennia te begrijpen waar opkomst en abstentie door worden veroorzaakt. De literatuur is overweldigend. Hieronder een kleine greep uit die literatuur met suggesties hoe institutional engineering kan bijdragen aan een structureel hogere opkomst bij (lokale en Europese) verkiezingen.
Verkiezingen in het algemeen
Een meta-analyse van Benny Geys (VU Brussel) [paywall] (die 83 soortgelijke studies naar lokale, nationale, en Europese verkiezingen met elkaar vergeleek) vertelt ons welke institutionele kenmerken de opkomst stimuleren. Uiteraard staat opkomstplicht bovenaan de lijst met factoren. Daarna volgen een proportioneel kiesstelsel (zoals Nederland al heeft), de afwezigheid van administratieve barrières als registratie om te gaan stemmen (die Nederland nu ook al niet heeft), en het organiseren van verschillende verkiezingen op dezelfde dag.
Alleen het eerste en het laatste zijn in Nederland nog mogelijkheden om de opkomst te boosten. De eerste is echter een inbreuk op burgerrechten, de tweede heeft als risico dat secundaire (lokale, Europese) verkiezingen nog sterker worden beïnvloed door nationale kopstukken.
Lokale verkiezingen
Specifiek over lokale verkiezingen is minder bekend. Een Amerikaanse studie [paywall] bevestigt dat samenvallende verkiezingen een forse boost geeft aan de opkomt, en dat de opkomst iets hoger is naarmate de gemeente meer taken op zich neemt. Als dat verband klopt, lijkt het in Nederland nog niet te zijn doorgedrongen. Juist in een tijd dat de gemeente steeds meer verantwoordelijkheden krijgt toebedeeld, voorspellen de peilers een bijzonder lage opkomst.
Specifiek voor Nederland is onderzocht wat het gevolg is van gemeentelijke fusies voor de opkomst. Gerbert Kraaykamp (RU Nijmegen) en collega’s zijn dit nagegaan voor vijf opeenvolgende verkiezingen (1982-1998). De effecten van fusies zijn relatief klein. Daarnaast is in grotere gemeentes de opkomst gemiddeld iets lager. De auteurs verzetten zich hiermee tegen de grote aandacht voor de democratische gevolgen van gemeentelijke fusies, omdat de effecten zo bescheiden zijn.
Europese verkiezingen
Laten we ten slotte nog even vooruitkijken naar de verkiezingen voor het Europees Parlement. Ook daar staan de opkomstcijfers onder druk. Mikko Mattila heeft in 2003 onderzocht welke landskenmerken de opkomst voor de EP-verkiezingen stimuleren. Over het algemeen zijn dat dezelfde voorspellers als bij de nationale verkiezingen: opkomstplicht, gelijktijdig georganiseerde verkiezingen, verkiezingen in het weekend.
De opkomst is echter nog wat lager in landen die netto-betaler zijn, en in landen waar de bevolking sceptischer is over de EU.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.