Uit onderzoek blijkt keer op keer dat economisch nieuws invloed heeft op publieke opinie. Zo leidt negatief economisch nieuws tot minder consumentenvertrouwen, ongeacht hoe goed of slecht de economie het in werkelijkheid doet (Blood & Phillips, 1995; Hollanders & Vliegenthart, 2011). Studies waarin ook positieve berichtgeving wordt meegenomen tonen een asymmetrisch beeld: negatief economisch nieuws maakt mensen pessimistischer, maar positief economisch nieuws leidt niet per se tot meer economisch optimisme (Soroka, 2006). Deze economische percepties kunnen op hun beurt van doorslaggevend belang zijn voor de politieke keuzes van mensen. Heeft men het idee dat het economisch beter gaat, dan steunt men bijvoorbeeld vaker de regering (Soroka, 2014).
Economisch nieuws is dus belangrijk, maar hoe objectief is die berichtgeving eigenlijk? Eerder onderzoek suggereert dat er sprake is van een negativity bias: Er is veel meer economisch nieuws wanneer het slecht gaat, én economisch nieuws is vaak buitenproportioneel negatief (Soroka, 2012; Van Dalen et al., 2015).
In een recent verschenen studie in Communication Research onderzoeken Mark Boukes en ik de manier waarop de economie en de berichtgeving daarover met elkaar samenhangen en welke gevolgen dit vervolgens heeft voor de publieke opinie. We analyseren al het economisch nieuws (127.120 artikelen) in de zeven meest gelezen Nederlandse kranten van 2002 tot 2015.
Economische journalistiek
Figuur 1 laat zien hoe economische trends (voor meer info over de CLI meting, zie hier) samenhangen met de hoeveelheid economisch nieuws per maand. Het mag duidelijk zijn dat de relatie sterk negatief is: hoe beter het economisch gaat, hoe minder er door journalisten over de economie wordt geschreven (kijk bijvoorbeeld naar het economisch voorspoedige jaar 2006). Een kwakkelende economie daarentegen wordt uitvoerig belicht: in periodes van economische neergang verschijnen er veel meer (negatieve) artikelen per maand. De aandachtspiek tijdens crisisjaar 2008 is daar een extreem voorbeeld van.
Figuur 1. Economische trends en de hoeveelheid economisch nieuws
Hoewel het ergens logisch voelt dat journalisten vooral oog hebben voor negatieve ontwikkelingen – ze hebben immers een watchdog-functie – staat deze manier van berichtgeven op gespannen voet met andere functies zoals het correct informeren van burgers (Strömbäck, 2005). Dit is des te relevanter omdat het publiek op haar beurt veel gevoeliger blijkt te reageren op negatief economisch nieuws dan op positieve berichtgeving.
Figuur 2 laat zien hoe de economische verwachtingen van mensen en de negatieve toon in economisch nieuws zich door de jaren heen ontwikkelen. De verwachtingen van mensen zijn het meest pessimistisch na de uitbraak van de financiële crisis (2008) en de Eurocrisis (2011). De toon van het nieuws, dat vanaf 2008 in hoeveelheid is toegenomen, is dan ook het meest negatief.
Figuur 2. Publieke opinie en negatief economisch nieuws
In ons artikel onderwerpen we deze tijdreeksen aan tal van analyses. Hieruit blijkt dat slecht economisch nieuws leidt tot meer pessimistische verwachtingen voor de economische toekomst. Daarentegen vinden we geen effect van goed nieuws op de verwachtingen van mensen. Met andere woorden, economisch nieuws dat een positieve boodschap brengt maakt mensen niet optimistischer. Deze asymmetrie in nieuwseffecten bestaat onafhankelijk van hoe goed of hoe slecht het met de echte economie gaat. Tel daarbij op dat een toename in de hoeveelheid economisch nieuws – dus nog los van de inhoud van de berichtgeving – mensen al pessimistischer maakt, en je realiseert je dat economische journalisten potentieel een zeer grote impact op de publieke opinie hebben.
Het is goed te benadrukken dat het hier specifiek gaat om de impact van nieuws op de verwachtingen van mensen voor de toekomst. Wanneer we dezelfde analyses loslaten op de evaluaties van mensen over het economisch verleden zien we dat het nieuws een veel minder belangrijke rol speelt. Toch is het belangrijk te benadrukken dat het juist de economische verwachtingen van mensen zijn die een grote voorspellende waarde hebben voor economisch en politiek (stem)gedrag en niet zo zeer hun evaluaties van het verleden.
Deze dubbele negativity bias – zowel op het niveau van de journalistiek als op het niveau van consumenten – zorgt ervoor dat de Nederlandse bevolking een veel negatiever beeld heeft van de economie dan de werkelijkheid rechtvaardigt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.