Het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen houdt het kabinet ook tijdens het zomerreces flink bezig. De weerstand op het voorstel en het proces is allesbehalve verstomd tijdens de zomermaanden. En nu blijkt de rekening van het voorstel ook nog een stuk hoger uit te pakken: €2 miljard in plaats van €1.4 miljard aan gederfde belastinginkomsten, resulterend in een te dichten gat op de begroting van €600 miljoen. Vooralsnog lijkt premier Rutte vast te willen houden aan de afschaffing. Wel noemt hij dit idee zelf inmiddels ook “vreselijk” en “bizar” (NRC, 21 augustus 2018).Wat zijn de verwachte electorale gevolgen van het afschaffen van de dividendbelasting? En hoe zit dat als het voorstel juist geschrapt wordt?
Nooit een populair voorstel
Maurice de Hond heeft drie keer gepeild hoe zijn respondenten dachten over het afschaffen van de dividendbelasting. Hoewel het niet voldoet aan de vereisten van goede onderzoekverantwoording (zie deze bijdrage op StukRoodVlees), geeft het onderzoek wel een beeld van de ontwikkeling van de publieke opinie tussen november 2017–kort na het aantreden van kabinet Rutte III–en augustus 2018.
In november 2017 was maar 24% van de ondervraagden voorstander van deze afschaffing en dit percentage liep terug naar 15% in augustus 2018. Stemkeuze bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 maakte iets uit. Zo was een kleine meerderheid van VVD-kiezers in november 2017 nog vóór afschaffing (58%) evenals de helft (50%) van de CDA-stemmers. Deze percentages daalden echter naar respectievelijk 35% en 17% in augustus 2018. Kiezers van de andere partijen waren al in overgrote mate tegen de afschaffing in november 2017 en bleven dit.
Verwachte electorale gevolgen variëren tussen de regeringspartijen
Zullen deze voorkeuren ook electorale gevolgen hebben? De Hond vroeg kiezers van één van de regeringspartijen of zij (waarschijnlijk) weer op deze partij zullen stemmen als het afschaffen van de dividendbelasting door gaat, dit (waarschijnlijk) niet zullen doen, of het nog niet weten.[4] De resultaten laten zien dat de VVD weinig hoeft te vrezen: maar liefst 75% zou (waarschijnlijk) weer op de partij stemmen bij afschaffing van de dividendbelasting. Ook bijna de helft (47%) van de ChristenUnie-stemmer zal dit (waarschijnlijk) weer doen. Voor het CDA en D66 ligt dit anders: respectievelijk 37% en 31% zou (waarschijnlijk) weer op deze partijen stemmen als het voorstel doorgaat. Van de CDA-kiezers zou 35% (waarschijnlijk) niet meer op de partij stemmen als het voorstel doorgaat. De verwachting op basis van het opinieonderzoek van De Hond is dus dat het afschaffen van de dividendbelasting electoraal riskant is voor het CDA en D66, terwijl het voor de VVD en–in mindere mate–de ChristenUnie electoraal weinig tot geen invloed heeft.
Wijzigen van standpunt kan electoraal gevaarlijk zijn…
Stel nu dat het kabinet zou besluiten om af te zien van het voorstel om de dividendbelasting af te schaffen, wat zijn dan de verwachte electorale gevolgen? Omdat slechts weinig kiezers voorstander zijn van dit voorstel, lijkt dit een eenvoudige vraag. Wijzigen van dit standpunt brengt wat het kabinet doet meer in lijn met wat kiezers willen en de intuïtieve gedachte is dat de kiezers hierdoor eerder geneigd zijn (weer) op de regeringspartijen te stemmen. Maar klopt dat wel? Uit politicologisch onderzoek weten we dat het wijzigen van een standpunt onder bepaalde omstandigheden een politieke prijs heeft. Flip-floppen kan politici en politieke partijen duur komen te staan, zoals Wouter Bos aan den lijve heeft ondervonden.
… maar is het in dit geval waarschijnlijk niet
David Doherty en collega’s hebben onderzocht wanneer het veranderen van een standpunt resulteert in een lagere beoordeling van een politicus [gated versie hier beschikbaar], wat zich kan vertalen in stemgedrag. Uit hun survey experiment blijkt dat het wijzigen van een standpunt politici doorgaans meer kost dan dat het hen oplevert. Dit komt doordat de “verliezers”–de kiezers wiens standpunt nu niet meer overeenkomt met dat van de politicus–veel sterker en negatiever reageren dan de “winnaars”–die kiezers wiens standpunt nu wel overeenkomt met dat van de politicus: het welbekende fenomeen verliesaversie.
Dit algemene patroon van hogere kosten dan opbrengsten gaat echter niet op als een overgrote meerderheid voorstander is van het nieuwe standpunt. In dat geval is wijzigen van het standpunt wel gunstig.
De intuïtieve gedachte dat het kabinet er vanuit electorale overwegingen goed aan doet om het standpunt over het afschaffen van de dividendbelasting aan te passen, lijkt dus op te gaan. Vooral ook omdat de dividendbelasting een tamelijk complex onderwerp is. En Doherty en collega’s tonen aan dat kiezers politici eerder laten wegkomen met het veranderen van een standpunt over een complex onderwerp dan over een eenvoudiger onderwerp.
Wat betekent dit voor de regeringspartijen?
Stel dat de dividendbelasting zoals aangekondigd wordt afgeschaft. Op basis van het publieke opinieonderzoek hebben de VVD en de ChristenUnie dan weinig te vrezen en D66 en, vooral, het CDA veel. En stel dat het kabinetstandpunt over de dividendbelasting wordt gewijzigd en deze belasting niet wordt afgeschaft. In dat geval flip-flopt het kabinet. Omdat een overgrote meerderheid van de bevolking het echter eens is met dit nieuwe standpunt zal dit flip-floppen waarschijnlijk geen electorale gevolgen hebben.
En hoe zit het dan met de nieuwe framing door Rutte?
De nieuwe framing van dit onderwerp door premier Rutte als “vreselijk” en “bizar” (zie boven) roept overigens weer nieuwe, interessante vragen op. Betekent dit dat de VVD haar standpunt heeft gewijzigd maar ondanks dit nieuwe standpunt toch vóór het oude standpunt blijft staan? En zo ja, wat zijn daar dan de verwachte electorale gevolgen van? Bestaand onderzoek heeft nog geen antwoord op deze vragen.
Naschrift: In deze beknopte, samenvattende beschouwing kijk ik sec naar de gevolgen van het al dan niet wijzigen van het standpunt over het afschaffen van de dividendbelasting. Ik laat de discussie over het proces, onder andere hoe dit voorstel in het regeerakkoord terecht is gekomen, dus buiten beschouwing.
Afbeelding: Bron
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.