Onlangs schreef ik een stukje over emotie-inflatie in de Tweede Kamer. Ik probeerde de stelling van Joost Vullings uit Politieke Junkies te toetsen dat het taalgebruik van politici emotioneler is geworden. Ik keek naar het gebruik van de woorden ‘verbaasd’, ‘geschokt’ en ‘verbijsterd’ in de Tweede Kamer. Deze woorden werden minder vaak gebruikt in de Kamer en niet vaker zoals ik had verwacht.
Joost Vullings was, gezien zijn tweets, verbijsterd over dit stuk. Hij doelde immers op uitspraken in de media en niet in de Kamer. Dat het gros van de voorbeelden die hij aandroeg uit de Kamer kwamen deed hier niet aan af:
“Toen ik ooit eind jaren ’90 begon als stagiair op de NOS-radioredactie, dat was een periode dat als je dan politici sprak en er was wat gebeurd, er stond in de krant bijvoorbeeld dat er op een school iemand niet functioneerde of zo en daar wilde we dan politici over spreken dan waren ze ‘verbaasd’. Politici waren toen over het algemeen verbaasd en als het dan echt heel erg was dan waren ze geschokt. Dat hele woord verbaasd dat is inmiddels … als je nu tegen iemand zegt ik ben verbaasd. Ja sorry maar je moet echt iets beters meenemen. Dus nu is de basisemotie is geschokt. Dat is inmiddels eigenlijk alweer passé. Tegenwoordig ben je verbijsterd. Echt verbijsterd.”
Vullings had het inderdaad over de media. En op een druilerige dag in de kerstvakantie kunnen we best een paar keer zoeken in de krantendatabase LexisNexis. Maar dan moeten we het Vermoeden van Vullings ook omzetten in toetsbare hypothese. Vullings stelt niet slechts dat het gebruik van emotionele termen als ‘verbaasd’, ‘geschokt’ en ‘verbijsterd’ toeneemt, maar dat er een verschuiving zichtbaar is. Tussen eind jaren ’90 en nu zijn er drie periode zichtbaar:
- een waarin ‘verbaasd’ vaker gebruikt wordt dan ‘geschokt’ of ‘verbijsterd’;
- een waarin ‘geschokt’ vaker gebruikt wordt dan ‘verbaasd’ of ‘verbijsterd’;
- en een waarin ‘verbijsterd’ vaker gebruikt wordt dan ‘geschokt’ of ‘verbaasd’.
Ik kijk hiernaar het gebruik van deze drie termen in combinatie met een naam van één van de partijen die zetels heeft gehaald in Tweede Kamerverkiezingen in de Volkskrant, Trouw, NRC Handelsblad en Telegraaf. Ik beperkt me tot de periode 1999 – 2015 omdat pas vanaf 1999 alle kranten in LexisNexis zitten.
Figuur 1 toont ‘verbaasd’. De zwarte lijnen is een schatting van het gemiddelde gebruik van deze term in alle kranten als een functie van de tijd met een 95% onzekerheidsmarge. De grijze lijn is de NRC, de streepjeslijn in de Trouw, de stippellijn is de Volkskrant en de lijn van stippen en strepen is de Telegraaf. Gemiddeld neemt het gebruik van deze term dus toe tot ongeveer 2010 waarna dit stabiliseert. Van de individuele kranten valt op dat het gebruik van de term daalt in de Trouw, rond de 70 oscilleert voor de nuchtere NRC en geleidelijk stijgt in de Telegraaf.
Figuur 2 toont de data voor ‘geschokt’. Het eerste dat opvalt is dat het aantal voor ‘geschokt’ veel lager ligt dan voor ‘verbaasd’. Het gemiddelde voor ’verbaasd’ is 59 en voor ‘geschokt’ 25. Er is wel een duidelijke toename zichtbaar in het gebruik van deze term in de lijn die het gemiddelde schat.
Figuur 3 toont ‘verbijsterd’. Het gemiddelde van 23 is net iets lager dan voor ‘geschokt’. Ook hier is een toename zichtbaar in de lijn die het gemiddelde schat, met name aangewakkerd door de Telegraaf.
Als we de trendlijnen voor de drie termen (Figuur 4) naast elkaar leggen moeten we het Vermoeden van Vullings helaas verwerpen. In alle perioden wordt ‘verbaasd’ vaker gebruikt dan ‘geschokt’ of ‘verbijsterd’. Sterker nog in ieder individueel jaar is de telling voor ‘verbaasd’ hoger dan die voor ‘verbijsterd’ en ‘geschokt’ bij elkaar. Wel is het zo dat ‘verbijsterd’ in de laatste jaren statistisch gezien ongeveer even vaak gebruikt wordt als ‘geschokt’ terwijl er perioden zijn geweest midden jaren ’00 dat ‘geschokt’ duidelijk vaker werd gebruikt dan ‘verbijsterd’.
De laatste vraag die opkomt, is wat de verhouding is tussen het gebruik van deze termen door politici in de Kamer en in de media. Immers, zoals presentator Martijn de Greve voorstelde tijdens Politieke Junkies: “al die Kamerleden zitten ook in een rare kramp ze moeten een soort powerquote leveren om net wel of niet in zo’n artikeltje te belanden”.
Er zit hier wel iets in: gemiddeld over de hele periode zijn er 126 Kamerdebatten per jaar waarin de term ‘verbaasd’ gebruikt wordt. Gemiddeld zijn er slechts 59 artikelen per krant waarin partijen en deze term genoemd worden. Er zijn dus ruim twee keer zoveel Kamerdebatten waarin de ‘verbaasd’ gebruikt wordt dan artikelen. Er zijn gemiddeld per jaar 19 debatten waarin de term ‘geschokt’ gebruikt en gemiddeld per krant 26 artikelen. Deze term wordt dus verhoudingsgewijs vaker gebruikt in de kranten dan in de Kamer. Bij verbijsterd slaat deze verhouding door: er zijn slechts gemiddeld per jaar tien Kamerdebatten waarin de term ‘verbijsterd’ gebruikt wordt maar gemiddeld per jaar per krant 22 artikelen waarin die term en de naam van een partij gebruikt worden. Deze term wordt dus ruim twee keer zo vaak in media gebruikt als in de Kamer. De Greve heeft dus zeker een punt als hij opmerkt dat Kamerleden die zulke termen hanteren vaker in de media komen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.