Het kabinet gaat excuses aanbieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Daarmee wordt een lang bestaande wens van belangengroepen vervuld. Maar hoe denken verschillen groepen in de Nederlandse samenleving hierover? Nederlanders blijken verdeeld en niet bijzonder enthousiast te zijn, zelfs een aanzienlijk deel van de progressieven niet.
Excuses
Vorige week donderdag, 3 november 2022, werd bekend dat het kabinet excuses voor de rol van Nederland in de slavernij gaat aanbieden, in navolging van enkele grote steden. Bovendien wil het kabinet 27 miljoen vrijmaken voor een nationaal slavernijmuseum en 200 miljoen voor een bewustwordingsfonds. Politici en activisten waren er snel bij en de reacties waren, voorzichtig uitgedrukt, verdeeld. Maar hoe zit dat onder de Nederlandse bevolking?
We vroegen het tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 aan een representatieve groep stemgerechtigde Nederlanders. Maar liefst 60% gaf aan het (helemaal) oneens te zijn met het aanbieden van excuses voor de rol van Nederland in de slavenhandel in de 17e, 18e en 19e eeuw. Een kwart (24%) is er (helemaal) mee eens. Echter, er bleken grote verschillen binnen Nederland te zijn.
Hogere steun voor excuses onder Caribische en Afrikaanse Nederlanders
Excuses voor het slavernijverleden gaat niet alleen nazaten van tot slaaf gemaakten aan, maar ook de rest van de Nederlandse bevolking. Desalniettemin zien we dat herkomst een belangrijke scheidslijn vormt in de publieke opinie rondom excuses. Wanneer we onderscheid maken tussen mensen met en zonder migratieachtergrond zien we meteen een groot en belangrijk verschil (Figuur 1).
De steun voor excuses is het hoogst onder de groep wie de excuses betreft, namelijk Nederlanders afkomstig uit de voormalige Antillen, Suriname of Sub-Sahara Afrika. Ook onder Nederlanders met een Turkse, Marokkaanse of een Midden-Oosterse achtergrond is de steun voor excuses hoog. Support voor excuses is het laagst onder Nederlanders die zelf en wiens ouders in Nederland geboren zijn: slechts een kleine 20% is voor excuses. Ter vergelijking, onder Nederlanders met een Caribische of Afrikaanse achtergrond is dat juist 50%.
Opleidingsniveau maakt weinig uit?
Als we kijken naar andere scheidslijnen, zijn er dan groepen die opvallend veel of weinig steun tonen voor excuses? In hoeverre is het een ‘links’ issue? En zijn het juist jongeren en hoger opgeleide Nederlanders die al meer over de slavernijgeschiedenis hebben meegekregen en daardoor excuses vaker ondersteunen?
De verschillen naar opleidingsniveau zijn opvallend klein. Op basis van deze uitkomsten kunnen we niet met zekerheid concluderen dat het percentage laag- en hoogopgeleiden dat excuses voor het slavernijverleden steunt van elkaar verschilt (Figuur 2). Wel valt op dat de steun voor excuses onder jongeren beduidend hoger is dan onder ouderen. Opleiding lijkt niet de crux te zijn, maar er lijkt wel een algemene maatschappelijke verschuiving plaats te vinden richting meer support voor excuses. 70+’ers zijn opgegroeid in een samenleving waar Nederland nog koloniale claims legde. Jongeren die na de eeuwwisseling opgroeiden, zijn daarentegen meer bekend met discussies rondom het koloniale verleden, slavernij en Zwarte Piet, waardoor dit deel van de Nederlandse geschiedenis voor hen niet louter onomstreden lijkt te zijn.
Nog grotere verschillen zien we tussen aanhangers van verschillende politieke partijen (Figuur 3). Onder radicaal en mainstream rechtse partij is de steun zeer laag (11% of minder). Daar tegenover staat dat 7 op 10 DENK-stemmers en de helft van de GroenLinks-stemmers de excuses expliciet steunt. Binnen de huidige coalitie lijkt er op dit thema een scheidslijn te zijn tussen D66 (33%) en de ChristenUnie (38%) aan de ene kant en CDA (11%) en VVD (6%) aan de andere kant, zoals vaker op thema’s rond migratie en integratie.
Excuses en het migratiedebat
De partijverdeling rond excuses lijkt de bredere tendens in het migratie en integratie debat te volgen, maar tegelijkertijd zien we ook dat de lage steun voor excuses onder de Nederlandse bevolking zonder migratieachtergrond sterker is dan voor andere attituden betreffende etnische diversiteit. Hoe hangt dit samen (of niet)? In Figuur 4 vergelijken we daarom de steun voor excuses onder de Nederlandse bevolking zonder migratieachtergrond met de mate waarin zij multiculturalisme onderschrijven (hoe zij zich plaatsen op de tegenstelling “Nederlanders met een migratieachtergrond moeten zich aanpassen aan de Nederlandse cultuur” versus ”deze groepen mogen hun eigen cultuur behouden”).
We zien dat men veel terughoudender is met betrekking tot excuses, terwijl de meeste mensen wel enig behoud van eigen cultuur acceptabel lijken te vinden. Dit patroon geldt niet alleen voor tegenstanders maar ook voor voorstanders van het multiculturalisme. 7% van de ondervraagden onderschrijft het multiculturalisme en steunt excuses voor het slavernijverleden. Hier staat tegenover dat 10% van de ondervraagden ook voor behoud van eigen cultuur is, maar excuses voor het slavernijverleden niet steunt. Desalniettemin zien we dat de grootste groep zowel tegen het multiculturalisme is als tegen excuses voor het slavernijverleden. Hoe Nederlanders zonder migratieachtergrond naar excuses voor het slavernijverleden kijken, komt dus deels overeen maar vertaalt zich niet 1-op-1 naar andere houdingen op het gebied van integratie.
Bewustwording
Excuses voor de rol van Nederland in de slavenhandel in de 17e, 18e en 19e eeuw worden op dit moment nog niet breed omarmd in Nederland. Met name onder Nederlanders zonder migratieachtergrond is de steun laag. Echter, onder de groep die deze excuses betreft – Caribische en Afrikaanse Nederlanders – zijn meer mensen voor dan tegen.
Zou het daadwerkelijk uitspreken van deze excuses en de daaropvolgende bewustwordingscampagne de publieke opinie kunnen doen verschuiven? Onze eerste analyse geeft hiertoe aanwijzingen. Hoewel we geen grote verschillen tussen hoger en lager opgeleiden zien, constateren we wel dat de steun groter is onder jongeren. Een verklaring voor de generatieverschillen is dat jongeren zijn opgegroeid in tijden waarin het koloniale verleden meer ter discussie werd gesteld in het bredere publieke debat. Dit suggereert dat aandacht voor nuance kan leiden tot meer bewustwording en daardoor tot meer steun voor excuses.
Ten slotte valt op dat de houdingen over culturele integratie niet geheel los lijken te staan van steun voor excuses voor het slavernijverleden. Om de steun voor excuses te verhogen zou het debat hierover wellicht niet te sterk verbonden moeten worden met het integratiedebat, maar meer moeten gaan over historische bewustwording. De acties die het kabinet voornemens is zouden voor Nederlanders met een Caribische en Afrikaanse achtergrond een belangrijk teken kunnen zijn dat we samen Nederland zijn.
Noot: In de Dutch Parliamentary Election Study en de Dutch Ethnic Minority Election Study is tijdens de verkiezingen van 2021 aan de Nederlandse kiezer gevraagd in hoeverre zij denkt dat de Nederlandse staat haar excuses moet aanbieden voor de rol van Nederland in de slavenhandel in de 17e, 18e en 19e eeuw. De groep die ‘helemaal eens’ of ‘eens’ antwoordde, wordt gezien als de groep die excuses voor het slavernijverleden steunt. De ondervraagden waren allen stemgerechtigd. De data zijn gewogen naar geslacht, leeftijd, herkomst en stemgedrag op basis van de weegfactoren in de data. Via DANS EASY zijn alle data publiek toegankelijk.
Ronald Heijman zegt
Interessante cijfers. We zien duidelijk waar de fatsoensgrenzen, de discriminerende houding en het maatschappelijk bewustzijn liggen. Nederland moet zich schamen, door veel te laat excuses en compensatie in te zetten, en de weerzin om het historisch falen te begrijpen en erkennen. Zelfs te ontkennen. We zijn niet veranderd de laatste eeuwen, misschien wel onfatsoenlijker geworden, wetende dat toen een groot deel van de bevolking zich niet bewust was van onze slavendrijverij. Uitgevoerd door onze handelshuizen en ondersteund door de overheden.
Leidend moet zijn de vraag om gerechtvaardige excuses, en niet de domme massa van uitbuiters die we kennelijk nog steeds zijn. We hebben weinig geleerd.
GerardX zegt
Excuses voor iets wat anderen vroeger hebben gedaan vind ik onzin. Je kunt alleen excuses aanbieden voor iets waarvoor je verantwoordelijk kunt zijn (geweest). Daarom kunnen ouders excuses aanbieden voor het gedrag van hun kinderen en landen voor het gedrag van hun onderdanen. Nu kunnen bijvoorbeeld excuses aangeboden worden voor het niet weigeren om naar Qatar te gaan of vele andere zaken die NU spelen. Waarom wordt NU niet getoond, dat “we” anders zijn dan toen, door import van zonnepanelen en vele andere zaken met dank aan hedendaagse slavernij te verbieden? Vanwege dezelfde redenen als toen; dat de materiele belangen van een relatief kleine groep, beschermd worden door de regering, die “wij” weer beschermen. Slavernij speelde (in Afrika) al eeuwen voordat men hier van slavernij weet had. Verlangen nazaten van slavernij ook excuses in Afrika van de nazaten (van familieleden) die hen daar verkochten? Steeds bijwerken van geschiedenismateriaal (lesmateriaal, musea e.d.) aan de hand van nader inzicht, lijkt mij belangrijker.