De exit poll van Ipsos en het onderzoek gebaseerd op gedeeltelijke uitslagen van GeenStijl en Maurice De Hond geven een vergelijkbaar beeld van de uitslag. Er zijn wel kleine verschillen: GeenStijl zet 50PLUS op 0 zetels (t.o.v. 1 zetel bij de anderen), en D66 op 5 (i.p.v. 4). Dat komt omdat kleine verschuivingen in het stemmenpercentages net een restzetelverschuiving tot gevolg kan hebben.
D’Hondt
Voor de zetelverdeling in het Europees parlement wordt gebruik gemaakt van het systeem van grootste gemiddelden, van de Belgische wiskundige Victor D’Hondt. Eerst bereken je het volle aantal zetels dat een partij heeft gehaald (het aantal keer de kiesdeler ( = aantal stemmen/aantal zetels)). Bij deze berekening worden de stemmen van de partijen in een lijstverbinding bij elkaar opgeteld.
Er zijn dan bij de Ipsos exit poll nog 3 restzetels over. Om voor een restzetel in aanmerking te komen, moet je minimaal 1 volle zetel verdienen. De eerste restzetel wordt toegekend aan de partij die na toewijzing van die zetel gemiddeld het hoogste aantal stemmen per zetel heeft. In ons geval is dit lijstcombinatie 1 (CDA-CU/SGP), dus die krijgt de restzetel. Daarna berekenen we opnieuw het hoogste aantal stemmen voor elke partij als ze een restzetel zouden krijgen. Op die manier krijgen ook lijstverbinding 2 (PvdA-GL) en SP een restzetel.
Bij verdeling van de laatste restzetel had de SP gemiddeld 3,33% procent van de stemmen per zetel (na toekenning van de restzetel). Lijstcombinatie 1 (CDA-CU/SGP) zat daar echter dicht bij (3,28%) dus als het percentage stemmen maar iets afwijkt, zou zo’n restzetel nog kunnen verschuiven.
Simulaties
Om een indruk te krijgen van de kans dat er nog zetels gaan verschuiven, voer ik een eenvoudige simulatie uit. Uitgangspunt daarbij is dat de foutmarge van de Ipsos exit poll 1,5% is, volgens indicaties van Ipsos bij zo’n vorige exit poll. Nu is de berekening van zo’n foutmarge in dit geval erg lastig vanwege de gekozen aanpak, dus de assumptie hieronder is dat deze foutmarge benaderd kan worden door de exit poll te beschouwen als een random steekproef van 4500 personen. Of dat helemaal klopt is de vraag, dus beschouw onderstaand resultaat als niet meer dan een indicatieve verkenning.
Vervolgens maak ik met behulp van een bootstrapping methode simulaties van hoe de exit poll er ook uit had kunnen zien als we net een iets andere selectie van stembureaus hadden gemaakt. Voor elk van de simulaties maak ik een nieuwe berekening van het zetelaantal voor elke partij (replicatiecode & resultaten hier). De uitkomst staat in onderstaande grafiek.
We zien dat, op basis van de cijfers van Ipsos, D66 waarschijnlijk op 4 zetels uitkomt, maar ook nog een kans maakt op een 5e zetel (zoals GeenStijl nu berekent). Het CDA komt erg dicht bij een vijfde zetel in de simulatie. Voor SP en PvdA zijn de drie zetels nog niet helemaal zeker volgens de simulatie: als ze iets minder stemmen halen dan in de Ipsos prognose, lopen ze kans om een (rest)zetel te verliezen. Bij de andere partijen is de kans op verandering kleiner, al kunnen zowel PvdD als 50PLUS nog net onder de kiesdrempel komen.
Deze analyse gaat er overigens vanuit dat er alleen onzekerheden in de Ipsos-cijfers zitten, geen vertekeningen. Als ze de PVV te laag inschatten doordat veel PVV-kiezers bijvoorbeeld niet mee willen werken aan een exit poll, dan zien we dat niet terug in de analyse. Op basis van de cijfers van De Hond heeft de PVV bijvoorbeeld nog wat meer zicht op een vierde zetel.
Al met al kan er voor zo’n beetje elke partij nog wel een zetel verschuiven. Op basis van de (kleine) verschillen tussen Ipsos, De Hond en GeenStijl is het vooral interessant of 50PLUS een zetel haalt en zo niet waar die zetel naartoe zou gaan – D66, CDA en wellicht PVV lijken de meest waarschijnlijke kandidaten.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.