Waarom doet de politiek niet meer aan de werkloosheid, de immigrantenstroom, de opwarming van de aarde, de euro of het Nederlands voetbalelftal? Het meest gehoorde antwoord hierop is: gebrek aan politieke wil. Deze vier woorden sieren menig krantenkop, maar is het een nuttige kwalificatie? Vertelt het iets over de oorzaken van het uitblijven van bepaalde politieke acties? In deel 2 van mijn cursus over Politiek Leiderschap (klik hier voor blog over deel 1) beargumenteer ik dat het concept politieke wil niet nuttig is in het verklaren van het gedrag van politici. Het leidt zelfs tot onderschatting van dieperliggende socio-economische en institutionele oorzaken. Of zoals Bueno de Mesquita en Smith schrijven in het Dictator’s Handbook, soms is slecht beleid goede politiek. In dat licht is een gebrek aan politieke wil verstandige politiek.
Overschatten we leiders?
Persson en Sjöstedt bekritiseren het gebruik van politieke wil als verklaring van het uitblijven van economische ontwikkelingen in bepaalde delen van Afrika. Het United Nations Development Programme spreekt bijvoorbeeld in het kader van de Milleniumdoelen over:
“There is no rocket science in any of the action points. It’s a matter of political will. […] According to the UN, [today] we not only have the financial resources to end extreme poverty once and for all, but we have the technological knowledge and know-how to realize the Goals. . . .The way forward is marked, it is only the political will to achieve the Goals that is in question.”
Het falen in het behalen van deze doelen komt dus door een gebrek aan politieke wil (of soms ook gebruikt: gebrek aan politiek leiderschap). De leider in kwestie blijkt een leugenaar te zijn: hij had beloofd mee te werken maar heeft het niet gedaan. Dit soort analyses presenteren politieke besluitvorming onterecht als iets wat een leider maar eventjes in z’n eentje beslist zonder enige context. Zoals, zal ik nu een boek gaan lezen of Champions League gaan kijken? Wat vaak ontbreekt in dit soort analyses is een onderscheid tussen wanneer een leider iets wel of niet wil doen, en wanneer een leider iets wel of niet kan doen. Of in de woorden van Morris Szeftel:
“We should at least be open to the possibility that failed reformers maybe do not necessarily lack the political will to implement reform but rather the ability.”
Persson en Sjöstedt stellen voor dat in onze diagnoses van beleidsfalen we meer moeten kijken naar institutionele problemen zoals bijvoorbeeld bij de selectie van leiders (adverse selection). We weten vaak te weinig over wat leiders echt kunnen. Tegelijkertijd hebben leiders een prikkel om zichzelf beter voor te doen dan ze zijn. De opgeklopte verwachtingen bij de Amerikaanse presidentsverkiezingen zijn hier een goed voorbeeld van. Elke kandidaat belooft het op drift geraakte schip, terug op koers te brengen en richting de Amerikaanse droom te sturen. Veel mensen denken dat de Amerikaanse president veel macht heeft. In de praktijk heeft Amerika één van de meest complexe systemen van checks and balances, die de macht van de President ernstig beperken. Stemt zowel het Huis van Afgevaardigden en de Senaat voor je maatregel, dan krijg je bijvoorbeeld nog het Hooggerechtshof op je dak, als je pech hebt. Obama’s “falen” als lui bestempelen is dus te makkelijk. Aan de andere kant heeft ook hij in zijn campagnes doen voorkomen alsof een nieuwe man achter de knoppen een wereld van verschil zou maken. Kennelijk is de institutionele en socio-economische context toch meer van belang dan menigeen denkt.
Het Handboek voor Dictators
Een boek dat dit laatste punt tot in extremis doorvoert is het Handboek voor Dictators van Bueno de Mesquita en Smith. Het is een populaire versie van serieus wetenschappelijk werk (bijvoorbeeld hier) dat ook over democratieën gaat. Hun vertrekpunt is de aanname dat elke leider handelt om zijn overlevingskansen als leider te vergroten. Hiervoor dient de leider zijn winning coalition tevreden te houden. Dit is makkelijker des te kleiner deze coalitie is en des te makkelijker de leden van de coalitie te vervangen zijn. Om de coalitieleden tevreden te houden moet een dictator zich aan een paar regels houden:
- Controleer geldstromen.
- Betaal je supporters net genoeg om ze loyaal te houden
- Neem geen geld af van je supporters om het leven van het volk te verbeteren.
Bueno de Mesquita en Smith feliciteren op ironische toon de volgende dictators omdat zij zich goed aan bovenstaande regels hebben gehouden:
“Bravo to Pakistan’s president Asif Ali Zardari, estimated to be worth up to €4 billion even as he governs a country near the world’s bottom in per capita income. […]
Bravo to Zimbabwe’s Robert Mugabe who, whenever facing a threat to a military coup, manages finally to pay his army, keeping their loyalty against all odds. […]
Bravo to Senior General Than Shwe of Myanmar, who made sure following the 2008 Nargis cyclone that food relief was controllerd and sold on the black market by his military supporters rather than letting aid go to the people – at least 138,000 and maybe as many as 500,000 of whom died in the disaster.”
Politieke wil = broodje aap.
Waarom zijn leiders die hervormingen en een eind aan corruptie beloofden zoals Obasanjo (Nigeria), Kibaki (Kenya), Museveni (Uganda), Joesjenko (Oekraine) of Rajoy (Spanje) hierin niet geslaagd? Hadden ze er geen trek in? Waren er soms belangrijke voetbalwedstrijden op de buis? Een gebrek aan politieke wil, corruptie, gebrek aan leiderschap? Nee, aldus Bueno de Mesquita en Smith, deze mensen deden aan verstandige politiek. De corruptie hield hun winnende coalitie in stand en zorgde ervoor dat hun supporters niet een andere leider gingen steunen. Mooie praatjes worden alleen werkelijkheid als het nut heeft voor de politieke overleving van de leider.
Volgende week komt de vraag aan bod: corrumpeert macht? En corrumpeert absolute macht absoluut?
Afbeelding: By J.A. de Roo – Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=21244159
Sofie zegt
Wat een leuke cursus! Super interessante experimenten in je eerste deel.
Kristof Jacobs zegt
Dank voor de leestip! Geweldige titel…