Geert Wilders heeft weer eens een stuk rood vlees in de arena gegooid, en we zijn er met zijn allen weer bovenop gesprongen. Maar sinds woensdag lijkt hij de controle over zijn partij en – niet minder belangrijk – het debat verloren te hebben. Een poging tot duiding terwijl het drama zich nog aan het voltrekken is.
“Met de toespraak van afgelopen woensdag heeft Wilders de macht uit zijn handen laten vallen: hij verliest issue ownership over de vrijheid van meningsuiting .”
Was dit een zorgvuldig geplande strategische zet?
Uit de uitgelekte e-mails uit de PVV Tweede Kamerfractie is duidelijk geworden dat Wilders’ toespraken minutieus worden getest en voorbereid. De vraag is of dit ook zo’n goed voorbereide stap in een lange-termijn strategie is. Enerzijds is het retorische effect wel weer erg slim opgebouwd. Eerst worden twee andere vragen gesteld – willen jullie meer of minder Europese eenheid, meer of minder PvdA – dus tegen de tijd dat de vraag over Marokkanen word gesteld, weet het publiek weet al precies wat van ze verwacht wordt.
Anderzijds: het lijkt een geïmproviseerde bliksemafleider. De toespraak was aan het begin van de avond, de uitslag was nog niet precies bekend, maar het was al wel duidelijk dat de grote klapper waar hij wellicht op hoopte – de PVV staat in de landelijke peilingen op +3.0% – niet zou plaats vinden. Hij had waarschijnlijk een overwinningstoespraak voorbereid, met een opmaat naar de Europese verkiezingen – let op het bordje op het spreekgestoelte: “en nu: 22 mei.” De Europese verkiezingen worden wel even genoemd, maar ik denk dat deze scandeeractie, waarvan je weet dat ze alle aandacht zal trekken, een bewuste afleidingsmanoeuvre was om de niet-doorbraak te verhullen.
Maar ze lijkt niet helemaal goed voorbereid: als je het filmpje goed bekijkt, zie je dat Wilders niet op zijn gemak is. Gewoonlijk doet hij dit soort toespraken met een jongensachtig bravoure en schijnbaar gemak. Dit keer niet: hij leek gespannen, de speech lijkt nogal ingestudeerd en verkrampt. Ook de timing, die normaal altijd (jaloersmakend) perfect is, klopte niet. De actie deed me het meeste denken aan zijn “doe normaal man!” interactie met Premier Rutte een paar maanden geleden – toen was hij ook even de controle kwijt. Hij verdween een paar dagen uit de publiciteit en kwam erna terug, ietwat beschadigd, maar niet minder sterk. Het is duidelijk dat de toespraak van woensdag hem veel meer beschadigd heeft. Maar zijn rol is verre van uitgespeeld.
Heeft Wilders zijn hand overspeeld?
Het duurde een dag voor het uitkristalliseerde, maar het is nu wel duidelijk dat hij zijn hand zwaar heeft overspeeld. Instituties die gewoonlijk geen politieke uitspraken doen hebben “met kracht” afstand genomen: het Centraal Joods Overleg en de hoofdredacties van RTL Nieuws, NRC Handelsblad en De Telegraaf. Hij heeft twee Kamerleden verloren die misschien al wel op het vinkentouw zaten maar nu met veel media-aandacht definitief vertrokken zijn. Tegelijkertijd loopt de partij ook buiten de Tweede Kamer verder leeg: beoogd PVV lijsttrekker voor het Europees Parlement, Laurence Stassen, vertrekt, evenals vier leden van Provinciale Staten van Flevoland en twee van Friesland. Acht raadsleden in Almere eisen excuses van Wilders waarvan ze weten dat hij ze niet zal gaan geven.
Politiek betekenisloos maar symbolisch saillant: een half jaar nadat hij uit de fractie is gestapt durft Bontes hardop uit te spreken wat veel (ex-)PVVers dinsdagavond nog niet eens durfden te denken: zet met een meerderheid Wilders uit de fractie (ze kunnen hem niet uit de PVV zetten want Wilders is het enige lid van de partij). Zelfs Premier Rutte, voor wie het strategisch niet handig is te veel afstand van de PVV te nemen, heeft expliciet uitgesproken dat verdere samenwerking uitgesloten is, waarmee de laatste kans op regeringsdeelname van de PVV onder Wilders ook vervlogen is.
Wat ook de lange-termijneffecten zijn, Wilders’ salonfähigheid heeft meer dan een zeer diepe kras opgelopen. En zelfs een politicus die voortdurend tegen de politieke elite fulmineert heeft een zekere salonfähigheid nodig om zijn boodschap voor het voetlicht te krijgen. In 2009 hebben de Vlaamse politiek-filosofen Stefan Rummens en Koen Abts al laten zien dat een cordon sanitaire tegen de PVV zowel effectief kan zijn als binnen een democratie goed te verdedigen is. Zo’n voorstel ketste tot nu toe af op politiek koudwatervrees. Het CDA heeft al eerder wondenlikkend mogelijke coalities met de PVV uitgesloten – zonder overigens Ernst Hirsch Ballin te rehabiliteren, die eerder op een bewogen partijcongres in Arnhem de partij nog zo gewaarschuwd had voor wat zich later zou voltrekken – ”Doe dit mensen in ons land niet aan, doe dit de partij niet aan, doe dit ons land niet aan.” Nu ook de VVD niet meer wil samenwerken lijkt dit een moment waarop verschillende partijen zich impliciet of expliciet aan zo’n cordon sanitaire hebben gecommitteerd.
Het gaat nu erg hard, en PVV’ers die het schip willen verlaten moeten snel zijn. Het is moeilijk om over twee weken te vertrekken en zeggen: wat Wilders laatst over de Marokkanen zei kon nog door de beugel, maar nu…
Het kan dus zijn dat de PVV implodeert, maar ik verwacht het niet. Ik zie Fleur Agema, Martin Bosma en Dion Graus niet vertrekken. Voor ontevreden fractiegenoten zal opstappen moeilijk zijn uit angst dat ze als paria worden behandeld. En Wilders zelf is een survivor. Zelfs als Bontes in zijn wishful thinking gelijk zou krijgen, zal Wilders als eenmansfractie doorgaan. Zoals Martin Bosman in zijn laatste boek schrijft: “Macht hebben we niet, als kleine partij. … Maar invloed is er des te meer. … Ik zal nooit vergeten hoe Geert zegt: ‘Dit is precies waarvoor we hier zitten. Al houden we één zetel over, dit is nu eenmaal onze taak.’” Ook gisteren bevestigde Wilders dit. Hij gaat door. En niet alleen in de Tweede Kamer, maar ook weer voor de rechter.
Juridische strijd
Het Openbaar Ministerie is bedolven onder aangiftes, op basis van art. 137c Wetboek van Strafrecht, discriminatie en art. 137d, aanzetten tot haat wegens ras; volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad valt ook etnische en nationale afkomst onder ras. Deze tsunami van aangiftes heeft een belangrijke symbolische impact maar is juridisch weinig relevant. Immers, formeel-juridisch gezien maakt het niet uit of er één, vijf, of vijftigduizend aangiftes worden gedaan. Eentje is voldoende om het OM in gang te zetten, en vervolgens wordt er slechts op inhoudelijke argumenten besloten om al dat niet tot vervolging over te gaan. De symboliek van het grote getal is vooral van belang in een andere arena: de politiek-maatschappelijke. Een grote groep burgers willen laten zien dat ze vinden dat Wilders te ver is gegaan en dat ze het oneens zijn met deze manier van politiek bedrijven.
De rechtszaak is meer dan een rechtszaak
Om dit symbolische gebaar om te zetten in politiek effect moeten tegenstanders collectief een volgende stap zetten. Wilders heeft deze week de slag verloren maar daarmee nog niet de oorlog. Vrijdagavond toen zijn partij als een lekke fietsband leegliep was hij opeens onbereikbaar voor de pers – wie geschoren wordt, moet stilzitten.
Tegen de tijd dat de zaak voor de Rechtbank zal spelen is dit intense anti-Wilders momentum al lang weer voorbij en is hijzelf alweer opgekrabbeld. Zo’n rechtszaak zal vooral effect hebben indien Wilders’ tegenstanders deze opvatten als meer dan alleen een juridische strijd. En hiervoor kunnen ze het beste bij de grote meester zelf in de leer gaan. Net zoals je de verkiezingen kunt winnen maar de formatie verliezen, kun je ook een rechtszaak winnen maar de PR-slag verliezen. Ties Prakken en Mohammed Rabbae hadden zich bij de vorige rechtszaak helemaal vastgebeten in juridische procedures maar vergaten de slag bij in de publieke opinie – die ze kansloos van Wilders verloren.
Hij zal zijn uiterste best doen om weer te bereiken wat hem de vorige keer perfect is gelukt: de rechtszaak in zijn terminologie van de vrijheid van meningsuiting te framen. Als hij niet veroordeeld wordt zal hij weer victorie kraaien, als hij wel veroordeeld wordt zal hij, met medeneming van zijn beveiligers, een paar dagen in de gevangenis de martelaar van het vrije woord uit gaan hangen. Daar verwijst hij ook naar in zijn toespraak van woensdag: “en ik mag het eigenlijk niet zeggen want dan wordt er aangifte tegen je gedaan en misschien zijn er zelfs D66-officieren die je een proces aandoen…”
Al deze aangiftes tegen Wilders kunnen pas politiek momentum krijgen als ze in het publieke debat kunnen worden geframed in een terminologie die Wilders echt schade toebrengt – en dan maakt het eigenlijk minder uit of de rechtszaak wordt gewonnen of niet. Juristen en opiniemakers moeten dan boosheid en het ongenoegen die uit de aangiftes spreekt kanaliseren naar het publieke debat.
Martelaar of haatzaaier?
Een dominante, alternatieve framing voor Wilders’ presentatie als liberale strijder voor de vrijheid van meningsuiting kan hem de wind uit de zeilen nemen. Juist de iconische beelden van Wilders op de verkiezingsavond, die al ontelbaar vaak op tv zijn herhaald, zijn veelvuldig geframed als beeld van een volksmennende haatzaaier. Op basis hiervan is hij door de Frankfurter Allgemeine al met Goebbels vergeleken. Anderen maken de vergelijking met Mussert die in 1938 op een bijeenkomst zijn publiek de vraag stelde “zijn wij antisemiet, ja of nee?” Deze iconen staan nog voldoende scherp op het collectieve netvlies dat de associatie daarmee Wilders werkelijk schade zal berokkenen.
Mein Kampf en Pol Pot
Tot nu toe is Wilders verbazingwekkend goed in staat geweest de discussie over de vrijheid van meningsuiting uit evenwicht te houden. Zijn eigen partij grossiert in vergelijkingen met nazi’s – Mein Kampf – of links-extremisme – Pol Pot – maar wordt woest en dreigt met rechtszaken indien hijzelf met Hitler vergeleken werd. Daarmee was hij niet alleen issue-owner van het thema, hij kon ook op passief-agressieve manier bepalen wie er in welke mate aanspraak op kan maken: hijzelf meer dan anderen. Met de toespraak van afgelopen woensdag heeft Wilders deze macht uit zijn handen laten vallen.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.