Twee verkiezingen op rij zijn tegenpolen Forum voor Democratie en GroenLinks als winnaars uit de bus gekomen. Meestal is een dergelijk overwinningsgeluk een feestje waard, maar ervaren de kiezers dat nu ook zo? Of stemt de versplinterde uitslag met grote winst voor hun tegenpool eerder droevig? Hoe zit dat eigenlijk met geluk en verkiezingen?
Rond de Provinciale Statenverkiezingen verzamelde de afdeling sociologie aan de RU de nieuwe SOCON[1] data, met onder andere informatie over stemgedrag en geluk. In totaal hebben we van ongeveer 300 kiezers informatie die in grove lijnen de verkiezingsuitslag weerspiegelt.[2] Als we kijken naar hoe gelukkig mensen zijn met de verkiezingsuitslag (op een schaal van 0 tot 10), vallen een paar dingen op.
Geluk na de verkiezingen
Vooral de FvD-kiezers zijn erg gelukkig met de uitslag (zie Figuur 1). Dit is niet verrassend gezien de uitslag en de uitroep van FvD als grote winnaar in de media. Voor de PVV viel de uitslag juist tegen, maar onder de paar respondenten in onze data die PVV stemden, zien we toch dat men zegt gelukkig te zijn met de uitslag. Dit is het makkelijkst te verklaren met de winst van FvD, de ideologische evenknie van de PVV.[3],[4]
Eveneens opvallend is dat kiezers van de andere grote winnaar bij de Provinciale Statenverkiezingen beduidend minder gelukkig zijn met de uitslag: Groenlinkskiezers scoren gemiddeld een 4 op een schaal van 0 tot 10 en staan rechts van het midden in Figuur 1. De winst van hun tegenpool FvD lijkt hier een aannemelijke verklaring voor, zeker omdat deze verkiezingen om het klimaat leken te draaien en FvD zich het sterkst profileerde als anti-environmentalist.[5]
Figuur 1: Mate van geluk met uitslag Provinciale Statenverkiezingen
Geluk bij ongeluk
Hierboven gingen we er vanuit dat het geluk met de uitslag ook dóór die uitslag kwam. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat GroenLinks stemmers standaard wat ‘zuurder’ zijn en rechtspopulisten juist contente gelukkigen. De data laten het tegenovergestelde zien (zie Figuur 2). Nederlanders zijn over het algemeen erg gelukkig[6], maar bijvoorbeeld rechts-populistische kiezers behoren gemiddeld genomen tot de minst gelukkigen.[7]
Het geluk met de verkiezingsuitslag is dus niet een weerspiegeling van een algemene gelukzaligheid onder rechts-populistische kiezers.
Figuur 2: Mate van algemeen geluk
Rechts-populistisch klimaat
Het geluk met de uitslag van de verkiezing onder rechts-populisten lijkt dus door die winst te komen. Maar dat kan nog met vele kleuren ingevuld worden. Daarom verkenden we enkele zaken waarin rechts-populistische kiezers kunnen verschillen en wat hen juist gelukkiger maakt met deze uitslag of ongelukkiger algemeen.
Zoals Figuur 3 laat zien, helpen een sterkere ontevredenheid met het eigen inkomen en een meer neerslachtige psychische gesteldheid wel de verschillen in algemeen geluk deels te verklaren (het gestreepte deel in de derde balk van links in de figuur).[8] Deze zaken verklaren echter niet het geluks-verschil tussen rechts-populisten en anderen rond de verkiezingsuitslag (rechts in de figuur).
Omgekeerd hangen zorgen over het klimaat niet samen met algemene geluksverschillen tussen kiezers, maar zijn ze een belangrijke factor om het verschil in geluk met de uitslag te verklaren. Ongeveer een zesde deel van het verschil tussen rechts-populisten en de rest komt omdat de rest zich veel meer zorgen maakt over het klimaat (en dat de FvD zo sterk won).
Figuur 3: Verklaringen verschillen in geluk
Let wel, de rol van klimaatzorgen duidt vooral op een verkeerde inschatting van het politieke systeem onder (een deel van de) kiezers. De gelukscijfers lijken te suggereren dat het geluk met de uitslag onder de niet-rechts-populistische kiezers mogelijk werd getemperd door zorgen over de invloed van FvD op het klimaatbeleid. Langs de andere kant lijken de algemeen ongelukkigere rechts-populistische kiezers het idee hebben dat door ‘de winst van FvD’ het tij zal keren en het onder andere wel zal meevallen met dat klimaatbeleid. En dat stemde hen mede gelukkig met de uitslag.
Gezien het totaalbeeld en de verkiezingsuitslag is deze impact op klimaatbeleid echter onwaarschijnlijk. Tot zover lijkt vooral GroenLinks in meer Provinciebesturen terecht te komen en staat net FvD met (bijna) lege handen.
[1] De Sociaal-Culturele Ontwikkelingen in Nederland (SOCON) survey wordt jaarlijks verzameld op basis van een gestratificeerde steekproef (op leeftijd en geslacht) uit de Nederlandse bevolking tussen 18 en 70 jaar. De dataverzameling van de jaarlijkse survey vond plaats van begin januari tot medio april. Dit jaar zijn respondenten die voor de Provinciale Statenverkiezingen hadden deelgenomen, twee dagen na de verkiezingen opnieuw benaderd. Onze analyses hebben betrekking op respondenten die participeerden in deze tweede wave. De data zijn niet volledig representatief wat betreft opleiding en leeftijd. In onze multivariate analyses controleren we onder andere hiervoor.
[2] Het gerapporteerde stemgedrag in onze data ziet er als volgt uit (van hoog naar laag): VVD (14,6%), GroenLinks (13,9%), PvdA (11,3%), FvD (10,4%), D66 (8,1%), CDA (6,5%), SP (3,9%), PvdD (3,9%), CU (2,9%), 50PLUS (3.2%), (PVV (1,6%), SGP (1,3%), provinciale partij (1,3%). Tot slot, geeft 17,1% aan niet te hebben gestemd of niet te willen zeggen op welke partij.
[3] zie http://stukroodvlees.nl/de-ideologie-van-forum-voor-democratie/; https://www.socialevraagstukken.nl/forum-voor-democratie-mobiliseert-op-verloren-aanspraken/
[4] Rechts-populisten scoorden significant hoger in een regressiemodel, ook na rekening te houden met verschillen in opleiding, geslacht, inkomen en leeftijd.
[5] Zie: https://vergelijkpolitiekestandpunten.nl/klimaat/
[6] https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nederland-staat-nu-in-de-top-vijf-gelukkigste-landen-ter-wereld~bf103336/
[7] De rechtspopulisten zijn in een regressiemodel ook significant minder gelukkig dan kiezers voor VVD, D66, CU en SGP – de vier meest gelukkige groepen – ook na controle voor opleiding, geslacht, inkomen en leeftijd
[8] Dit verschil wordt grotendeels verklaard door ontevredenheid met het eigen inkomen.
Jelke Bethlehem zegt
Jammer van de twee grafieken met 3D-perspectief. Dat zijn slechte grafieken. Het 3D-perspectief maakt het moeilijker de lengtes van de balken goed af te lezen. Waarom niet gewoon 2-dimensionale staven. Simpeler en beter.
Marijn zegt
De cijfers staan er gewoon bij…geen verwarring over mogelijk