Als we getuige zijn van rellen en andere vormen van politiek geweld, zoals onlangs nog de Nederlandse rellen naar aanleiding van de avondklok, is het verband met gender niet altijd direct evident. Toch kan gender een rol spelen in de manieren waarop politiek geweld wordt gemotiveerd en uitgevoerd, en in de manier waarop verschillende belanghebbenden dat geweld interpreteren. De daders zijn meestal mannen, maar niet alle mannen laten zich in even grote mate tot geweld verleiden. Onderzoek wereldwijd toont aan dat mensen met een seksistische houding vaker politiek geweld plegen.
Ons recente onderzoek biedt een raamwerk dat een diepgaande analyse van gender en politiek geweld mogelijk maakt: het maakt inzichtelijk hoe gender een rol kan spelen bij de motieven van daders en bij de verschijningsvormen en de gevolgen van gewelddadige handelingen.
Hieronder passen we onze analyse toe op de bestorming van het Amerikaanse Capitool op 6 januari jl.. We beargumenteren dat een genderanalyse licht kan werpen op dit geweld: hoewel de daders er niet op uit waren om vrouwelijke congresleden aan te vallen, spreidden ze wel hegemoniale mannelijkheid tentoon, en gaven ze een boodschap af over de politieke dominantie van de witte man. Een dergelijke analyse zou ook nuttig kunnen zijn om de avondklokrellen beter te begrijpen.
Witte suprematie en misogynie
Politici, media en academici hebben degenen die op 6 januari het Capitool bestormden snel en terecht bestempeld tot witte suprematisten. Het zijn met name mannen die privileges proberen terug te winnen op basis van ras – maar óók op basis van gender. Zo krabde één aanvaller triomfantelijk aan zijn ballen in het kantoor van Nancy Pelosi, terwijl andere relschoppers haar naamplaatje van de muur afscheurden en ‘zet haar eruit’ riepen.
De relatie tussen witte suprematie en misogynie is uitvoerig beschreven, maar het is de moeite waard om precies te zijn over de rol van gender bij het politieke geweld dat plaatsvond in Washington en waarvan gevreesd mag worden dat het zich in de toekomst vaker zal herhalen.
In onze analyse van gender en politiek geweld, richten we ons op de aan- of afwezigheid van gender bij drie elementen van een aanval: de motieven, de verschijningsvormen en de gevolgen. Deze nauwkeurigheid helpt politie en justitie om misdaden te vervolgen en kwetsbare groepen te beschermen, en helpt beleidsmakers om te begrijpen welke invloed politiek geweld heeft op de mate waarin vrouwen en meisjes zich veilig genoeg voelen om zich verkiesbaar te stellen voor een functie in de politiek.
In het geval van de bestorming van het Amerikaanse Capitool lijkt gender geen expliciet motief te zijn geweest. Het belangrijkste doel van de daders was niet om politieke participatie van vrouwen te ontmoedigen of vrouwen uit de politiek te verdrijven. Doel van de bestorming was om een halt toe te roepen aan de officiële bekrachtiging van de verkiezingsuitslag van Joe Biden als de volgende president van de Verenigde Staten, om daarmee het presidentschap te behouden voor Donald Trump, vaandeldrager van het witte nationalisme. In die zin richtten de Trump-aanhangers zich niet tegen Nancy Pelosi alleen omdat ze een vrouw is – ze richtten zich tegen haar omdat ze de partij leidt die zich verzet tegen de politieke agenda van Trump. Iedereen die in de ogen van de Trump-aanhangers onvoldoende loyaal aan Trump was, werd bestempeld als vijand, tot aan de vicepresident toe: “Hang Mike Pence“.
Maar de bestorming was wel degelijk doortrokken van genderspecifiek gedrag en heeft genderspecifieke gevolgen. De daders spreidden hypermasculiniteit ten toon en hun handelingen stuurden heldere en herkenbare, zelfs huiveringwekkende signalen naar vrouwelijke politici over hun plaats in de wereld van witte mannelijke suprematie.
Vorm beïnvloed door traditioneel man- en vrouwbeeld
Het is goed mogelijk dat zeer traditionele mannelijkheidsidealen en vrouwbeelden van de opstandelingen de vorm van hun verzet hebben beïnvloed. Onderzoek toont aan dat personen met een seksistische houding niet alleen vatbaarder zijn voor gewelddadige extremistische opvattingen en religieuze intolerantie, maar ook eerder politiek geweld steunen en erin participeren.
Veel van de aanvallers hebben inderdaad een geschiedenis van het misbruiken van vrouwen – van het versturen van boze berichten over vrouwen op machtige posities tot aan protestacties bij abortusklinieken. Het is geen toeval dat Richard ‘Bigo’ Barnett aan zijn ballen krabt in Nancy Pelosi’s kantoor om zo de mannelijke dominantie opnieuw op te eisen. De opstandelingen benadrukten hun mannelijkheid ook op andere manieren, door met ontbloot bovenlijf of in volledige gevechtsuitrusting door het Capitool te paraderen.
Deze vertoning van mannelijkheid laat zien dat witte suprematie en hetero-patriarchie hand in hand gaan. Wit nationalisme kan niet worden gescheiden van nostalgie naar een denkbeeldige tijd waarin etnische minderheden, vrouwen, LGBTQ+, niet-christenen en andere gemarginaliseerde groepen ‘hun plaats’ nog kenden.
De slachtoffers weten dit. Pelosi’s dochter, Democratisch strateeg Christine Pelosi, reageerde op een artikel met de titel “Misogyny in the Capitol: Among the insurrectionists, a lot of angry men who don’t like women,” door onderscheid te maken tussen de politieke motieven van de aanvallers en de manier waarop ze die ‘gegendered’ uitvoerden. Ze schrijft: “Ze probeerden haar te vermoorden omdat zij de voorzitter is tegen wie Trump zich verzet; hun wraak was extra zoet omdat ze een machtige vrouw is.”
Beangstigende boodschap
Vrouwen herkennen deze aanvallen omdat vrouwelijke politici bekend zijn met onbehoorlijk gedrag, haatberichten en doodsbedreigingen die gebruik maken van vrouwonvriendelijke taal en een misogyn wereldbeeld. Zo beschreven twee vooraanstaande gekleurde congresvrouwen – Ayanna Pressley en Alexandria Ocasio-Cortez – de bestorming van het Capitool als uitzonderlijk beangstigend, aangezien witte suprematisten hebben aangegeven geweld tegen zwarte en bruine lichamen te willen gebruiken. Voor deze vrouwelijke congresleden kunnen hun ervaringen met politiek geweld niet los worden gezien van hun gender- en raciale identiteit.
Als leiders als Pelosi, Pressley en Ocasio-Cortez haatberichten ontvangen, zijn de afzenders niet alleen boos over hun politieke standpunten; ze zijn boos dat vrouwen of vrouwen van kleur politieke macht durven op te eisen. Onderzoek toont aan dat vrouwelijke politici die machtiger en zichtbaarder zijn, en zij die niet-wit zijn, te maken krijgen met onevenredig veel beledigingen en misbruik. Deze patronen laten zien dat, ook al is politiek sowieso vaak onaangenaam, het misbruik en de beledigingen die vrouwelijke politici ervaren meer is dan “business as usual” – het is politiek geweld, versterkt en zelfs gedreven door misogynie en racisme.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat feministische commentatoren snel de gender dimensies van het respectloze gedrag in Pelosi’s kantoor herkenden, of dit gedrag in verband brachten met het veel gedeelde beeld van een verwoeste vitrine met boeken over vrouwen in de politiek. (Hoewel niet alleen delen van het Capitool met een gendergerelateerde betekenis zijn beschadigd.) Gezien het feit dat op gendergebaseerde intimidatie en misbruik vrouwen nu al uit de politiek verdrijft en andere vrouwen ontmoedigt om überhaupt aan een politieke carrière te beginnen, kan dit recente geweld bij Amerikaanse vrouwen en meisjes de indruk bevestigen dat de politiek geen veilige plek voor hen is.
De verstrengeling van witte suprematie en misogynie zorgt ervoor dat gender centraal staat in discussies over wit nationalistisch geweld. Maar zoals bij alle gevallen van politiek geweld, worden verschillende elementen van een aanval op uiteenlopende manieren door gender beïnvloed. In het geval van de bestorming van het Capitool waren de motieven van de daders niet expliciet gegendered, maar hun performance en de boodschap werden wel vormgeven door hypermasculiniteit, seksisme en misogynie.
Verhoogd risico
Terwijl Washington DC en andere grote steden zich schrap zetten voor meer politiek geweld van Trump-aanhangers, kan een beter begrip van de rol die gender speelt binnen wit suprematistisch geweld de politie helpen om kwetsbare groepen te beschermen. Aanvallers hebben dan misschien het doel om gebouwen te bezetten of evenementen te verstoren, maar vrouwen – vooral vrouwen van kleur – kunnen de bijzondere aandacht van aanvallers trekken en lopen daarom een verhoogd risico op achtervolging of mishandeling. Ook familieleden en eigendommen van vrouwen kunnen op dezelfde manier doelwit zijn. Door zich op vrouwen te richten willen de aanvallers de politiek behouden als het exclusieve terrein van de witte man.
Het voorkomen van politiek geweld tijdens de presidentiële overdracht was slechts een kortetermijnoplossing. Voor langetermijnoplossingen moet tegengewicht worden geboden aan het witte suprematistisch wereldbeeld gebaseerd op uitsluiting, en moet worden gewaarborgd dat individuen, ongeacht gender, achtergrond of religieuze overtuiging, voor een functie in de politiek kunnen kiezen, in de wetenschap dat zij er veilig en vrij zijn.
Dit artikel is eerder in het Engels verschenen op Political Violence at a Glance.
Afbeelding: “Stop The Steal” door Tyler Merbler (via Flickr).
Waaraan wordt voorbijgegaan is dat Trump als absoluut leider van de aanvallers, in de jaren daarvoor er alles aan gedaan heeft om deze groep, waaronder ook veel vrouwen, die toch al ontvankelijk was voor deze cultuur, ook verder aan te zetten tot genderspecifieke houding en gedrag, tot wit suprematistisch geweld alsmede, op de valreep van zijn ondergang, tot daadwerkelijke gecoördineerde gewelddadige actie heeft doen overgaan.
Ze gingen voor hem door het vuur.
Zonder Trump zou er geen bestorming van het Capitool zijn geweest. Hij is de belichaming, leider en katalysator van dit gedachtengoed geworden in USA. De troep zoekt ook elders leiders en de leiders zoeken hun troep. Dat is het internationale gevaar.