Een tijdje geleden schreef ik hier over een inmiddels beruchte facebookpost van de PvdA. Rob Wijnberg van De Correspondent las deze analyse en was het er niet mee eens. Ik kan het stuk van Wijnberg absoluut aanraden: het leest niet alleen goed, het stipt ook een interessant punt aan, namelijk dat meer moet worden nagedacht over ongewenste propaganda op het internet. Vooral het tweede deel van het stuk is hilarisch en gaat in op een stuntelige JSF-reclameadvertentie op de Volkskrant-site. Het eerste deel van het stuk is echter beduidend zwakker en vraagt om een reactie. Wijnberg verwart met name de PvdA met een andere partij/andere partijen en verwart Facebookposts met Google Ads.
Het stuk opent als volgt: “Wat kwam er na de propagandatechnieken van Goebbels? De PvdA-Facebookpost.”
Wijnberg’s punt is tweeledig: 1. De PvdA citeert creatief en 2. de internetbezoeker krijgt ongevraagd niet-passende overheidsboodschappen via advertenties.
Laat ik beginnen met het eerste. Even ter herinnering: de PvdA Facebookpost bevatte twee koppen, één van de Volkskrant en één van Trouw waarin werd aangegeven hoe goed de miljoenennota van Dijsselbloem was. Wijnberg wijst er op dat het citaat van de Volkskrant uit de tekst helemaal achteraan het artikel kwam. Het klopt dat het citaat daar ook staat, maar daarnaast is het ook de kop van het artikel. Letterlijk. Het tweede deel van de lange Volkskrant-kop wordt niet in de post gebruikt, maar zoals ik in mijn oorspronkelijke blog entry zei, doet het niets af van het aan de boodschap dat de miljoenennota een knappe prestatie is en kan dus niet als problematisch gezien worden. Wijnberg gaat ook in op de kop van Trouw. Ook hier is mijn mening dat de parafrasering en tekst uit de krant inhoudelijk overeen komen, maar dat laat ik aan de lezer over. Hoe dan ook, om een dergelijke Facebookpost de opvolger van Goebbels propagandatechnieken te noemen is toch wel een beetje over the top. Sowieso zal de PvdA het nooit meer wagen te citeren uit de Volkskrant….
Al bij al denk ik dat deze hele casus eerder getuigt van de haat-liefde verhouding tussen spindoctors en journalisten dan dat het op een echt probleem duidt.
Het tweede deel van Wijnbergs kritiek, de ongevraagde reclame, is belangrijker. Sommige partijen kopen via het Google Ads Display Network inderdaad advertentieplek om hun boodschap aan te passen aan de zoektermen van de internetbezoeker. Ook de overheid kan deze strategie hanteren. Voor zover ik weet is er nog geen onderzoek naar de effecten van dergelijke politieke Google Ads gedaan, iets waar collega Gijs Schumacher hier al over schreef. Het is dus ook nog niet duidelijk wat de mogelijke positieve of negatieve effecten ervan zijn. Misschien is het gewoon een verkwisting van geld of misschien is het zelfs goed omdat het debat stimuleert. We simply don’t know.
De bredere ethische vraag is echter: moeten we het toestaan dat de politiek Google Ads gebruikt? Helaas, ik ben geen politiek filosoof en wil me hier dus niet aan branden. Wat ik sowieso wel weet is dat een ontkennend antwoord op deze vraag heel wat gevolgen heeft. Moet je dan bijvoorbeeld niet ook alle verkiezingsposters en dergelijke verbieden? Daar heeft toch ook niemand om gevraagd? Lastig dus. Je zou naar analogie met de verkiezingsposters wel kunnen zeggen dat enige regulatie gewenst is en het bijvoorbeeld duidelijk moet zijn dat het om een advertentie gaat en van wie de advertentie afkomstig is. Dit zijn zeker relevante onderwerpen die meer onderzoek en debat verdienen.
Maar om nu even terug te keren naar het oorspronkelijke punt van Wijnberg: de PvdA Facebookpost als een nieuwe propagandatechniek. Google Ads en advertenties in het algemeen zijn inderdaad een intrigerend fenomeen. Maar, Facebookposts zijn geen Google Ads, ze verschijnen dan ook niet bij zoektermen – de basis van Wijnbergs punt. Natuurlijk zijn er partijen die Google Ads gebruiken, maar dat is niet de strategie van de PvdA. Samengevat: wrong party, wrong medium. Volgende keer beter.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.